Populieren rond De Nachtegaal in De Panne gekapt

"Bosbeheer, en af in toe durven ingrijpen en uitdunnen, is essentieel, wil je een gezond bosbestand kweken", aldus boswachter Johan Lamaire. © RLV
Redactie KW

In het gedeelte van het Calmeynbos tussen het provinciale bezoekerscentrum De Nachtegaal en het J Club Hotel is uit veiligheidsoverwegingen een dertigtal populieren gekapt.

De provincie West-Vlaanderen staat in voor het beheer van het gedeelte van het Calmeynbos omheen het bezoekerscentrum. Daar is, tussen de Kerkstraat, het Atheneum Calmeyn en de wandeldreef die met een slagboom dicht is, een speelbos gecreëerd. “Wij zorgen ervoor dat de veiligheid van de bezoekers kan worden gegarandeerd”, aldus boswachter Johan Lamaire. “Als we in de gaten krijgen dat bomen kunnen omwaaien, grijpen we in.”

Dat is wat nu rondom De Nachtegaal gebeurd is. “Er was gevaar voor spelende kinderen en voor de wagens die op de parking rond het bezoekerscentrum geplaatst worden. Tevens hebben we onder de populieren rondom het parkeerterrein linden aangeplant en die hebben voldoende ruimte en licht nodig om te groeien.”

Opmerkelijk is dat de populieren niet helemaal verwijderd zijn. Het onderste deel van de stammen, met een hoogte van ruim twee meter, blijft overeind om er figuren in te carven. Die worden met de kettingzaag aangebracht door Koen Vandewalle. “Er zijn in het speelbos al enkele figuren rondom het thema ‘bosgeesten’ gerealiseerd”, legt de boswachter uit. “Wellicht werkt de Provincie dit thema verder uit. De bedoeling van dit initiatief is het speelbos attractiever te maken voor de bezoekers.”

Uitdunnen

Ook in het Calmeynbos wordt momenteel in het bomenbestand ingegrepen. Diverse loofbomen worden uitgedund. Dat moet uiteindelijk het bestand aan steeliepen ten goede komen. Een noodzakelijke ingreep, zo blijkt. Langs het Artiestenpad, in de ‘Duinzoom Oosthoek’ dunt het Agentschap Natuur en Bos (ANB) de elzen, esdoorns en andere loofbomen uit. Dat gebeurt in de eerste plaats uit veiligheidsoverwegingen voor wandelaars op het Artiestenpad. “Maar anderzijds is dat ook noodzakelijk”, verduidelijkt boswachter Johan Lamaire. “Als je een gezond bos wil, dan moet je soms bomen kappen. Daarop is ons volledige bosbeheer gericht. Bij het aanplanten van een bos met bijvoorbeeld 2.500 bomen, mogen daar na een eeuw nog maar 100 exemplaren van overblijven. De overige 2.400 gaan ofwel spontaan dood of moeten gekapt worden. Anders kan je geen gewag maken van een gezond bosbestand.”

Bij het kappen en uitdunnen moet men erg nauwkeurig te werk gaan. In het Calmeynbos groeien immers steeliepen. “Die boomsoort komt in Vlaanderen op weinig plaatsen voor“, aldus de boswachter. “De steeliep is resistent tegen de zogenaamde olmenziekte, die andere olmen- of iepensoorten treft vanaf een zekere stamdikte. Vandaar dat we de zaadjes van de steeliep in het Calmeynbos verzamelen om die olmensoort op andere plaatsen in Vlaanderen weer aan te planten. Het hout van de gekapte bomen wordt gestapeld en verkocht. Het is in ieder geval verboden zo maar het hout op eigen initiatief mee te nemen”, aldus boswachter Lamaire.

(RLV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier