Louis Gryspeerdt over de WK-camping: “Afgelegen en nog veel werk”

Braziliëkenner Louis Gryspeerdt hoopt maar dat alles klaar zal zijn tegen 12 juni. (Foto Ronny Neirinck) © Braziliëkenner Louis Gryspeerdt hoopt maar dat alles klaar zal zijn tegen 12 juni. (Foto Ronny Neirinck)
Redactie KW

Op 12 juni vindt de openingswedstrijd plaats van het WK voetbal in Brazilië. Roeselarenaar Louis Gryspeerdt, die zeer goed thuis is in Rio de Janeiro, vreest echter dat de Rode Duivels-supporters die voor een plekje op de officiële camping in Rio hebben gekozen, wel eens kunnen schrikken.

Een reportage in Telefacts toonde aan dat er enkele weken voor aanvang van het WK nog veel werk is om de vele voetbalsupporters goed te ontvangen in Rio de Janeiro. Een VTM-journaliste bezocht ook camping clube do Brasil, de camping waar Devillage, het Rode Duivelsdorp wordt opgetrokken. Volgens de website zullen de Belgische supporters kunnen genieten van topfaciliteiten zoals een totaal beveiligde campingsite, slaapcabines, een goed uitgerust sanitair complex, restaurants en bars, een privéstrand met ligbedden en parasols, entertainment en uitzendingen van de wedstrijden op groot scherm. Maar Louis Gryspeerdt bezocht de camping en houdt zijn hart vast want de camping is bijlange nog niet klaar om de vele supporters te ontvangen. Louis kent Rio de Janeiro door en door want zo’n 40 jaar geleden bezocht hij voor het eerst de Braziliaanse carnavalstad en sedertdien reist hij ieder jaar naar de Braziliaanse stad.

Moordend verkeer

“De luchthaven waar de Belgische supporters zullen landen, bevindt zich op zo’n 40 kilometer van de camping in vogelvlucht”, steekt Louis Gryspeerdt van wal. “En ik weet niet welke route men zal nemen want tussen de luchthaven en de camping zijn er de heuvels waarop de sloppenwijken of favella’s zijn gebouwd. En dat is ook niet aan te raden om daardoor te rijden. Men kan ook opteren om de kustbaan te nemen en dan moet men eerst naar Copacabana rijden, de mythische strandplaats van Rio. Afhankelijk van het verkeer zal de 14 km van de luchthaven naar Copacabana een uur of zelfs langer duren. Verkeer is moordend in Rio.”

“Van Copacabana moet men dan nog zeker 30 km de kust afrijden tot aan camping clube do Brasil. Sommige mensen denken blijkbaar dat ze vlakbij het strand van Copacabana verblijven maar niets is minder waar. Het is jammer dat dit niet zo is want in Copacabana is er een goed uitgebouwd metronet met zelfs een metrostation onder het Maracanastadion waar de Belgen hun tweede wedstrijd spelen.”

Amusement

“Toen ik de camping wilde binnenstappen, lukte dat niet want je moet een veiligheidsbandje hebben dat bewijst dat je daar logeert. Dat vond ik wel positief: er komen geen personen binnen die niet geregistreerd zijn. Maar via een Braziliaanse kennis kreeg ik uiteindelijk een veiligheidsbandje en mocht ik binnen voor een kort bezoek. Ik dacht eerst dat ik op de verkeerde camping was ! Er stond een infobord waarop stond dat het 8 euro kostte om een weekend je tentje op te slaan. Wel, meer mag dat zeker niet zijn. Wat ik daar heb gezien, tart elke verbeelding, rekening houdende met het feit dat er misschien duizenden Belgen zullen verblijven. De omheining is in erbarmelijke staat, de sanitaire blokken zijn verouderd en ongelooflijk smerig en de ‘eetzaal en cafetaria’ zijn ook niet echt super te noemen. Er staan her en der gammele tentjes tussen de bomen die wel zullen weggenomen worden maar ik weet niet hoe ze slaapblokken voor de supporters tussen die bomen zullen krijgen.”

Geïsoleerd

“Supporters die ‘s avonds naar Copacabana willen, zullen er toch iets voor over moeten hebben. Als ze om 19 uur op de camping eten, zullen ze pas tegen 22 uur ten vroegste in de stad geraken. Dat is als er nog bussen rijden ‘s avonds, dat weet ik niet. Maar als ze dan ‘s nachts terug naar de camping willen, wordt het een ander paar mouwen. Ik denk eigenlijk dat de supporters op een totaal geïsoleerde plek logeren en dat het amusemant op de camping zal moeten gemaakt worden. Ik hoop maar dat alles klaar is tegen dat de eerste Belgen aankomen halfweg juni.”

(Peter Soete)

Lees hierover ook in Krant van West-Vlaanderen, editie De Weekbode Roeselare