PVDA wil dat wijziging mobiliteit rekening houdt met landelijk karakter westhoek

Redactie KW

Vrijdag 16 september start de week van de mobiliteit. Het uitgelezen moment, vindt PVDA, om actie te voeren tegen de definitieve afbouw en het verlies van het recht op basismobiliteit voor iedereen.

Ze kwamen daarvoor met een delegatie samen aan het Esenkasteel, waar op dat moment door de verschillende burgemeesters uit de Westhoek werd overlegd.

Allen gekleed in zwart droegen ze symbolisch het basisrecht op mobiliteit ten grave. Vanaf de start van dit project, aangestuurd door het Ministerie van Mobiliteit Ben Weyts, in de schoot van het Westhoekoverleg van alle burgemeesters, zal verder worden beslist over de mobiliteitstoekomst. Het recht op basismobiliteit verdwijnt. Alle bewoners zullen te maken krijgen met verdere afbouw van het belbusaanbod, het busvervoer aangeboden door De Lijn, hogere tarieven, nadat deze al sinds 2010 door besparingen zijn opgelegd. Ook het installeren van duurdere en private taxi- en vervoersdiensten of het éénzijdig doorverwijzen naar de fiets staan op het programma van dit project.

De PVDA eist dat bij elke wijziging in het vervoersaanbod rekening wordt gehouden met het specifiek landelijke karakter van onze regio, maar ook met de tewerkstelling bij De Lijn. Verdere afbraak van de openbare dienstverlening kan echt niet meer in onze regio. Voor elke bewoner moet toegang tot openbaar vervoer gegarandeerd met een kwalitatief, laagdrempelig en betaalbaar openbaar aanbod. De noden van kwetsbare groepen, zoals ouderen, jongeren, werklozen, minderbegunstigden of mensen zonder wagen verdienen specifieke aandacht. De solidariteit met vervoersrijke regio’s moet beschermd worden. Onder het mom van basisbereikbaarheid slechts enkele bestemmingen garanderen en ondertussen het recht op basismobiliteit voor elke burger ontmantelen, is voor de PVDA uitgesloten.

(AC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier