Xandro Meurisse uit Zwevegem voelt zich goed bij Alpecin-Fenix: “De Brabantse Pijl ligt me het best”

Xandro Meurisse tijdens de verkenning van de Omloop Het Nieuwsblad. (belga)©DIRK WAEM BELGA
Xandro Meurisse tijdens de verkenning van de Omloop Het Nieuwsblad. (belga)©DIRK WAEM BELGA
Redactie KW

Xandro Meurisse is een van de West-Vlamingen van Alpecin-Fenix. Hij maakte dit seizoen de overstap van Circus Wanty Gobert en voelt zich heel goed in de nieuwe ploeg. Het is wel even aanpassen, want hij rijdt nu in een volledig andere rol. Binnenkort komen de voorjaarswedstrijden die hem het best liggen, de Waalse klassiekers.

Xandro begon het seizoen nog vóór het Vlaamse openingsweekend in de Tour des Alpes Maritimes et du Var. “Ik kwam meteen terecht in een wedstrijd op hoog niveau, dus het was toch eventjes wennen. Daarna kwamen de Omloop Het Nieuwsblad en de Strade Bianche. In die laatste was ik niet top door een opspelende maag en dat kan je in zo’n koers toch wel missen. In de Tirreno-Adriatico was ik meer in vorm, maar daar reed ik voornamelijk in een dienende rol, die ik volgens mij wel goed heb kunnen vervullen. Dat is wellicht wat wennen voor mijn supporters, om me nu iets minder aanwezig te zien in de finale. We zitten in de ploeg met een aantal leiders die het echt kunnen afmaken, dus dan is het logisch dat ik op die momenten iets minder zichtbaar ben.”

De overstap naar de ploeg van Mathieu van der Poel en Tim Merlier brengt voor de Zwevegemnaar toch wel wat verandering mee. “Ik vind dat we – voor een pro-continentale ploeg – echt wel goed georganiseerd zijn. Tijdens de koers weten we allemaal precies wat er van ons verwacht wordt, elke renner krijgt zijn taak. Dat was ik bijvoorbeeld niet gewoon, vorig jaar werd dat vaak wat ad hoc beslist. Zelfs qua voeding is alles nu perfect uitgekiend: bijna tot op de kilometer is uitgerekend wat er op dat moment gegeten moet worden.”

Professionalisme

Als ploeg wordt van Alpecin-Fenix steeds meer verwacht. De ploeg van Mathieu van der Poel moet op de voorgrond rijden en de koers mee controleren.

“Niet onlogisch, als je kopmannen als Mathieu en Tim in de ploeg hebt”, vindt Meurisse. “Maar het is toch ook iets waaraan we wat moeten wennen. Dat professionalisme bevalt me overigens wel. Waar ik vroeger in de eerste rit van de Tirreno wellicht gewoon mee ging rijden in het peloton en ergens rond de veertigste stek over de meet zou bollen, wordt er nu gevraagd om geregeld mee op de kop van het peloton te gaan rijden en zo mijn steentje bij te dragen.”

Waar de kasseiklassiekers misschien niet honderd procent zijn ding zijn, zijn de ‘Waalse’ klassiekers, zoals de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, dat wel. “Of er een is waarvoor ik specifieke ambities heb? Goh, niet echt, ze spreken me alle vier wel aan. Het is wel zo dat ik al een paar jaar echt aan de Brabantse Pijl denk, omdat ik vind dat dat parcours me echt goed ligt, maar om de een of andere reden slaat er dan altijd wel iets tegen. Anderzijds zou ik in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik ook wel iets moeten kunnen doen, want daar is het meestal heel simpel: je moet vooraan zitten op de beslissende klim. De Amstel Gold Race kan dit jaar weleens iets speciaals worden aangezien die nu – door corona uiteraard – op een plaatselijke omloop wordt gereden. Daar kunnen wel eens heel andere renners op de voorgrond treden dan in een traditionele Amstel.”

Eigen kans

Of er voor de West-Vlaming ook zelf een beschermde rol in deze wedstrijden mogelijk is, valt nog wat af te wachten. “Veel hangt natuurlijk af van wie er allemaal start. Er is niet alleen Mathieu, maar ook bijvoorbeeld Peter Vakoc, die al twee keer op het podium stond in de Brabantse Pijl. Zelf merk ik wel dat mijn trainingsresultaten in de goede richting wijzen, daarmee kan ik van de ploeg wellicht wel het vertrouwen krijgen om zelf eens mijn kans te mogen gaan.”

(RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier