Wielercoryfee Rik Vanwalleghem over wisselende startplaats van de Ronde: “Dit is gezond boerenverstand”

“In de realiteit is zo’n massa-evenement vooral goed voor het imago van de politici zelf”, stelt Rik Vanwalleghem onomwonden. (foto Davy Coghe)© Davy Coghe
“In de realiteit is zo’n massa-evenement vooral goed voor het imago van de politici zelf”, stelt Rik Vanwalleghem onomwonden. (foto Davy Coghe)© Davy Coghe
Arjan Desante
Arjan Desante Medewerker KW

Zondag vindt de ultieme Vlaamse wielerhoogdag plaats: de Ronde van Vlaanderen. Een speciale dag ook voor ingeweken Bruggeling Rik Vanwalleghem (68). Als journalist bracht hij de start van de Ronde in 1998 naar Brugge en later was hij ook tien jaar directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. “Voor 400.00 euro per jaar hoeft Brugge de Ronde niet terug te halen van mij. Maar samenwerken met Antwerpen vind ik wél een heel slim plan.”

Rik Vanwalleghem (68) is sinds jaar en dag bezeten door de wielermicrobe. Eerst als sportjournalist en hoofdredacteur bij Het Nieuwsblad, later als journalist bij De Standaard én tien jaar als directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde. Daarnaast schreef hij een twintigtal wielerboeken. Sinds 2016 is Rik met pensioen, al klopt zijn hart nog steeds voor de koers.

“Natuurlijk blijft de Ronde van Vlaanderen een hoogdag voor mij. Het is als het ware een stuk van mezelf geworden. Het is een dag met een andere dimensie, ver weg van de triestige coronawereld van tegenwoordig”, opent Rik zijn verhaal. “In 1981 was ik er voor het eerst bij als journalist, ik heb dus al aardig wat edities op de voet gevolgd. De laatste jaren ging de Ronde steeds gepaard met een feestelijk onderonsje met de familie. Nu zullen we het helaas wat anders moeten invullen.”

Venster op de wereld

Dat het wielrennen blijft doorgaan in volle coronacrisis vindt Rik Vanwalleghem zeker verantwoord. Mensen hebben volgens hem nood aan die opkikker. “Veel mensen hebben het mentaal zwaar, dat is bijvoorbeeld ook bij mijn eigen zus het geval. Dan hoor je toch hoe het wielrennen troost biedt. Anders dan andere sporten schenkt de koers ons een venster op de wereld, aangezien je kan meegenieten van de landschappen onderweg.”

Hoewel hij carrière maakte als journalist en schrijver is Rik eigenlijk opgeleid tot bioloog. De huidige gezondheidscrisis intrigeert hem dan ook enorm. “In eerste instantie is het natuurlijk heel erg, maar vanuit wetenschappelijk oogpunt is het ook allemaal erg fascinerend en boeiend. Toch te gek hoe de mens – de kroon op de schepping – geveld wordt door zo’n onnozel dingetje. Want dat is het coronavirus: een ding, geen levend wezen. Het is voor ons als mensheid een grote les in nederigheid.”

In de jaren 90 was de Ronde van Vlaanderen nog eigendom van de krant Het Nieuwsblad. Rik kwam destijds voor een verkennend gesprek naar Brugge en voor hij het wist, had de koers vanaf 1998 een nieuwe start. Dat zou zo blijven tot en met 2016. “Er waren financiële problemen in startplaats Sint-Niklaas, dus wilden we enkele alternatieven aftoetsen”, haalt hij herinneringen op. “We hadden nooit gedacht dat het in een mum van tijd gepiept zou zijn. We zaten samen met burgemeester Patrick Moenaert en de politiecommissaris, bespraken even de praktische en financiële punten en dan vroeg Moenaert waar hij moest tekenen. Normaal zouden we ook nog elders gaan babbelen, maar dat is er zelfs niet meer van gekomen.”

“Toen was ik verbaasd dat er geen overleg met het schepencollege nodig was, maar ze deden ook echt wel een uitstekende zaak. De start kostte toen amper 7.500 euro. Belachelijk weinig. De prijs steeg de jaren nadien wel telkens, maar het bleef peanuts in vergelijking met de 400.000 euro die Antwerpen nu betaalt.”

Creatieve oplossing

Rik verhuisde een vijftal jaar geleden van Wevelgem naar Brugge, maar toch hoefde een volledige verhuis van de Ronde naar zijn nieuwe thuisstad niet. “Als Brugge ook 400.000 euro zou moeten betalen, zou ik sowieso zeggen om het te laten. Dat blijft toch een waanzinnig hoog bedrag, terwijl het onmogelijk is om het zogenaamde ‘terugverdieneffect’ te berekenen. Brugge heeft dat ook simpelweg niet nodig. Het is hier geen godvergeten gat, de stad heeft troeven genoeg. Bovendien was het erg onwaarschijnlijk dat Flanders Classics voor een andere startplaats zou kiezen, nadat Antwerpen tweemaal de volle pot betaalde terwijl er geen publiek kon komen. Dat zou not done zijn.”

Een afwisselende startplaats, zoals nu wordt voorgesteld, lijkt hem daarentegen wél de ideale oplossing. “Eerlijk? Toen ik het hoorde, voelde ik me bijna schuldig dat ik dit plan niet zelf bedacht”, lacht Rik. “Ik vind een héél slim plan, chapeau voor de creativiteit. Normaal speelt de organisator verschillende steden tegen elkaar uit, maar nu hebben ze afgesproken om zich niet zot te laten maken. Ik krijg het bijna niet over mijn lippen, maar in mijn ogen is dat gezond boerenverstand en eigenlijk gewoon goed beleid. Dat het parcours jaarlijks wijzigt, hoeft voor mij geen drama te zijn.”

Karakter blijft hetzelfde

“De finale in de Vlaamse Ardennen bepaalt het karakter van de wedstrijd en die zal grotendeels hetzelfde blijven. De eerste 150 kilometer zijn doorgaans minder wedstrijdbepalend. Maar door om de twee jaar in Brugge te starten, wordt de historische passage langs de kust en passage in steden als Oostende, Torhout en Roeselare wel weer mogelijk. Voor een nomadische sport zoals het wielrennen vind ik die passage in het centrum van de steden, tussen de mensen, toch belangrijk.”

(AD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier