Woont de volgende Girmay in Roeselare?

Tesfay Zeray Tecleweyni, luid aangemoedigd door zijn broer Zeray en mama Izgaharya. “Als ik echt mag kiezen, zou ik het liefst van fietsen mijn beroep maken.” (foto Stefaan Beel) © STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Tom Vandenbussche

Biniam Girmay Hailu (21) uit Eritrea werd afgelopen zondag de eerste Afrikaanse winnaar van een klassieker, Gent-Wevelgem. Intussen probeert zijn drie jaar jongere landgenoot Tesfay Zeray Tecleweyni, die in Roeselare woont en voor Cycling Team Luc Wallays-Jonge Renners Roeselare uitkomt, in de voetsporen van zijn idool te treden. “Hopelijk kunnen Biniam en ik ooit voor dezelfde ploeg rijden.”

Er valt ons meteen iets op als we de naam van de 18-jarige Tesfay Zeray Tecleweyni uit de Krekelstraat in Roeselare onder de loep nemen. Zijn naam bestaat immers niet uit twee, maar uit drie delen. Sabine Vermeersch, die zich als buddy om de familie bekommert, legt uit. “Het eerste deel is de voornaam, het tweede de voornaam van de papa en het derde de voornaam van de opa langs vaders kant. Dat is het systeem. Een familienaam heb je in Eritrea dus niet echt.”

Vluchtende Eritreeërs

We nemen plaats in de woonkamer van de familie. Ook van de partij: Tesfays jongere broer Zeray, die bij Dosko Beveren voetbalt, mama Izgaharya Gurja Asfeha en twee Eritrese vrienden uit Izegem. In de loop van het interview zal een oudere broer van Tesfay, die eveneens in Roeselare woont, ook erbij komen zitten. “Ik heb nog een tweelingzus die in Kortrijk woont en een zus in een vluchtelingenkamp in Ethiopië. En mijn oudste broer is onlangs ook naar België gekomen, maar zijn vrouw en kindjes wonen, net als mijn oma, nog in Eritrea”, legt Tesfay uit. “Die broer is gevlucht, omdat er nu een oorlog in Eritrea woedt”, voegt Sabine eraan toe. “Of de rest van de familie ook nog naar hier komt? Hopelijk, want in Eritrea, een dictatuur, zijn er weinig perspectieven. De meeste Eritreeërs vluchten het land uit en verspreiden zich over de rest van de wereld.” Tesfay knikt. “Ik heb intussen ook familie in Nederland, Luxemburg en Duitsland wonen.”

De bergen bij ons in Eritrea zijn een stuk hoger dan in België, maar ik ken wel al de Oude Kwaremont en Zwarteberg

© BELGA

Hij en zijn familie zijn politieke vluchtelingen. Via vluchtelingenkampen in Ethiopië en Soedan kwam Tesfay in april 2018 in ons land terecht. “Ik had nog nooit van België gehoord. Wel van Hollandia (Nederland, red.). Een nonkel van mij woont daar.” De eerste twee maanden bracht Tesfay in Namen door. Daar kreeg hij les in het Frans. “Een heel moeilijke taal. Ik kon het maar niet begrijpen en al zeker niet schrijven. Buiten de woorden bonjour en bonsoir heb ik er niets van onthouden.” Na zes maanden in Ruiselede en zeven maanden in Egem kwam Tesfay twee jaar geleden in Roeselare terecht. Momenteel loopt hij school in De Ster in Tielt, waar hij in het vierde middelbaar de richting carrosserie volgt. Intussen kan hij zich al in het Nederlands uitdrukken, maar makkelijk wordt het hem niet gemaakt. “Met al die dialectwoorden begrijp ik vaak niet wat mensen tegen mij zeggen.” Sabine knikt. “Hij wil Nederlands leren, maar komt dan in een groep terecht waarin dialect de voertaal is.” Momenteel loopt Tesfay stage bij VDL, een Roeselaars bedrijf dat bussen maakt. We vragen hem of hij daar zijn toekomst ziet. Tesfay glimlacht eens. “Als ik echt mag kiezen, zou ik het liefst van fietsen mijn beroep maken.”

Populair in Eritrea

Fietsen leerde Tesfay toen hij elf, twaalf jaar was. “Zelf had ik geen fiets, maar mijn nonkel wel. Of er in Eritrea veel gefietst wordt? Ja, hoor. Wielrennen is populair in ons land. Al heel lang. Dat komt omdat we vroeger een kolonie van Italië waren.” Hier in België kennen we Eritrea vooral als een van de landen waar marathonlopers als paddenstoelen uit de grond groeien. “Dat klopt”, lacht Tesfay. “Lopen en fietsen zijn de twee populairste sporten in Eritrea.”

onderschrift
onderschrift

In februari 2020, net voor de uitbraak van het coronavirus, maakte Tesfay zijn debuut in het wielerpeloton. “Op een bepaald moment heb ik aan Sabine gevraagd om me bij een ploeg in te schrijven.” Sabine knikt. “Omdat hij graag fietste en coureur wilde worden. Daarom heb ik geïnformeerd naar een club hier in de buurt.” Tijdens de eerste groepstrainingen met de Jonge Renners Roeselare leerde Tesfay al meteen de Vlaamse Ardennen en het West-Vlaamse Heuvelland kennen. “De bergen bij ons in Eritrea, waar ik geboren ben, zijn wel een stuk hoger dan die hier in België”, kan hij een lach niet onderdrukken. We vragen of hij al enkele namen van Vlaamse hellingen kent. “Ja, hoor. De Zwarteberg natuurlijk. (grijnst) En de zware kasseiklim uit de Ronde van Vlaanderen.” Sabine pikt in. “Hij heeft het over de Oude Kwaremont.” Tesfay zucht. “Mijn ketting begaf het en daardoor moest ik de rest van de training in de ploegauto volgen.”

Koersen is niet makkelijk, ondervindt Tesfay. “Uitrijden is het moeilijkste voor mij.” Sabine knikt. “Hij heeft veel kracht, maar hij moet nog beter leren doseren en ook aan zijn techniek is er nog wat werk. Tesfay heeft hier geen papa die achter hem staat. Het is niet evident om goed te presteren, want er komt in deze sport veel kennis bij kijken.” Tesfay vertelt dat hij twee keer per week traint. Alleen en vaak over dezelfde wegen. “Want anders denkt hij dat hij verkeerd zal rijden”, vertelt Sabine. “Hij doet het volgens zijn eigen gps. Ik moet zeggen: mensen uit Eritrea kunnen zich goed oriënteren, beter dan de mensen hier.” Ook het vervoer naar wedstrijden is een probleem. Soms rijdt Sabine met de auto, maar soms moet Tesfay zelf naar de start fietsen. “Of ga ik met de trein.” Sabine: “En dan moet de koers nog beginnen…”

Beste dag ooit

Ook afgelopen zondag fietste Tesfay naar de koers. Niet zijn eigen koers, wel die van een landgenoot, Biniam Girmay Hailu van Intermarché-Wanty-Gobert. Het werd voor de 18-jarige Eritreeër een ervaring om nooit meer te vergeten, want Girmay won Gent-Wevelgem en werd zo de eerste Afrikaanse winnaar van een topklassieker. “Het was de beste dag van mijn leven tot nu toe”, is Tesfay overtuigd. “Ik heb Biniam zondag aan de ploegbus staan opwachten. Ik ken hem niet persoonlijk, maar ik volg zijn prestaties al lang en hij weet intussen ook dat er een landgenoot van hem in België koerst. We volgen elkaar op Instagram. Als ik iets online zet, ziet hij het altijd meteen. Toen hij na de podiumceremonie naar de ploegbus kwam, zag hij mij staan en is hij mij een knuffel komen geven.”

Het mag duidelijk zijn: Girmay is het grote voorbeeld van Tesfay. “Biniam zal nog veel wedstrijden winnen. Met zijn sterke sprint kan dat niet anders.” We vragen Tesfay wat zijn grootste kwaliteit als renner is. “Klimmen. Toen we met de ploeg in de heuvels gingen fietsen, reed ik heel gemakkelijk omhoog. Waar ik in de toekomst op hoop? Dat ik net als Biniam ooit voor een grote ploeg kan rijden. Als ploegmaat van hem? Heel graag. Dan kunnen we elkaar helpen om zo goed mogelijk te presteren”, glimlacht Tesfay.