West-Vlaamse beloften doen ervaring op bij profteams: “Goede evolutie om hen eens te laten proeven”

Ramses Debruyne. (gf) © GF GF
Tom Vandenbussche

Een recent fenomeen in de wielersport: beloften bij een Development Team kunnen bij de profploeg in het grote werk opgesteld worden. Ramses Debruyne, Robin Orins en Warre Vangheluwe koersten zo de voorbije weken tussen de profs. “Er zijn meerdere positieve gevolgen.”

Klaas Lodewyck (34) en Kurt Van de Wouwer (51) weten waarover ze spreken. Lodewyck werd na zijn profcarrière eerst ploegleider bij het Development Team van BMC en maakt nu al enkele jaren mee het mooie weer bij de troepen van Patrick Lefevere. Bij Soudal-Quick-Step vervult hij een belangrijke rol voor Remco Evenepoel, maar daarnaast houdt hij ook nauwlettend jong wielertalent in het oog. Van de Wouwer stond sinds 2007 aan het hoofd van het Development Team van Lotto-Soudal en vervult sinds kort de rol van sportief manager bij Lotto-Dstny. Bij het Soudal-Quick-Step Devo Team rijden twee West-Vlaamse beloften rond: Gust Lootens en Warre Vangheluwe. Bij Lotto-Dstny Development Team vertoeven Ramses Debruyne, Jelle Harteel en Robin Orins. “Vroeger had je heel sterke belofteteams, maar enkele jaren geleden kwam de mogelijkheid om als profploeg renners uit het opleidingsteam af en toe van het echte werk te laten proeven”, vertelt Lodewyck. “Op zich is dat een goede evolutie. Soms zien we beloften die van een profcontract dromen en al na een jaar de overstap willen maken, maar op deze manier de realiteit onder ogen zien en beseffen dat ze beter een seizoen langer belofte blijven.” Ook Van de Wouwer ziet de voordelen. “De beloften zelf kunnen ervaring op een hoger niveau opdoen, want alleen in WorldTour-wedstrijden mogen ze niet starten. Voor de jongens die wat meer tijd nodig hebben, is het interessant om te kijken of ze klaar zijn voor de stap hogerop. Als dat niet zo is, weten ze dat ze beter nog een jaar kunnen rijpen. Een tweede voordeel is dat we blessures bij de profploeg nu makkelijker met ons continentaal team kunnen opvangen.”

Bij het Soudal-Quick-Step Devo Team mocht Warre Vangheluwe al met de profs meerijden in Le Samyn (55 ste) en de GP Monseré (20 ste). Bij het Lotto-Dstny Development Team verscheen Ramses Debruyne met de profploeg aan de start van de Faun-Ardèche Classic (85 ste), de Faun Drôme Classic (40 ste) en de Trofeo Laigueglia (24 ste). Robin Orins reed de GP Monseré (73 ste). “Bij teams zoals DSM en Jumbo-Visma passen ze dit systeem al langer toe. Bij ons is dit pas het eerste jaar”, vertelt Lodewyck. “We hebben vooral eerstejaarsbeloften. Daar moeten we heel voorzichtig mee omspringen, maar het is de bedoeling om af en toe een wisselwerking met het profteam op te zetten. We zijn trouwens nuchter genoeg om te beseffen dat ze niet allemaal prof kunnen worden bij ons. Misschien is een tussenstap naar Team Flanders-Baloise nodig. Sommigen zijn laatbloeiers en tegenwoordig is het niet evident voor die jongens om nog prof te worden. De druk ligt enorm hoog. Jonge wielrenners moeten heel snel heel goed presteren.”

Bij Lotto-Dstny zullen de beloften vaak met de profs op pad gestuurd worden. “Ramses begint er na enkele pechjaren weer door te komen”, aldus Van de Wouwer. “De komende weken koerst hij bij de beloften, maar begin april rijdt hij de GP Indurain in Spanje.”

Alec Segaert is prof

Alec Segaert ten slotte werd eind februari definitief naar de profploeg overgeheveld. Maar de tweedejaarsbelofte, Europees kampioen en vicewereldkampioen tijdrijden behoudt zijn oorspronkelijk uitgetekend wedstrijdprogramma. “Hij zal vooral bij de beloften actief blijven, maar het verschil is dat Alec nu ook volop kan genieten van het performanceteam binnen onze profploeg”, benadrukt Van de Wouwer. De komende weken rijdt Segaert de Ronde van Drenthe met de profs en de Youngster Coast Challenge, Gent-Wevelgem, het Circuit des Ardennes en Luik-Bastenaken-Luik bij de beloften.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier