Simon Van Elslander zet een stap vooruit

© Foto Coghe
Redactie KW

We spreken Kortemarknaar Simon Van Elslander tijdens zijn examens. Geen leuke periode voor een fietser, zeker niet voor iemand die goed op dreef is en net dan gedwongen wordt zijn fiets aan de kant te zetten. Al had hij de dag dat we hem spraken wel nog tijd voor een fietstochtje naar de Kemmelberg, in het gezelschap van zijn vader.

In plaats van naar de Kemmelberg te rijden, had de sympathieke Simon ook een wedstrijd kunnen doen, maar door de stress en spanning die daarbij komt kijken, zou hij dan de hele ochtend niets gestudeerd hebben.

Simon is een tweedejaarsnieuweling van 15 jaar en gaat naar het vierde middelbaar in het college van Diksmuide. “Soms is het wat moeilijk om een evenwicht te vinden tussen school en fiets. Zo ben je na school laat thuis. Lang kan je dan niet meer trainen. Maar al is het slechts een uurtje dat je hebt voor het donker wordt, alle uurtjes helpen”, meent hij.

Groeischeuten

Leg zijn resultaten van vorig jaar naast die van dit jaar en je merkt dat ze een stuk beter zijn. “Vorig seizoen sukkelde ik veel met mijn rug, waardoor ik maar een derde van het seizoen kon rijden. Daardoor wil ik mezelf dit jaar bewijzen. Ik heb wat in te halen.” De rugklachten zijn groeipijnen en hadden te maken met zijn fikse groeispurt. Een fenomeen dat ons meteen doet denken aan Wout van Aert, die origineel een kleine, degelijke renner was, maar nog een stuk beter ging rijden na zijn groeischeut. Heel herkenbaar voor Simon: “Het koersen gaat veel beter en vlotter. Ik voel dat ik een stuk sterker ben tijdens de koers.”

Ik voel dat ik dit seizoen in koers een stuk sterker ben geworden

Nadat hij zolang stil lag, heeft Simon ongelofelijk veel zin om te trainen en koersen. Dat uit zich ook in zijn koersstijl. “Mijn uitslagen kunnen nog beter, vind ik. Op basis van het koersverloop had ik al een paar keer top tien verdiend, maar het werd top 20. Ik moet nog leren op welk moment ik moet aanvallen en ben te gretig.”

Simon komt uit voor CT Luc Wallays-Jonge Renners Roeselare, samen met onder meer Maxime Vinckier, een jong talent dat het erg goed doet. “Van ploegenspel is ook bij ons al een beetje sprake. Tijdens de koers gaan we niet tegen elkaar rijden en we zorgen ervoor dat de ploegmaat in het voordeel is als die voorop rijdt. We stoppen af.” Simons eerste koers dit jaar was het clubkampioenschap in Meulebeke: “Daar reed ik een halve ronde alleen voorop. Het was jammer dat ik geen groepje meekreeg. Toch ben ik blij dat ik in die wedstrijd alleen op kop heb gereden. Daar word je sterk van. Het eindigde op een groepsspurt, waar ik nog bij zat. De sprint is wel niet mijn sterkste vlak. Een slechte positionering zorgde ervoor dat ik niet voluit kon gaan.”

Van ploegenspel is ook bij ons al een beetje sprake. Tijdens de koers gaan we niet tegen elkaar rijden en we zorgen ervoor dat de ploegmaat in het voordeel is als die voorop rijdt. We stoppen af

In zijn tweede koers werd Simon 19de in het groepje na een renner die solo finishte: Alec Segaert uit Lendelede. “Hij is dit seizoen oppermachtig, als ik het zo mag zeggen. Hij rijdt het hele peloton kapot. Zelf bleef ik tijdens de koers in het peloton. Gelukkig was mijn sprint al wat beter dan in de eerste koers.” In Heestert finishte Simon dan weer op drie minuten van de winnaar. Door het ploegenspel moest hij namelijk afstoppen voor een ploegmaat die vanaf het begin van de koers op kop zat. “Daarna kwamen er aanvallen en was ik bijna mee, maar ik miste nog wat hardheid. Het was nipt.”

Elke week verlangen

Simon verlangt elke week opnieuw naar een nieuwe koers, zodat hij daarin nog betere resultaten kan behalen dan tijdens de vorige koers. In Ichtegem bleek er evenwel alweer niks te doen aan Alec Segaert. “Dat was mijn slechtste wedstrijd van het seizoen. In de eerste ronde waren er twee valpartijen, bij de tweede moest ik voet aan de grond zetten en lag mijn ketting eraf. Ik kreeg hem er niet meteen weer op en moest een inhaalrace beginnen. Van groepje naar groepje reed ik. Heel veel renners haalde ik in, maar het mocht niet baten. Het is geen koers om nog lang bij stil te staan”, zucht Simon ontgoocheld. Het mag duidelijk zijn uit de manier waarop hij spreekt: Simon houdt van aanvallend koersen en wil de koers maken en niet ondergaan. Hij kijkt daarbij vooral vooruit naar de Topcompetitie-wedstrijden en kampioenschappen.