Pieter Delannoy komt stilaan onder stoom

Pieter Delannoy hield een goed gevoel over aan het provinciaal kampioenschap in De Panne. (Foto Coghe) © Foto Coghe
Bram Vanlerberghe

“Ik ben al redelijk tevreden over mijn seizoen”, stelt de Lichterveldse nieuweling Pieter Delannoy. “In het begin van het seizoen ben ik altijd iets minder, maar rond deze periode word ik stapje na stapje beter.” De renner van CT Luc Wallays-Jonge Renners Roeselare heeft dus stilaan zijn beste vorm te pakken.

“Normaal gezien zouden dit mijn beste maanden moeten worden. Tijdens de wedstrijden voel ik dat mijn benen beter zijn. Ik kan beter reageren op aanvallen, terwijl ik dat in het begin van het seizoen net niet kon. Doordat ik intussen in mijn ritme ben, geraak ik ook beter op gang.” Op 19 mei werd Pieter nog 15de op 47 deelnemers in Merelbeke. “Dat was mijn beste resultaat tot nu toe, maar over mijn PK in De Panne kan ik ook zeker niet klagen, ook al was mijn uitslag toen niet heel goed (46ste op 63, red.). Vooral het gevoel dat ik overhield is de motivatie om net dat stapje verder te gaan.”

Tijdens de wedstrijden voel ik dat mijn benen beter zijn. Ik kan beter reageren op aanvallen, terwijl ik dat in het begin van het seizoen net niet kon

“Dit is intussen mijn vijfde seizoen”, vervolgt de renner bij CT Luc Wallays-Jonge Renners Roeselare. “De band tussen de renners van mijn lichting is redelijk sterk. Iedereen kent iedereen en we zien elkaar veel op wedstrijden. We hebben ook een groepje op Facebook met renners uit de regio. Op zondagavond wordt dan gevraagd wie pakweg op woensdag kan trainen. Dan spreken we een punt en uur van afspraak af om samen te vertrekken. Al rijd ik ook wel eens graag alleen. Dan heb je de rust. In groep rijdt de ene vlugger dan de ander, waardoor het tempo soms hoog ligt. Als je alleen rijdt, kan je je eigen tempo bepalen en kiezen langs waar je rijdt. De ene keer rijd ik naar Waregem, de andere keer richting Gullegem. Dat varieert al eens.”

Sprint verbeteren

“Welk type renner ik ben? Als ik zie dat er een paar goede renners proberen weg te rijden, zal ik proberen om mee te zijn. Dan zie ik wel of het al dan niet lukt. Mijn sprint? Die is al beter in vergelijking met bij de aspiranten. Ik durf me al meer mengen. Vroeger liet ik me in de laatste ronde soms wegdrummen, maar nu merk ik dat het al beter geworden is. Je moet ook deels durven vooraan te rijden in de laatste ronde, want soms gebeuren er wel eens ongelukken. Dit jaar kan ik niet zeggen dat ik gespaard gebleven ben, maar gelukkig heb ik nog nooit echt last gehad na een valpartij.”

“Uiteindelijk zal ik nog meer moeten groeien in mijn sprint om een goed resultaat te kunnen rijden”, besluit Pieter Delannoy. (BV)