Nummer 20 van de week: Andreas Deceuninck

Andres Deceuninck: “Bij de beloften start je sowieso weer vanaf nul.” © GINO COGHE Foto Coghe
Redactie KW

WestSprint is aan zijn twintigste editie toe en speciaal daarvoor hebben wij deze rubriek in het leven geroepen. Elke week gaan wij op zoek naar een West-Vlaming die ergens twintigste werd in de uitslag. De “nummer 20” van deze week: tweedejaarsjunior Andreas Deceuninck uit Moorsele, die zaterdag 20ste werd in Sint-Denijs.

Was je tevreden met je 20ste stek afgelopen zaterdag? Zie je dat als een soort ‘ijkpunt’: top 20 of niet?

Een mooie uitslag komt natuurlijk nooit ongelegen, maar ik wil me zeker niet blind staren op de uitslag. Top 20 vind ik zelf niet zo speciaal, top 10 bijvoorbeeld wel. Specifiek over zaterdag: nee, ik ben niet 100% content. Het was wel een opsteker na alle tegenslagen van dit jaar, maar ik was ook wat ‘pissed’. Zonder er al te veel woorden aan vuil te maken: een ploeg hoort samen te rijden in koers, en niet tegen elkaar te rijden. En dat was zaterdag toch wel een beetje het geval. Nog een geluk dat we met Tjorven Vercruysse toch nog de overwinning konden binnenhalen.

Wat was voor jou je mooiste prestatie van dit jaar en waarom?

Dat was de interclub in Ingelmunster. Niet omwille van een spectaculair resultaat, want een 50ste plaats is nu niet meteen een hoogvlieger, maar wel omdat ik echt nog een interclub wilde uitrijden na alle miserie van dit jaar. Corona, ontstoken knieën en een gescheurde milt vlak voor het seizoen waren de medische tegenslagen. Die laatste was overigens een heel bizarre: op training ging mijn ketting eraf, ik viel vol met mijn borstkas op mijn stuur en een rib raakte mijn milt. Ik was één maand volledig buiten strijd en heb dan amper vier weken kunnen trainen vooraleer het seizoen er was. Verbazend genoeg kon ik wel meteen uitrijden met relatief weinig voorbereiding. Als je dan weet dat ik ook nog drie fietskaders gebroken heb dit jaar, dan begrijp je dat ik nu genoeg tegenslag heb gehad voor de komende jaren.

Volgend jaar word je belofte, verwacht je problemen met de overstap?

Bij de beloften start je sowieso weer vanaf nul. Je mag nog honderd koersen gewonnen hebben, daar ben je weer ‘het groentje.’ Er wordt met een 11 gereden als grootste versnelling, de wedstrijden zijn een stuk langer en ze rijden, zeker in het begin van de koers, ongelooflijk rap. Dus ik ben wel voorbereid op wat teleurstellingen in het begin, maar naarmate het seizoen vordert zou er wel beterschap moeten zijn. Deze winter zal ik wel al van de beloften- en elitecategorie kunnen proeven op de piste, als alles doorgaat tenminste. Op de pistemeetings vlieg je meteen tussen de profs, dus dat zal wel een goede voorbereiding zijn als je het mij vraagt.