Milan Vanwildemeersch laat het kopje niet hangen

Milan Vanwildemeersch heeft het moeilijk om uit te rijden. "Misschien wordt het wachten op mijn groeispurt." (foto Gino Coghe) © Foto Coghe
Redactie KW

Het werd een druk paasweekend voor veel jonge wielrenners. Ook Milan Vanwildemeersch (14) profiteerde van zijn laatste vakantiedagen om nog wat extra koersen mee te pikken.

Zowel zaterdag (in Dadizele) als maandag (in Ledegem) ging de eerstejaarsnieuweling van start. Een topnotering kon hij dit seizoen evenwel nog niet laten optekenen, maar de renner uit Passendale geeft de moed niet op en hoopt om tegen de zomer vlot te kunnen uitrijden. Milan Vanwildemeersch moet dit jaar nog 15 worden, maar ondanks zijn jonge leeftijd heeft hij toch al aardig wat fietskilometers op de teller. Zes jaar geleden kreeg hij de smaak te pakken en reed hij als miniem zijn eerste wedstrijden. “Het is eigenlijk dankzij een kennis van de familie, Kenneth Vandaele, dat ik met koersen begonnen ben”, vertelt Milan. “Toen Kenneth nog nieuweling was, gingen we regelmatig naar zijn wedstrijden kijken en door hem bezig te zien, wou ik het ook eens proberen. Ondertussen ben ik zelf nieuweling en doe ik het nog altijd ontzettend graag.”

De overstap van aspiranten naar nieuwelingen is sowieso niet evident, maar ik denk vooral dat mijn kleine gestalte me parten speelt

Ook uit zijn trainingsarbeid kun je gemakkelijk afleiden dat Milan zijn sport met veel plezier blijft beoefenen. Milan traint zo’n vijf keer per week en trok afgelopen winter mee op stage met zijn ploeg Zannata-Galloo. “In de krokusvakantie zijn we een weekje naar Mojocar getrokken om ons klaar te stomen voor het voorjaar. Een toffe periode met de ploeg, maar we hebben er vooral hard getraind. Bijna dagelijks ritten van 100 kilometer. Ik heb er behoorlijk afgezien, maar je wordt daar wel sterker van.”

Kleine gestalte

Jammer genoeg vertaalde dat zich nog niet in opmerkelijke resultaten. De eerstejaarsnieuweling blijft het moeilijk hebben om zijn wedstrijden uit de rijden, maar laat zijn kopje niet hangen. Eens de zomer begint, hoopt hij om vlot te kunnen volgen met het peloton. “Ik heb het inderdaad niet gemakkelijk. De overstap van aspiranten naar nieuwelingen is sowieso niet evident, maar ik denk vooral dat mijn kleine gestalte me parten speelt. Vergeleken met enkele van mijn leeftijdsgenoten heb ik nog een serieuze groeimarge. Misschien wordt het wachten op mijn groeispurt, maar ik hoop wel om regelmatig mijn koersen te kunnen uitrijden eens het seizoen halfweg is. Dat zal dan waarschijnlijk eerder in de zwaardere wedstrijden moeten gebeuren. Als lichtgewicht moet ik bergop wel mijn mannetje kunnen staan”, besluit de leerling bouw aan het VTI van Roeselare. (Beau Vandevyvere)