Mauri Vansevenant: extra commentaar is overbodig

Mauri Vansevenant: beste jongere in de Ronde van Aosta. (Foto Coghe) © Foto Coghe
Tom Vandenbussche

Soms heb je renners van wie je weet dat ze sowieso prof zullen worden. Wel, dat gevoel hebben we bij ook bij Mauri Vansevenant. De 19-jarige Eernegemnaar, zoon van ex-prof Wim, kroonde zich dit jaar tot beste jongere in de Giro della Valle d’Aosta en stond in de Ronde van Lombardije voor beloften ei zo na op het podium. Zijn vijf momenten.

“Me vastpinnen op bepaalde resultaten doe ik ook in 2019 niet. Een tegenslag is vlug gebeurd”

Een interview met Mauri Vansevenant is altijd een belevenis. Een jaar geleden moest hij nog maandenlang revalideren na een zware smak in de Alpenklassieker voor juniores, maar ook toen bleef hij het leven door een roze bril bekijken. Dat is nog niet veranderd. Mauri studeert momenteel aan hogeschool Vives in Brugge, waar hij een bachelor elektromechanica volgt. En dat doet hij op zijn eigen manier: door dagelijks met de fiets naar de les te gaan. “Basistraining tijdens de wintermaanden, hé”, knipoogt de Eernegemnaar. “Het is 20 km heen en 20 km terug. Waar ik me omkleed? Niet nodig, ik rijd met mijn gewone fiets en in gewone kleren naar school. (grijnst) Dat ik af en toe verkleumd een les zal moeten zitten, moeten mijn medestudenten er maar bij nemen.”

1. Tour de la Mirabelle in de Vogezen

Mauri: “Een mooi rondje in Frankrijk (met onder meer een bergrit naar Gérardmer waar Pieter Weening ooit een Tourrit won, red.) waar we eind april enkele knappe uitslagen met de ploeg lieten optekenen. Beklimmingen van twee tot drie kilometer die me lagen… Zo’n beetje de streek net voor de Vogezen. Ja, dat was voor mij een mooie eerste ervaring met het klimwerk als belofte.”

2. Luik-Bastenaken-Luik

Mauri: “De week na de Tour de la Mirabelle reed ik mijn eerste grote klassieker bij de beloften. Met succes, want ik eindigde in een groep die voor ongeveer de tiende plaats spurtte. Zelf eindigde ik rond de 30ste plek. Of die hellingen in de Ardennen met 100 procent liggen? Dat denk ik niet. Momenteel moet ik het toch van iets langere beklimmingen hebben. Ik ben niet zo explosief. Ik weeg ook maar 60 kilogram. Die zwaardere mannen hebben meer power en kunnen die hellingen van twee kilometer ook aan.”

3. Giro della Valle d’Aosta-Mont Blanc

Mauri: “Hoe lichter, hoe beter, zegt men wel eens. En dat werd duidelijk in deze prachtige rittenkoers in de Italiaanse en Franse Alpen. Ja, voor mij was dit toch het hoogtepunt van mijn eerste jaar bij de beloften, met een mooie en internationale bezetting met nationale selecties.”

“Ik ben sterker uit de klimstages met de bond in de Vogezen gekomen”

“Ik eindigde een paar keer in de top tien, werd tiende in de eindstand en won de trui van beste jongere. Voor de Noor Andreas Leknessund en die kan toch een serieus stukje met de fiets rijden (als junior werd Leknessund in 2018 onder meer Europees kampioen tijdrijden, red.). Ja, ik kende hem al van vorig jaar toen ik in een rit in de Tour des Pays de Vaud net na hem als derde eindigde. Hij kende mij toen nog niet, denk ik. (lacht) Maar nu kent hij me wel, hoor. Nu ja, op een bepaald moment zijn het altijd dezelfde renners die je tegenkomt.”

“Natuurlijk had ik zo’n prestatie niet verwacht. Het was voor mij de allereerste keer dat ik als belofte in het hooggebergte mocht koersen. Er stond een zware bezetting aan de start. En in juni had ik nog examens afgelegd. Ik heb wel nooit volledig stil gelegen. Ik ben blijven fietsen en had na mijn laatste examen nog drie weken om de conditie op punt te zetten.”

“Welke beklimming me bijgebleven is? Toch wel de slotklim van de allerlaatste rit (naar Breuil-Cervinia, red.). Ja, ik weet dat de Giro daar dit jaar ook een aankomst had (daags na de indrukwekkende raid van Chris Froome, toen Tom Dumoulin hem nog enkele keren bestookte met een reeks demarrages, red.). Een klim van ruim 50 minuten was dat. Van het begin tot het einde zat ik in de kramp. (grijnst) Ik denk dat ze daar de kilometers met een elastiekje hebben uitgerekt. Maar het is allemaal goed uitgedraaid, want het is op die klim dat ik de jongerentrui van Leknessund heb kunnen overnemen, dus ja, ik houd er een heel mooie herinnering aan over.”

In de Giro reed de groep der favorieten, met onder meer Froome en Dumoulin, iets meer dan drie minuten sneller de klim naar Breuil-Cervinia omhoog dan Vansevenant. Dat leert Strava ons tenminste. Mauri moet even nadenken voor hij een antwoord daarop formuleert. “Aan de ene kant is dat nog zo slecht niet. Maar anderzijds: als je op een col drie minuten van iemand wegrijdt, heb je het wel heel goed gedaan, hé. We zien wel, ik laat het allemaal op me afkomen.”

4. Twee klimstages met de bond in de Vogezen

Mauri: “Ik ben in de zomermaanden twee keer met de Belgische wielerbond op stage kunnen meegaan, naar de Vogezen. Twee keer een verlengd weekend dat ik op pad was met bondscoach Kevin De Weert en bondstrainer Erwin Borgonjon. Een mooie ervaring. Ik denk dat ik er ook sterker ben uitgekomen. Ik moest eens niet in het vlakke West-Vlaanderen trainen en had er enkele heel goede trainingsgezellen aan mijn zijde. Er stonden ook enkele tests op het programma (onder meer de fameuze klim van de Ballon d’Alsace, red.) en die zijn goed verlopen. Welke tijd ik precies klokte, kan ik niet meteen zeggen. Maar het klopt dat Remco Evenepoel de tweede tijd neerzette en alleen Viktor Verschaeve beter deed.”

5. Piccolo Lombardia

Mauri: “Een pracht van een koers. Ik voelde de dag ervoor al dat ik heel goeie benen had. Door de regen hebben we losgereden op de rollen en dat voelde uitstekend aan. Ook de wedstrijd zelf verliep naar wens. Na de Madonna del Ghisallo bleven we met 40 man over. Daarna zijn we 15 renners uit die groep weggereden en op de laatste klim schoten we nog met tien man over. Met dat groepje zijn we naar de meet gereden. Onder de rode vod demarreerde ik nog. Ik kreeg Robert Stannard mee, de latere winnaar, maar hij wilde niet overnemen. We werden teruggegrepen, maar in de sprint kon ik toch nog naar een vijfde plaats rijden. (knipoogt) Ik ben normaal niet van de snelste, maar een sprint met klimmers is natuurlijk iets helemaal anders dan een normale sprint.”

“WestSprint? Je mag me vooraan verwachten”

Wordt vervolgd…

Rest ons de vraag: wat nu? Het mag duidelijk zijn dat we van deze Vansevenant, die ook in 2019 voor het EFC-L&R-Vulsteke van Michel Pollentier, Wim Feys en Benny Engels zal uitkomen, nog lang niet het laatste gezien hebben. “Ik zal proberen om weer wat beter te worden, maar me vastpinnen op bepaalde resultaten doe ik niet. Een tegenslag is vlug gebeurd, weet ik intussen. WestSprint? (grijnst) Je mag me vooraan verwachten…”