Lennert Devisch: “Nu structuur in mijn trainingen”

Lennert Devisch. © Foto Coghe
Hans Fruyt
Hans Fruyt Medewerker KW

In de zomer van 2020 begon Lennert Devisch te koersen. Een rechtstreeks gevolg van de pandemie. Sinds dit jaar werkt de tweedejaarsjunior met een trainer. Hij volgt de schema’s van Daniel Moenaert.

Een vierde plaats in Hoeleden, een gemeente in Vlaams-Brabant, is tot nog toe het beste resultaat van Devisch. Hij heeft een liefje in de provincie Limburg. Vandaar dat hij wel eens in die contreien koerst. “Winnen zat er die dag niet in, één renner was voorop”, verduidelijkt hij. “Een podiumplaats had wel gekund. Voor mij is het seizoen traag op gang gekomen. Op 13 januari onderging ik een operatie aan de onderkaak. Na die ingreep mocht ik twee weken niet fietsen. De ploegstage in het Spaanse Calpe haalde ik. Daar raadde Koen Feys me aan met Daniel Moenaert als trainer te werken.”

Wat intussen gebeurd is. “Vorig jaar trainde ik een aantal uren en deed ik tijdens die training drie sprintjes, dat was het”, geeft Devisch toe. “Nu zit er structuur in mijn trainingen. Daar word ik beter van. De wedstrijden waarin ik vorig jaar met moeite het einde haalde, rijd ik nu makkelijk uit. Bovendien kan ik ook eens demarreren. Dat zat er vorig jaar helemaal niet in.”

Met Jonge Renners Roeselare mocht Devisch, laatstejaars ASO humane wetenschappen aan KTA Brugge, proeven van Luik-Bastenaken-Luik voor junioren. “Dat klimwerk ligt me wel”, gaat hij verder. “Die dag heb ik Bert Bolle bijgestaan. Hij sloot de interclub als negende af. Ik vermoed dat er de komende weken niet veel club- of UCI-koersen op mijn kalender zullen staan. In augustus doe ik een vakantiejob, daarna ga ik in de buurt van de Mont Ventoux op vakantie. Waar ik komend weekeinde koers, weet ik nog niet, dat moet ik nog eens bekijken. Dat ik straks sportmanagement studeer, ligt wel vast.”

(HF)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier