Ian Lewille mikt op bevestiging

Ian Lewille, hier aan de slag op het PK tijdrijden, koerst al van bij de miniemen. (foto Gino Coghe) © Foto Coghe
Redactie KW

Ian Lewille wordt de komende weken een man om in de gaten te houden. De eerstejaarsjunior verkeerde de afgelopen koersen in goede doen en hoopt die lijn nog even te kunnen doortrekken. Tot 12 juni, want dan verschuift de focus naar zijn examens en dat betekent een korte rustperiode. Maar daarna gaat hij er weer vol tegenaan. “Ik heb vorig jaar een enorme stap gezet.”

Ian Lewille koerst al van bij de miniemen, maar het is pas vorig jaar dat we de Kemmelnaar echt leerden kennen. Terwijl hij het voordien nog lastig had om zijn koersen uit te rijden, behaalde hij in 2018 een rits toptiennoteringen, stond hij drie keer op het podium en strandde hij finaal op een 16de plaats in de eindklassering van Westsprint. Een opmerkelijke vooruitgang van de 16-jarige wielrenner. “Het klopt inderdaad dat ik in het tussenseizoen van eerste- naar tweedejaarsnieuweling een enorme stap heb gezet”, knikt Ian. “Grotendeels dankzij de begeleiding van de sportschool in Meulebeke, het VILO. Daar zit ik op internaat en volg ik de optie wielrennen. Er komen ook nog andere sporten aan bod: atletiek, gymnastiek, zwemmen, balsporten, basis LO en ritmiek…. Al is dat laatste minder mijn ding. (lacht) Maar de focus ligt wel op de koers.”

In de examens zal ik niet veel kunnen trainen. Gelukkig duren ze niet lang en volgt er daarna een lange zomer

“In de winter doen we vooral krachttraining op de rollen en trekken we er de woensdag op uit voor een ritje met de mountainbike. Aangevuld met enkele sessies stabiliteitstraining. Ook vanuit de ploeg kreeg ik een reeks oefeningen voorgeschoteld, die ik nauwgezet probeerde op te volgen. En nu het seizoen begonnen is, wordt er vooral op de weg getraind. Zeker drie keer per week, met op woensdag een duurtraining richting Vlaamse Ardennen. We zijn met vijf renners en één leerkracht en op de bergjes mag eens stevig worden doorgetrokken. Nadien doe ik er steevast nog een uurtje bij, zodat ik zeker aan 100 km uitkom. Ik denk dat dat de grootste verklaring is voor de progressie die ik ondertussen heb geboekt.”

Nog iets scherper

En ook de overstap naar de juniores heeft Lewille vlot verteerd. Op het clubkampioenschap van Meulebe pakte hij meteen de zevende plaats. Daarna ging het iets minder, maar vooral de laatste weken gaan de prestaties weer in stijgende lijn. “Over het algemeen ben ik tevreden over mijn seizoen tot nu toe”, knikt de hardrijder van het CT Luc Wallays-Jonge Renners Roeselare. “Al kon het altijd beter. Ik vond van mezelf dat ik niet echt scherp uit de winter ben gekomen, maar ondertussen ben ik een tikkeltje lichter en merk ik dat de conditie steeds beter wordt.”

“In de Ster van Zuid-Limburg (midden april, red.) had ik al een goed gevoel, maar kwam ik ten val in de laatste rit. Sindsdien bleven de prestaties vrij constant. Ik werd 13de in Sint-Joris, 30ste in een manche van de Beker van België en ook op het PK was ik in orde. Ik reed in mijn ééntje naar de kopgroep van tien man. Helaas kreeg ik een ronde later af te rekenen met kettingproblemen en moest ik erg lang wachten op de volgwagen. Uiteindelijk kon ik weer aansluiten bij het peloton en spurtte ik naar de 31ste plaats. Jammer van die pech, want er zat zeker meer in. Hopelijk kan ik mijn goede benen de komende weken nog eens verzilveren. Ik zou graag nog eens top 10 rijden. Als alles mee zit, moet dat mogelijk zijn.”

Korte rustperiode

Hoe zijn programma er precies zal uitzien, weet Lewille nog niet. Het enige dat momenteel vast staat, zijn de examens die beginnen op 12 juni. “Dat betekent dat ik zo goed als niet zal kunnen trainen. Misschien dat ik tussen het studeren door eens wat stabiliteitsoefeningen kan doen of in het weekend een rustig ritje kan inlassen…. Maar gelukkig duren de examens niet lang en volgt er daarna een mooie zomer!”