Braet, Saver en Vanoverberghe nieuwe West-Vlaamse gezichten bij EFC-L&R-Vulsteke

Vito Braet, Kasper Saver en Jens Vanoverberghe maken eind februari hun debuut voor EFC-L&R-Vulsteke. (foto Bart) © VDB
Redactie KW

Op fietsbeurs Velofollies vond afgelopen weekend de ploegvoorstelling van EFC-L&R-Vulsteke plaats, de sterke belofteploeg waarbij onder meer Yves Lampaert zijn eerste stapjes richting het profpeloton zette. Drie West-Vlaamse wielertalenten werden op het podium als nieuw aangekondigd: Kasper Saver, Jens Vanoverberghe en Vito Braet.

De vriendelijke maar ambitieuze Kasper Saver uit Outrijve is eerstejaarsbelofte en komt over van Meubelen Gaverzicht-Glascentra-CT. Kasper reed afgelopen seizoen als hardrijder vier keer solo naar de zege en wist zich ook in grote koersen te handhaven. Jens Vanoverberghe uit Moen versloeg enkele maanden terug Jasper Philipsen en Roy Jans in de spurt in de profkoers in Tienen en maakt als tweedejaarsbelofte de overstap van de opleidingsploeg van Sunweb. De uiterst talentvolle Vito Braet komt over van Forte Young Cycling Team. Braet won als tweedejaarsjunior dertien koersen en was een vaste waarde in de nationale ploeg van Carlo Bomans.

Waarom kozen jullie voor EFC-L&R-Vuylsteke?

Kasper: “Het is een goeie ploeg met een mooi programma. Op de koop toe is de thuisbasis van het team dicht bij mijn huis gelegen. De eerste ploegtraining was zeven kilometer van mijn eigen voordeur, makkelijker wordt het niet.”

Jens: “EFC rijdt veel Franse rittenkoersen. Die moeten iemand met mijn lichaamsbouw wel liggen. Bij mijn hoofddoelen horen de Triptyque des Monts et Châteaux en Parijs-Roubaix voor beloften.”

Vito: “De omkadering is top en ook ik woon dichtbij.”

Een vaststelling: In het verleden wonnen jullie al zowel solo als in de sprint. Wat is het leukste: blijven zitten in het peloton of voorop rijden?

Kasper: “Het is niet leuk om met goeie benen te moeten wachten. Als je solo aankomt, kan je het applaus goed in je opnemen.”

Jens: “Bij een sprint is de ontlading nog groter. Wegrijden is mooier voor de foto. Dan heb je ook de tijd om te beslissen welk gebaar je wil maken, maar winnen in de sprint is altijd iets onverwachts.”

Godganse dagen trainen om 120ste te worden en een ander te laten winnen, blijft niet motiveren

Vito: “Ik vind het gevoel bij een gewonnen sprint leuker. Bij een solo zie je het al aankomen dat je gaat winnen. Wel krijg je veel respect, want je was de sterkste man in koers.”

Jens, je maakt de overstap van Sunweb Development, de ploeg van onder meer de Zwitserse wereldkampioen Marc Hirschi. De profploeg wordt wel eens verweten te planmatig te werk te gaan en niet flexibel te zijn. Is dat ook zo bij de beloften?

Jens: “Toch wel. In december 2017 was de jaarplanning al een feit, inclusief de tactiek voor elke afzonderlijke koers. Ik wist toen al op hoeveel km van de meet ik in Paris-Roubaix de kopmannen zou moeten afleveren. Op het einde van het seizoen speelden mijn eigen ambities weer op. Godganse dagen trainen om 120ste te worden en een ander te laten winnen, blijft niet motiveren.”

Je weet op dat moment ook nog niet of je wel prof wordt.

Jens: “Daarom vooral. Ik had die garantie nog niet. En om prof te worden, heb je uitslagen nodig.”

Vito, jij nam in stijl afscheid van de juniorescategorie. Winst in de Keizer der Juniores, de Johan Museeuw Classic en nog elf andere koersen. Je werd ook tweede op het BK, vierde in de Ronde van Vlaanderen en vijfde in de Guido Reybrouck Classic.

Vito: “Ik ben heel tevreden over 2018. Tijdens die Ronde Van Vlaanderen viel ik op een kasseiweg. Ik brak er mijn pols. Met die pijnlijke pols wilde ik niet sprinten, maar moest ik per se wegrijden. Zo is het gelukt om nog vierde te worden.”

En op het BK werd je tweede na Remco Evenepoel.

Vito: “De week voordien lag ik met Remco op de kamer, toen we beiden voor de nationale ploeg uitkwamen. Hij vertelde me zijn tactiek voor het BK: vanaf de eerste ronde op de helling heel hard doorrijden. Omdat ik op de hoogte was van zijn plan, zat ik in zijn wiel en was ik mee met de eerste groep achter Remco. Samen met een andere renner (Joren Thys, red.) ben ik op drie ronden van het einde weggereden.”

Wat is jullie beste herinnering aan een dag op de fiets?

Kasper: “Bij de nieuwelingen kende ik eens superbenen. Bij de start reed ik weg en had ik de hele koers een redelijk kleine voorsprong. Ze pakten me terug, maar daarna kon ik opnieuw wegrijden en uiteindelijk solo aankomen. Die dag had ik écht superbenen.”

Jens: “Paris-Roubaix bij de beloften in 2018. Bij de juniores had ik die klassieker nog niet mogen rijden. Al die mensen die langs de kant van de weg ons toeschreeuwden en vlaggen zwaaiden, de pijn aan je handen, het stof…”

Vito: “Toch het BK van vorig jaar. Ik was er eigenlijk enkel omdat ik moest starten, want het was een parcours met heel wat hoogtemeters en toch werd ik tweede. Dat was belangrijker dan al mijn overwinningen in 2018, misschien ook wel omdat ik naast Remco op het podium kon staan.”

Kasper, de #10YearsChallenge is populair op Instagram. Was de fiets bij jou als achtjarige al in beeld?

Kasper: “Het fietsen zat er toen al in, want ik ging af en toe met mijn vader fietsen. Toen we thuiskwamen, was het sprinten tot aan de oprit. Toen kon ik al serieus vies uit de hoek komen als ik niet won. Toen ik vijf, zes jaar was, begon dat al. Toen moet hij me meerdere keren hebben laten winnen, want als ik niet won, kwam ik ongelukkig thuis.”