Benny Engels & Kenny Desaever, ploegleiders bij EFC-L&R-Vulsteke: “Renners met elkaar en niet tegen elkaar doen rijden”

Ploegleiders Benny Engels (links) en Kenny Desaever (rechts) staan sportief verantwoordelijke Wim Feys met raad en daad bij. (foto Bart) © VDB
Redactie KW

Als in de media over EFC-L&R-Vulsteke wordt bericht, zijn het telkens ploegverantwoordelijke Michel Pollentier en sportief verantwoordelijke Wim Feys die geciteerd worden. Zij zijn echter niet de enige stuwende krachten in het sportieve luik bij het West-Vlaamse belofteteam, want ook ploegleiders Benny Engels en Kenny Desaever spelen een cruciale rol.

Kenny had namelijk ook al wat ervaring. Sinds zijn 22 was hij al ploegleider. Eerst bij de aspiranten, daarna bij de juniores van Avia, waar hij onder meer Tiesj Benoot onder zijn hoede mocht nemen. Samen met Benny en Wim vormt hij nu een hecht trio waar de beloftevolle jongeren van EFC zich aan kunnen optrekken. Alle drie hebben ze dezelfde visie: jonge gasten opleiden en niet uitmelken. Jaar na jaar komt EFC-L&R-Vulsteke dichter in de buurt van de prestaties van Lotto-Soudal U23, ondanks een kleiner budget. Zo won de ploeg in 2018 niet minder dan 37 koersen.

Hoe zijn jullie bij EFC-L&R-Vulsteke terechtgekomen?

Benny: “Toen Beveren 2000 stopte, ben ik meegekomen met Wim (Feys, red.). Dat was in 2011. Daarna hebben we meteen onze beste jaren gekend, met onder meer Yves Lampaert.”

Ik wil dat de renners met elkaar en niet tegen elkaar rijden. Wishful thinking, maar je moet daar blijven naar streven

Kenny: “Ik was tien jaar ploegleider bij de junioresploeg van Avia. Na verloop van tijd had ik zin om de stap te zetten naar een categorie hoger. In 2016 werd het wedstrijdprogramma van EFC uitgebreid en was er een extra ploegleider nodig. Ik sprak er eens over met Michel Pollentier (ploegverantwoordelijke van EFC die zelf nog de Ronde van Italië en Ronde van Vlaanderen won, red.) en vanaf dan is het vlug gegaan.”

Wat willen jullie dit jaar zien van je renners?

Benny: “Ik zou ze het liefst overal zien meestrijden voor de overwinning, maar dat ze met elkaar en niet tegen elkaar rijden. Dat is altijd wishful thinking, toch moet je daar blijven naar streven. Als je prof wilt worden, moet je winnen, dat is de harde realiteit.”

De profdroom is bij elke renner groot. Is het moeilijk om hen allemaal te laten verzoenen met de ploegtactiek?

Benny: “Het is soms moeilijk hen te doen luisteren. Ze hebben stuk voor stuk supporters die als doel hebben dat hun renner prof wordt. Daar kan je naartoe werken, maar dat lukt niet altijd. De ene is tijdens de koers al beter in het gareel te houden dan de andere.”

Kenny: “Het is bij nieuwelingen en juniores makkelijker om hend voor elkaar te laten werken, omdat renners op die leeftijd nog geen profambitie hebben.”

Zijn er renners die van mentaliteit moesten veranderen, eens ze jullie team verlieten en naar het profpeloton doorstootten?

Benny: “Julien Vermote dacht van zichzelf dat hij kopman zou zijn, maar hij heeft zijn mentaliteit daarna aangepast. Het was een heel goeie zet om het destijds als knecht te doen bij Quick-Step. Nu probeert hij het als kopman van Dimension Data, maar ik zie hem later nog terugkeren naar zijn oude stal.”

Wat kenmerkt EFC-L&R-Vulsteke voor jullie?

Kenny: “Wij zorgen ervoor dat iedereen kansen krijgt.

Bij de nieuwelingen en juniores is dat veel makkelijker. Renners hebben op die leeftijd nog geen profambities

Benny: “EFC is een ploeg die met een beperkt budget op een eerlijke manier kansen geeft aan jonge renners. Michel Pollentier en Kurt Debouck (zaakvoerder van EFC, red.) maken dat mogelijk.”

Kenny, jij hebt dit jaar naast het lesgeven, EFC-L&R-Vulsteke en je gezinsleven nog een grote uitdaging.

Kenny: “Eind juni start ik mijn Ronde van Frankrijk van 1979. De volledige Tourritten van die editie rijd ik ter ere van mijn vader en ten voordele van het Kinderkankerfonds.”

Benny Engels & Kenny Desaever, ploegleiders bij EFC-L&R-Vulsteke:
© VDB

Waarom dat goed doel?

Kenny: “Mijn vader is een paar jaar geleden overleden aan kanker. Ook mijn dochter is zwaar ziek geweest. Ze lag een maand in het UZ Gent. Daar heb ik veel kinderen gezien met kanker en dat heeft me erg aangegrepen.”

Waarom precies rijd je die specifieke ronde?

Kenny: “Mijn vader reed twee keer de Tour, maar haalde nooit de finish. Daardoor vond hij zichzelf niet geslaagd als renner. Tijdens zijn tweede deelname werd hij tijdens een bergrit ziek. Vanaf de eerste col moest hij lossen en op de tweede col was hij ver achter en moest hij overgeven. Hij stopte om over te geven en voelde zich opgelucht door te braken. Maar zijn nummer was afgenomen, dus mocht hij niet verder. Ik wil zijn Ronde van Frankrijk afmaken, van begin tot einde.”

Wat zijn jullie beste herinneringen als ploegleider?

Benny: “Zonder twijfel het superjaar van 2012 met Yves Lampaert. De helft van de koersen die we reden, wonnen we dat seizoen.”

Kenny: “Bij Team Avia was 2012 een wonderjaar, dankzij onder meer Tiesj Benoot en Piotr Havik. Na elke gewonnen koers was er champagne. (grijnst) En dat in tegenstelling tot bij Benny.”

Jullie maakten ongetwijfeld ook mindere momenten mee.

Benny: “Het overlijden van Bjarne Vanacker. Als ploeg is zoiets het ergste wat je kan meemaken. Op zes november 2016 overleed Bjarne als 20-jarige in zijn slaap. Zoiets is tegen de natuur, dat verwacht je nooit.”

Kenny: “Dat hakt erin en daar blijf je mee bezig. We blijven Bjarne dan ook herdenken. Bij iedere post op Twitter of Facebook gebruiken we #FightForBjarne..”

Wim Feys (sportief verantwoordelijke): “Benny is rustig én toch erg temperamentvol, Kenny kan goed omgaan met de jeugd”

“Ik werk al elf jaar met Benny samen”, geeft Wim Feys aan. “Dat gaat heel vlot, want we delen dezelfde visie. Hij is een rustige man, maar tijdens de koers wordt hij erg temperamentvol. We hebben ongeveer dezelfde leeftijd en zien EFC allebei als een hobby, dat houdt het leuk. Kenny is dan weer een stukje jonger dan Benny en mij. In 2016 kwam hij bij de ploeg, en het was meteen duidelijk dat hij gedreven is door de wielersport. Zijn sterkte is dat hij erg goed kan omgaan met de jeugd. In de auto is hij een bron van rust, erg aangenaam.”