Benno Ceenaeme kijkt uit naar het veldritseizoen

Benno Ceenaeme: "Ik kom snelheid te kort." (foto Gino Coghe) © Foto Coghe
Redactie KW

Voor Benno Ceenaeme verloopt 2019 eerder moeizaam. Uitrijden blijkt een opgave, al zit er wel nog altijd verbetering in. Daarnaast maakt de jonge Deerlijknaar er zich ook niet zoveel zorgen om, want hij focust eerder op het veldrijden, dat weldra weer van start gaat.

“Ik kan inderdaad niet zeggen dat het vlot verloopt. Uitrijden gaat moeilijk. Het blijft elke wedstrijd een uitdaging. Maar ik blijf wel progressie maken. Ik werk intussen ook met een trainer en dat werpt toch wel vruchten af. Volgens mij kom ik voor het ogenblik vooral snelheid te kort, maar daar kan aan gewerkt worden. In vergelijking met mijn vorige seizoenen – de renner van Gaverzicht-Be Okay is bezig aan zijn derde jaar als renner – word ik ook almaar beter. Bij de aspiranten eindigde ik vaak bij de laatsten, nu is dat toch al wat beter.” Afgelopen weekend finishte Benno als 36ste in Vichte, waar hij een tiental renners achter zich wist te laten. Op het provinciaal kampioenschap op de weg in de Panne, begin mei, werd hij verdienstelijk 40ste op zo’n 60 deelnemers.

Ik ben tweedejaars in het veld. Dat zou toch iets van verschil moeten maken

Voor de eerstejaarsnieuweling is het wegseizoen echter van minder belang. Zijn focus ligt eerder op het veldrijden. De wegwedstrijden zijn louter als voorbereiding bedoeld. “Op 8 september rijd ik mijn eerste cross van het seizoen in Eeklo. Ik heb daar nog nooit gereden, maar enkele dagen daarvoor ga ik op het parcours trainen met mijn trainer Rudi Van de Sompel. Het voornaamste doel wordt uitrijden. Dat geldt niet alleen voor Eeklo, maar eigenlijk voor het hele seizoen. Als dat lukt, zal ik natuurlijk proberen zoveel mogelijk op te schuiven. Ik word tweedejaarsnieuweling in het veldrijden. Dat zou toch wel iets van verschil moeten maken”, aldus de leerling sociale en technische wetenschappen aan het Rhizo College Zwevegem.

Drie jaar coureur

Benno begon drie jaar geleden met wielrennen. “Ikzelf keek al veel naar het veldrijden op tv, mijn opa was een echte wielerfanaat en ik had van hem een koersfiets gekregen. Toen ik daarmee eens in De Gavers was gaan rondrijden – op racebandjes – was ik verkocht. Ik kwam thuis en zei: ik wil koersen. Ik stopte met voetbal en schreef me in bij Gaverzicht. Mijn beste wedstrijd tot nu toe was het West-Vlaams kampioenschap bij de 13-jarige aspiranten. Ik was iets achterop geraakt, maar door een valpartij in het peloton kon ik weer komen aansluiten en mijn wedstrijd uitrijden.” (RRK)