Alec Segaert: “Ik speel mee in alle koersen die ik rij”

© VDB
Tom Vandenbussche

Alec Segaert (19) heeft zijn debuut bij de beloften niet gemist. De tweevoudige winnaar van WestSprint, vorig jaar als junior goed voor EK-goud en WK-brons in het tijdrijden, werd vierde in de Triptyque des Monts et Châteaux en kroonde zich tot West-Vlaams kampioen tegen de klok. Zondag kan de Lendeledenaar in Gavere ook Belgisch kampioen in het tijdrijden worden. “Ik heb vertrouwen in mezelf.”

Een WhatsApp-videogesprek, het is tegenwoordig een trend. Voor Alec Segaert is het zijn eerste interview ooit op deze manier, tussen enkele lessen en zijn dagelijkse trainingen door. Onbekend voelt het voor de jonge Lendeledenaar echter niet aan. “Ik ben dat sinds het begin van de coronacrisis al gewoon vanop school”, legt Segaert uit. “Dat was geen slechte zaak voor mij, want dankzij die online lessen kon ik tijdens de middagpauze een uur gaan lopen. Nu, aan de universiteit (Segaert zit in zijn eerste jaar burgerlijk ingenieur in Leuven, red.), is dat niet anders. Alle lessen worden op video opgenomen. Ideaal voor mij. Dan kan ik kiezen wanneer ik train en wanneer ik de lessen bekijk. De voorbije weken was ik vaak thuis in Lendelede om de parcours van enkele wedstrijden te verkennen en toch miste ik geen enkele les. Voor een topsporter is dat ideaal.”

Ik vernam dat je examens in januari een succes waren. Proficiat!

Segaert: (knikt) “Ik heb vier van de vijf vakken opgenomen. De vier zwaarste. Ik wilde zo snel mogelijk weten of ik dit aankan, want als je het eerste jaar overleeft, zit het goed. Mijn laagste cijfer was een 13, met daarnaast twee keer een 14 en een 15. De combinatie met mijn trainingen is goed verlopen. Zelfs tijdens de blok ben ik vlot kunnen blijven trainen. In het tweede semester neem ik wel minder studiepunten op. De helft. Ik merk dat de combinatie nu wat moeilijker is dan in de winter. Van 27 mei tot 19 juni zit ik met de ploeg in Italië om vijf eendagskoersen en de Baby Giro te rijden. Op 24 en 28 juni heb ik een examen en mijn derde examen zal ik naar begin augustus verplaatsen. Het wordt zaak om de komende maand al zoveel mogelijk te doen, want in Italië zal er van studeren niet zo heel veel meer in huis komen, vrees ik.”

Je sprak zonet over enkele parcoursverkenningen. Heb je ook dat van het komende BK tijdrijden in Gavere verkend?

Segaert: (knikt) “Het is een streek waar ik nochtans niet vaak kom. Maar twee weken geleden ben ik er toch eens gepasseerd, met de gewone fiets. Het is een mooi parcours, een BK waardig. Het gaat voortdurend op en neer en de slotkilometer op de weg van Dikkelvenne naar Gavere loopt zelfs serieus omhoog. Bovendien leek het vooraf op de kaart een parcours met veel draaien en keren, maar er zijn veel bochten waarin je niet moet afremmen. Ook een goede zaak voor mij.”

Je werd als tweedejaarsnieuweling in 2018 al Belgisch kampioen tijdrijden in Vresse-sur-Semois. Hoe groot is de kans op een nieuwe driekleur?

Segaert: “Ik heb vertrouwen in mezelf. Het gevoel is uitstekend sinds het begin van het seizoen en de drie tijdritten die ik tot nu toe reed, waren heel goed. In de Triptyque des Monts et Châteaux werd ik tweede op twee seconden van de Italiaan Milesi, die een jaar ouder is dan ik. Op het EK bij de junioren in Plouay in 2020 eindigde ik nog meer dan een minuut achter hem. Ik heb dus een stap gezet, zeker nu ik bij de beloften met een groter verzet mag rijden. Op het PK in Ruddervoorde haalde ik een cadans van 91 omwentelingen per minuut. In Trento, waar ik vorig jaar Europees kampioen werd, was dat nog 108. Een groot verschil. Op het einde van een tijdrit kan ik nu hogere wattages blijven halen, merk ik. Ik verwacht dat ploegmaat Lennert Van Eetvelt, die volgend jaar prof wordt bij Lotto-Soudal, en Jonathan Vervenne, die net als ik voor burgerlijk ingenieur studeert, op dit BK mijn grootste concurrenten worden.”

Wie er in Gavere niet bij zal zijn, is Cian Uijtdebroeks. Jouw leeftijdsgenoot maakte meteen de overstap naar de profs. Twee weken geleden reed hij nog de Amstel Gold Race, vorige week werd hij 16de in de sterk bezette Tour of the Alps.

Segaert: “Ik volg op de voet wat mijn leeftijdsgenoten bij de profs aan het doen zijn en stel vast dat ze meteen goed kunnen volgen. Arnaud De Lie is een jaar ouder dan ik en wint koersen. Magnus Sheffield won op indrukwekkende wijze de Brabantse Pijl. Ik ben eens op zoek gegaan en kwam tot de vaststelling dat ik in Kachtem, in één van mijn eerste koersen als eerstejaarsnieuweling, ooit met hem in de aanval heb gereden. Hij won en ik werd derde.”

Terwijl zij al het mooie weer bij de profs maken, koos jij er bewust voor om eerst als belofte door te groeien. Met succes trouwens. Hoeveel geef je jezelf op tien voor de eerste twee maanden van 2022?

Segaert: (denkt na) “Doe maar een negen. Het was net niet perfect. Ik had graag een koers extra gewonnen, want de kansen waren er. En na de tweede rit in de Triptyque was ik ontgoocheld dat ik de goede waaier miste en zo mijn podiumplaats verloor. Maar in alle koersen die ik reed, speelde ik meteen mee. Ik ben heel tevreden.”

De laatste jaren is het tijdrijden in België, met dank aan Victor Campenaerts, een stuk belangrijker geworden. Hoe intensief ben jij al met tijdrijden bezig?

Segaert: “Al redelijk intensief, omdat het vrij snel duidelijk was dat ik er goed in ben. Zeker vorig jaar zat ik veel op de tijdritfiets, in functie van het WK. Op training koppelden we toen een hoge cadans aan een hoog vermogen, omdat we wisten dat de wind van Knokke-Heist naar Brugge hard in de rug kon blazen. Het heeft gerendeerd. De voorbije winter zat ik minder vaak op de tijdritfiets, omdat ik de focus meer op duur legde en er bij de beloften op een grotere verzet en dus meer op de kracht wordt gereden. Met enkele specifieke trainingen in de laatste twee weken kan je dan eveneens een hoog niveau als tijdrijder halen. Ook op vlak van aerodynamica krijg ik bij Lotto-Soudal alle kansen. Ik trok al naar de windtunnel in Bike Valley Paal om verschillende helmen en posities uit te testen. En voor aanvang van de Triptyque vroeg de ploeg met welk voorwiel ik in de tijdrit wilde rijden: met een hoge velg of met drie spaken. Ik heb een berichtje naar Victor Campenaerts gestuurd om raad te vragen. Hij zei dat het voorwiel met de hoge velg het snelst is. (glimlacht) Ik heb naar hem geluisterd.”

Wat staat er na het BK op jouw planning?

Segaert: “Half mei rijd ik Parijs-Roubaix. Een groot doel. Daarna wacht de Baby Giro. Eind juli hoop ik geselecteerd te worden voor het EK in Anadia en dat geldt ook voor de Ronde van de Toekomst en WK in Australië. Dat zijn de grote doelen van 2022.”

Degene die jou al jaren helpt om jouw doelen te bereiken, is je broer Loïc. Hij is niet alleen jouw trainer, maar is intussen ook aan de slag als physical coach bij Sport Vlaanderen-Baloise.

Segaert: (knikt) “Hij begeleidt enkele jongens binnen die ploeg en zat tijdens de klassiekers ook al eens in de volgwagen. Hij amuseert zich en wil met zijn leven die richting uit. Als trainer bij een ploeg aan de slag gaan, dat is zijn ding. Ik kan me geen betere trainer indenken. Loïc maakt schema’s, maar zoekt voor elke koers ook alles uit: tactiek, tegenstand… Er zijn niet veel trainers die er zo hard mee bezig zijn. Neen, ik kan zeker niet klagen over hem.”

Tot slot: is er een Belgische renner met een nog enthousiastere supportersclub dan Alec Segaert?

Segaert: (grijnst) “Ik denk dat er bij de jeugd niet zoveel van dat kaliber zijn. Veel renners zeggen me: amai, zo’n bende. En dit jaar kwamen er nog meer leden bij. Naar de PK’s in Waregem en Ruddervoorde kwamen ze zelfs met een supportersbus, die Nik Messely van Argenta Lendelede van Alpecin-Fenix overkocht. Echt chic!”

Alec Segaert boekte dit seizoen al twee tijdritzeges. (foto Bart Vandenbroucke)
Alec Segaert boekte dit seizoen al twee tijdritzeges. (foto Bart Vandenbroucke) © VDB

“Quick-Step? Dat zien we later wel”

Alec Segaert maakte afgelopen winter de overstap naar de beloftenploeg van Lotto-Soudal. Daar wil de Lendeledenaar de volgende stap in zijn carrière zetten. Met prima uitslagen in de eerste twee maanden van 2022 zette hij zich meteen in de spotlights. “Als je goeie uitslagen rijdt, komt die interesse vanzelf”, beseft Segaert. “Maar voor mezelf heb ik nog niet uitgemaakt of ik volgend jaar belofte wil blijven of prof word. De komende maanden zullen dat wel uitwijzen, want uiteindelijk is het seizoen nog maar pas begonnen. De combinatie met mijn studies verloopt vlot. Ik word ondersteund door Sport Vlaanderen en kan mijn examens spreiden zoveel ik wil. Ik mag wel maximum 40 studiepunten per jaar opnemen en dus neem ik er dit jaar 40 op. Als ik prof word, zullen dat er minder zijn. Maar hoeveel zien we dan wel. Ik heb tijd. (grijnst) Tim Declercq deed zelfs 14 jaar over zijn studies.”

Als een jonge West-Vlaming goed presteert, wordt hij automatisch gelinkt aan Patrick Lefevere. Dat is nu niet anders. Naar verluidt zag de ceo van Quick-Step Alpha Vinyl Segaert liever zijn beloftendebuut bij het Home Solutions van Kevin Hulsmans maken. Segaert weet van de interesse. Na zijn Europese tijdrittitel bij de junioren in Trento ontving hij een sms van Lefevere met felicitaties en via mecanicien Kurt Roose mocht hij een tijdritfiets van Specialized gebruiken. “Maar Quick-Step heeft geen beloftenteam, dus had ik meteen prof moeten worden. Alleen wilde ik sowieso belofte blijven. De ploeg van Lefevere is natuurlijk wel een vaste waarde. Als Vlaams renner kijk je daar naar op. We zien later wel wat de beste optie voor mij zal zijn. Ik moet naar een ploeg gaan waar ik op mijn plaats zit en waar ik de koersen kan rijden die ik op dat moment het best zou rijden. Misschien is Quick-Step op dit moment nog niet de goede keuze.”