Lotte Kopecky valt net naast het podium in de wegrit, Oostenrijkse Kiesenhofer pakt goud

© (Foto BELGA)

Anna Kiesenhofer heeft zich zondag verrassend tot olympisch kampioene op de weg gekroond bij de vrouwen. De dertigjarige Oostenrijkse haalde het na 137 kilometer tussen de start in Musashinomori Park en de aankomst op het circuit van Fuji solo voor de Nederlandse Annemiek van Vleuten en de Italiaanse Elise Longo Borghini. Lotte Kopecky finishte als eerste Belgische op een ondankbare vierde plaats.

Kiesenhofer maakte deel uit van de vroege vlucht en reed vlak na de start al weg. Achterin misrekenden de Nederlandse favorietes zich en de vogel bleek al snel gaan vliegen.

Van Vleuten demarreerde op 53 km van de aankomst nog wel uit het peloton op zoek naar de vroege vlucht met naast Kiesenhofer ook de Poolse Plichta en de Israëlische Shapira. Ze raakte echter nooit in de buurt van de vluchters, die goed hadden ingedeeld, en werd ook weer ingelopen.

Kiesenhofer reed intussen op 35 km van de finish voorin alleen weg. Plichta en Shapira werden nog gegrepen, waardoor er wel nog gestreden kon worden voor zilver en brons. Van Vleuten en Longo Borghini reden in de finale weg en gristen de medailles weg voor de neus van Lotte Kopecky, die vierde werd.

Van Vleuten stak bij het overschrijden van de finish de handen in de lucht en dacht even goud op zak te hebben. Ze moest echter tevreden zijn met een tweede plaats.

Kiesenhofer is op de erelijst van de olympische wegrit de opvolger van de Nederlandse Anna van der Breggen.

Lotte Kopecky: “Eén foutje gemaakt”

“Ik denk dat ik vandaag maar één fout heb gemaakt: niet reageren op Longo Borghini. Dat ‘die ene’ (Kiesenhofer, red.) voorop blijft, daar kon ik niets aan veranderen. Ik denk dat ik binnen mijn mogelijkheden er alles aan gedaan heb om de boel toch een beetje in gang te steken. Als je met vier van een land mee bent, en je begint nog niet op kop te rijden, dan weet ik niet wat er in je hoofd speelt. Niet enkel Nederland. Na de beklimming zat Italië nog met drie, de VS met vier. Dan moet je gewoon vol beginnen te rijden. Je moet dan iemand kiezen en niet op vier paarden blijven gokken.”

Kiesenhofer is voor Kopecky geen onbekende: “Ze werd onderschat. Ik heb er een jaar of vier geleden samen mee gereden, bij Lotto Soudal (in 2017, red.), en ik volgde haar de afgelopen jaren ook wel een beetje. Als ik van iemand schrik had in die kopgroep, dan was zij het wel. Ze heeft dat goed bekeken. Niet veel mensen kennen haar, en als je dan tien minuten voorsprong krijgt, dan krijg je wel een ‘serieuze cadeau’.”

In de finale probeerde Kopecky een paar keer om weg te rijden uit de achtervolgende groep. “We kwamen met vier voorop na de afdaling. Ik zag Van Vleuten rijden en dacht: ‘Alleen gaat ze ook niet meer naar de kopgroep rijden’. Als we met een groepje konden wegrijden, dan was dat het ideale scenario. Maar dat ging niet door.” In de laatste hectometers probeerde Kopecky vanuit het eerste pelotonnetje nog de oversteek te maken naar de derde in de wedstrijd, Longo Borghini. “Maar ik bleef hangen. Bij de aanval zelf kwam ik misschien wel iets dichter, tot het moment dat je ‘à bloc’ zit.”

Kopecky krijgt later deze Olympische Spelen nieuwe kansen op olympisch eremetaal in de ploegkoers en het omnium, twee baanwielrenonderdelen. Toch vocht ze na haar vierde plaats in de wegrit tegen de tranen: “Ik kan niet ontkennen dat dit een enorme ontgoocheling is. Zeker de manier waarop. Ik denk wel dat ik dat podium verdiend had. Maar de conditie is er, en ik ga proberen zeker een plaats beter te doen op de piste.”