Hoe zou het nog zijn met Jan Denuwelaere, 10 jaar na zijn triomf in Essen? “Het waren moeilijke jaren, maar nu ben ik gelukkig”

Jan Denuwelaere (met achter hem zijn broer) installeert vandaag zonnepanelen. Rechts: het iconische beeld uit 2012, waarbij Zdenek Stybar hem in de dranghekkens duwt. © Joke Couvreur/Belga/Montage KW
Anton Peene Reporter

Bijna exact tien jaar geleden zegevierde Jan Denuwelaere tijdens de Bpost Bank-Trofee in Essen. Hij werd in de laatste rechte lijn de dranghekken ingejaagd door Zdenek Stybar met een valpartij tot gevolg. Stybar werd na de cross gedeklasseerd waardoor Denuwelaere zijn grootste overwinning uit zijn carrière boekte. Een carrière die niet altijd op wieltjes liep, een carrière met veel ups en downs. Een verklaring kwam pas enkele jaren later aan het licht: Jan lijdt aan een bipolaire stoornis en getuigt hier vandaag voor het eerst over.

22 december 2012 staat bij veel veldritliefhebbers nog in het geheugen gegrift. Het was de dag waarop Jan Denuwelaere de groten van toen verschalkte in de Essense modderpoel. In de thuishaven van Zdenek Stybar nota bene, de Tsjech die Jan Denuwelaere toen liet kennismaken met de dranghekken.

Stybar werd na de koers gedeklasseerd en Denuwelaere mocht de bloemen in ontvangst nemen, geflankeerd door Rob Peeters en Niels Albert op het podium. “Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer details er naar boven komen”, mijmert Jan Denuwelaere, die nu 34 jaar is. “Het was gek hoe vlot ik toen rondreed. Ik had een heel goed gevoel toen ik door de diepste modder reed en de absolute toppers het nakijken gaf. Ik dacht bij mezelf: hoe is dit in godsnaam mogelijk? Maar modder was nu eenmaal mijn specialiteit. Jammer genoeg waren zulke parcoursen op één hand te tellen. De cross in Dublin vorige zondag was ook op mijn lijf geschreven. Waren er in mijn tijd maar meer zulke crossen…”

Geen pannenkoeken

Essen was trouwens niet de enige overwinning voor Denuwelaere, maar het is wellicht wel de grootste. “Zeker qua niveau, als je er de top-10 bijneemt: Albert, Stybar, Nys, Vantornout, Pauwels, Wellens enzovoort. Dat waren geen pannenkoeken. Maar voor mij persoonlijk waren andere zeges even zot, zoals mijn eerste zege in Zonnebeke in mijn eerste veldritjaar. Totaal onverwacht! De sprint tegen Stybar in 2011 in Bredene was ook een straffe stoot.”

Toen ik op training vaak afdraaide, dachten velen dat ik geen karakter had. Maar niemand wist wat er toen in mijn hoofd omging

Maar hoe mooi en heldhaftig zijn zege in Essen ook was, het was niet evident om er een verlengstuk aan te breien. “In mijn drie profjaren reed ik heel mooie uitslagen maar een selectie voor de wereldbeker bleef altijd uit. Die selectie had ik heel hard nodig om niet op de vierde rij te moeten starten. Met de zege in Essen kon ik niet anders dan geselecteerd worden voor de manches in Namen en Heusden-Zolder van enkele dagen later, maar zelfs voor deze crossen werd ik niet opgeroepen. Het is gissen naar een reden: kwam het omdat ik pas later instapte na een carrière als motorcrosser en op die manier geen product was van de Belgische wielerbond? Speelden er andere zaken? Het voelde onrechtvaardig aan. Het was bovendien frustrerend dat ik telkens op de vierde of vijfde rij moest starten en zo al de helft van mijn energie kwijt was. Ook mentaal werd dit alsmaar moeilijker. Startte ik in Essen meer vooraan, dan was ik waarschijnlijk solo aangekomen. Nu reed ik al een koers in de koers om voorin te geraken.”

Mentaal op

Tien jaar na zijn zege kijkt hij met trots terug. “Twee jaar geleden heb ik voor het eerst de beelden herbekeken. Het was tijdens een moment waarbij ik in het uitslagenarchief dook en besefte dat ik het toch zo slecht niet deed.” Er volgden dat jaar nog toptienplaatsen in Loenhout, Otegem en Hoogstraten. Nog geen jaar later – op Allerheiligen 2013 – besliste Jan om zijn fiets plots aan de haak te hangen. Hij nam afscheid na de Koppenbergcross. “Het kwam misschien heel impulsief over, maar voor mij was het op”, zegt hij. “Kwam het door al die niet-selecties de voorbije jaren en de manier waarop ik behandeld werd aan de meet in Essen? Of had ik gewoon mijn doel bereikt met mijn overwinning in Essen? Het zal eerder de opeenstapeling van alles geweest zijn.”

Net voor de meet in Essen duwt Zdenek Stybar Jan Denuwelaere in de dranghekken.
Net voor de meet in Essen duwt Zdenek Stybar Jan Denuwelaere in de dranghekken. © DAVID STOCKMAN BELGA

Na iets meer dan tien maanden afwezigheid werd Jan opgevist als elite zonder contract door Vastgoedservice-Golden Palace. Daar werd hij ploegmaat van ene Wout van Aert. “Het jaar dat ik niet koerste, voelde niet als een groot gemis maar ik vond het in die tussenperiode ook moeilijk om iets anders te doen. Ik wilde toch ingaan op het aanbod want ik kon nu zonder druk fietsen en meer mijn goesting doen. Ik ging er uiteraard voor, maar die trainingsarbeid van tijdens de eerste periode herhalen, lukte niet meer. Er hing een heel andere sfeer: het was niet meer van moeten, maar van mogen. Het hoogtepunt uit het tweede deel van mijn carrière was ongetwijfeld de winst op het BK bij de elite zonder contract in Erpe-Mere. Ook in Loenhout reed ik een mooie vijfde plaats.”

In februari 2017 stopte Jan definitief. In zijn laatste jaar sprokkelde hij nog enkele ereplaatsen in kleinere buitenlandse crossen en een negende stek in Zonnebeke. “Afsluiten deed ik letterlijk met een hoogtepunt”, lacht Jan. “Toen gingen we in Waregem springen over een balk van 80 centimeter. Zulke dingen vond ik echt fijn: veel adrenaline, technisch vernuft en spektakel.”

Bipolaire stoornis

Vandaag leidt Jan een nieuw leven in Deerlijk, nadat hij opgroeide in Woesten. “Ik heb een hobbelig levensverhaal. Na m’n profcarrière is het niet makkelijk geweest. Toen ik stopte, vroegen veel mensen wat er scheelde. Door mijn impulsief karakter kende ik doorheen mijn carrière al veel ups en downs. Uiteindelijk kwam de diagnose aan het licht dat ik aan een bipolaire stoornis lijd. De ene periode voel ik me super en de periode erna voel ik me heel slecht. Ik bouw iets op en gooi het daarna weer weg. Het is heel lang heel moeilijk geweest, zowel in de sport als op privévlak.”

Jan Denuwelaere kroop letterlijk over de meet.
Jan Denuwelaere kroop letterlijk over de meet. © BELGA

“Toen ik op trainingskamp bij Vastgoedservice-Golden Palace vaak afdraaide, dachten velen dat ik geen karakter had. Maar niemand wist toen wat er in mijn hoofd omging. Ik heb dit nooit eerder verteld aan iemand, omdat ik ook niet wist wat er aan de hand was. In die tijd deed ik gewoon mijn goesting. Er is veel kapotgegaan door mijn stoornis, maar op dit moment ben ik gelukkig. Ik heb met mijn vrouw Marlies Christiaens en mijn kinderen Beau en Manon drie fantastische oogappels die mijn leven mooi maken en mijn zorgen doen vergeten. Ik kan makkelijk praten over mijn problemen met de mensen dicht bij mij. Opkroppen heeft geen nut en het is heel belangrijk om je goed te laten omringen. Ik heb geleerd om te leren leven met mijn stoornis, maar toch blijft het altijd zoeken. Momenteel ben ik al veel stabieler geworden.”

Ik zal Stybar straks, tien jaar na de feiten, misschien nog een bericht sturen: I still know what you did

Reddingsboei

Die stoornis zorgde ook voor een moeilijke zoektocht naar een vaste job. “Ik heb jaren van alles uitgeprobeerd als zelfstandige, maar ik vond mijn draai niet. Tot op een dag mijn broer Tom (37) – die net als mijn andere broer Bram (39) ook nog even gecrost heeft vroeg of ik niet bij hem kwam werken. Hij heeft een bedrijf dat gespecialiseerd is in zonnepanelen: Solarnation in Hertsberge. Ik installeer er de omvormers om de zonnepanelen op aan te sluiten. Het bedrijf is vooral actief in West- en Oost-Vlaanderen maar we zitten soms ook in Antwerpen of Brussel. Ik heb een bachelordiploma elektromechanica en deze job sluit daarbij aan. Voor een baas werken, zou moeilijk zijn voor mij. Mijn broer kent me door en door en hij kan me met de juiste aanpak benaderen.”

Jan Denuwelaere op het podium in Essen in 2012, geflankeerd door Rob Peeters en Niels Albert.
Jan Denuwelaere op het podium in Essen in 2012, geflankeerd door Rob Peeters en Niels Albert. © DAVID STOCKMAN BELGA

Bijna zes jaar na zijn laatste cross zit Jan nauwelijks nog op zijn crossfiets en leidt hij een heel ander leven. Ondanks het weinige sporten, ziet Jan er nog steeds heel scherp uit. “Ik heb een heel goed metabolisme want van mijn levensstijl zal het niet komen. Het is vooral sinds mijn verhuis naar Deerlijk dat ik nog maar weinig gefietst heb. Ik deed voorheen vooral nog downhill. Het is wel jammer dat ik zo weinig fiets, want afdalen met de mountainbike is heel rustgevend en echt mijn ding. Maar het is bijna Nieuwjaar, misschien moet ik voor een keer goeie voornemens maken? Ik geef in mijn vrije tijd nog techniektraining aan enkele jonge renners. Een van hen is Instagram-fenomeen Matteo Declercq uit Kruishoutem.”

Geen contact meer

Afgelopen weekend stond Essen weer op de kalender. Met Gerben Kuypers won opnieuw een provinciegenoot. “Ik moet toegeven dat ik het niet gevolgd heb, maar ik vind het wel een knappe prestatie van Gerben. Het is vooral via mijn zus Kim (32) of vrienden dat ik soms nog eens wat opvang. Ik heb het gevoel dat de sport niet meer zo groots is als vroeger.”

Zijn eerste liefde, de motorcross, volgt hij wel nog. “Zowel de MX1, MX2 als de EMX. Tot aan de eerste lockdown ging ik nog vaak op circuits gaan motorcrossen, maar ik heb mijn moto intussen verkocht.” Ook zijn rivaal van weleer Zdenek Stybar hoorde hij niet meer. “Ik ben nooit kwaad geweest op Zdenek, maar misschien stuur ik hem grappend op 22 december nog eens een bericht: I still know what you did. Ook met andere collega’s heb ik geen contact meer. Of ik volledig verdwenen ben uit de sport? Ik zal het misschien anders zeggen: heb ik er ooit helemaal ingezeten?”, besluit hij met een filosofische noot.