Daan Soete: “Ik ben verliefd op het Koksijdse zand”

Daan Soete weet hoe hij in het zand moet rijden: “Als ik een spoor had, was dat heilig en mocht dat niet kapotgaan.” © BELGA
Tom Vandenbussche

Hij woont in Grobbendonk, is een goeie vriend van Wout van Aert en maakt eind januari deel uit van de Belgische selectie voor het WK in Amerika, maar Daan Soete (27) heeft daarnaast ook West-Vlaamse roots en bracht zijn jeugdvakanties door in de duinen aan onze Noordzee. “In Koksijde heb ik door het zand leren rijden.”

Het is maandag in de late namiddag als we Daan Soete aan de lijn krijgen. Net ervoor heeft bondscoach Sven Vanthourenhout zijn selectie voor het WK in Fayetteville bekendgemaakt. Wat blijkt: Soete is één van de zeven Belgische profs die mag deelnemen. “Ik wist het al sinds vanochtend”, vertelt de 27-jarige Kempenaar. “Natuurlijk ben ik blij, maar ik had ook wel verwacht dat ik erbij zou zijn. Vorig jaar had ik voor het WK in Oostende (waar hij 14de werd, red.) meer stress, omdat ik toen dacht dat ik net uit de boot ging vallen.”

Zondag op het BK werd je achtste, nadat je uitstekend van start was gegaan.

Soete: “Jammer, ik struikelde tijdens de eerste looppassage, verloor mijn ritme en hield er een kapotte fiets aan over. Ik was toch wel wat teleurgesteld, want misschien had ik een tijdje met Quinten (Hermans, red.) en Toon (Aerts, red.) kunnen meegaan. Maar dat is nu eenmaal cross.”

Je hebt als crosser nochtans uitstekende herinneringen aan onze Belgische kust.

(knikt enthousiast) “Zeker. Koksijde is mijn lievelingscross. Dat mijn oma daar woont, maakt het natuurlijk extra plezant.”

Daan bracht een groot deel van zijn jeugd in Koksijde door. (gf)
Daan bracht een groot deel van zijn jeugd in Koksijde door. (gf)

Je vader Koen is hier opgegroeid.

“In Oostende. Maar toen heeft hij aan de universiteit van Leuven mijn moeder, Ann Van Goubergen, leren kennen. Zij is van de Kempen en dus moest er een keuze gemaakt worden. Het is Grobbendonk geworden. Intussen is mijn oma (Yolande Druwé, 91 jaar, red.) na het overlijden van mijn opa, zo’n 15 jaar geleden, teruggekeerd naar haar geboortedorp Oostduinkerke, een deelgemeente van Koksijde. Ook de broer van mijn vader en zijn hele familie, met neven en nichten, en de zus en broer van mijn oma wonen nog in West-Vlaanderen. Heel veel kom ik er niet, maar als ik in die streek moet crossen, overnachten we bij mijn oma. Ook met het voorbije BK deden we dat. Dan koppel ik de cross aan een familiebezoek. Altijd plezant. Koksijde voelt voor mij dan ook als een thuiscross.”

Jij hebt dus geen moeite om het West-Vlaamse dialect te begrijpen?

“Neen, ik heb het van kleins af gehoord. Het zelf praten lukt niet, maar 95 procent van wat mijn familie zegt, begrijp ik. Of Eli Iserbyt en Michael Vanthourenhout weet hebben van mijn West-Vlaamse roots? Ik denk dat de meeste mensen in de crosswereld dat intussen wel weten.”

Je bracht in Koksijde ongetwijfeld ook heel wat jeugdvakanties door.

(knikt) “En dan gingen we altijd naar het strand. Om te kitesurfen en in de duinen te spelen. En toen ik begon te crossen ook om te fietsen. Ik heb er door het zand leren rijden. Als ik een spoor had, was dat heilig en mocht dat niet kapotgaan. Urenlang deed ik dat. Het zijn herinneringen waar ik zelfs nu soms nog aan terugdenk. Neen, je kan het niet vergelijken met het zand in de Kempen. Het Koksijdse zand is het meest speciale zand. Nergens anders kom je het tegen. Ik ben er verliefd op. Het is jammer dat er maar één of twee crossen per jaar van dat type zijn. Of ik nog hoop op een WK in Koksijde? Dat zit er niet meteen aan te komen, maar ik hoop wel op een kampioenschap. En dan zal ik me daar met veel enthousiasme op voorbereiden.”

Ik heb het even nagekeken: in Koksijde heb je één keer gewonnen, als belofte, je stond er op het podium van het BK bij de profs in 2018, je werd er vijfde op het WK voor junioren in 2012 en je stond er, ook als junior, zelfs ooit als tweede op het podium tussen ene Mathieu van der Poel en ene Wout van Aert.

(grijnst) “Er zijn er niet veel die dat kunnen zeggen. Als junior was ik nog vaker de evenknie van Wout. Mathieu was al outstanding. Maar in crossen als Koksijde en Ruddervoorde kon ik in hun buurt blijven.”

© BELGA

Dat is een understatement. Exact tien jaar geleden werd je in Hooglede-Gits Belgisch kampioen bij de junioren door Van Aert, toen je ploegmaat bij het jeugdteam van Telenet-Fidea, in een sprint met twee te verslaan.

“Wout en ik waren toen al vrienden en vaste trainingsmaten. De dag voor dat BK zijn we nog samen gaan losrijden, maar de dag zelf was het ieder voor zich en raakten we heel vlug met ons tweeën voorop. Het was zo’n typisch kampioenschap tussen twee vrienden die niet van elkaar wilden verliezen. Het was hard tegen hard. Ik was na afloop dan ook heel blij. (grijnst) Voor Wout zal dat toch een dag of twee iets pijnlijker geweest zijn, denk ik. Dat zou voor mij ook zo geweest zijn. Maar die rivaliteit is nooit tussen ons gekomen. Toen Wout enkele weken later in Koksijde WK-zilver behaalde, gunde ik hem dat ook.”

© BELGA

In 2018 behaalde je, in je tweede winter bij de profs, in datzelfde Koksijde ook brons na Van Aert en Laurens Sweeck. Is dat je mooiste prestatie tot nu toe?

“Het is één van de hoogtepunten uit mijn carrière, ook omdat ik toen heel lang met dat BK ben bezig geweest. Op die omloop wist ik dat een derde plaats het hoogst haalbare was, want Wout en Laurens waren in supervorm en kunnen ook heel goed door het zand rijden. Zelf werd ik niet als een medaillekandidaat gezien. In mijn hoofd was dat wel zo. De ontlading was dan ook enorm groot toen het me lukte.”

7 januari 2012: Daan Soete verslaat niemand minder dan Wout van Aert op het BK voor junioren in Hooglede-Gits.
7 januari 2012: Daan Soete verslaat niemand minder dan Wout van Aert op het BK voor junioren in Hooglede-Gits. © BELGA

En nu op naar dat WK in Amerika.

“De zenuwen zullen er extra hoog gespannen zijn, denk ik. Het wordt voor velen één van de weinige kansen in hun leven om wereldkampioen te worden. Maar als ik mijn geld op één iemand moet zetten, kies ik toch voor Pidcock. Iserbyt en Aerts worden zijn grote concurrenten en misschien ook Quinten Hermans als de omstandigheden, veel modder dus, in zijn voordeel spelen. En vergeet ook Lars van der Haar niet. Ook voor het EK werd hij door velen over het hoofd gezien…”