Valerie Demey brak haar sleutelbeen tijdens date op de BMX

© Getty Images
Tom Vandenbussche

Volgende week neemt Valerie Demey (25) uit Oostkamp in het Britse Harrogate deel aan het wereldkampioenschap op de weg voor dames elite. Voor de profrenster van CCC-Liv en ploegmate van Marianne Vos wordt het al het tiende internationale kampioenschap uit haar nog prille carrière. “Op het pittige parcours in Yorkshire stel ik me volledig ten dienste van de twee beste Belgische klimsters van dit moment, Sofie De Vuyst en Julie Van De Velde.”

1. Valerie, zondag staat het eerste WK Mixed Team Relay op het programma. Jij zal er ook bij zijn, samen met twee andere Belgische dames en drie heren. Leeft deze opvolger van het WK ploegentijdrijden in het peloton?

“Nog niet echt. Dat ligt vooral aan de datum, vlak voor de individuele tijdritten, denk ik. Maar ik zei het eerder dit jaar op het EK al: als ze dit kunnen uitbouwen, kan het iets moois worden, zeker voor het vrouwenwielrennen.”

2. Volgende week zaterdag volgt het WK op de weg voor dames in Yorkshire. Het wordt jouw tiende internationale kampioenschap ooit. Welke wedstrijd blijft jou het meest bij?

“Ik wist niet dat het al mijn tiende keer was. (glimlacht) Leuk om dat te horen. Het EK in Plumelec in 2016 was speciaal. Het was mijn laatste jaar als belofte en ook het laatste EK waarin elite en beloften samen reden. Toen we in de laatste ronde nog met 30 rensters overbleven, was ik één van de vier beloften vooraan. Daar denk je achteraf toch eens aan, want op een apart EK voor beloften had die wedstrijd me een heel ander resultaat kunnen opleveren.”

3. Wat wordt jouw rol op dit WK en wat mogen we van de Belgische meisjes verwachten?

“Ik zag het parcours eerder dit jaar al in de Tour of Yorkshire. Het is heel pittig. Mijn rol is puur in dienst. Sofie De Vuyst en Julie Van De Velde bewezen in de Giro dat ze bergop bij de beste twintig van de wereld zijn. Ik ben iemand die zich heel goed kan positioneren, iets wat op dit parcours heel belangrijk wordt. Ik zal hen dus zolang mogelijk bijstaan.”

4. Je rijdt bij CCC-Liv, de tegenhangster van de ploeg van Greg Van Avermaet. Worden jullie op dezelfde manier behandeld?

“Het is dezelfde ploeg, maar met andere sponsors, op uitzondering van de kledij. Los daarvan gaat het er bij de vrouwenploeg heel professioneel aan toe. Tijdens de eerste stage in december heb ik mijn ogen opengetrokken. In 2020 zullen we trouwens tot de nieuwe WorldTour voor vrouwen behoren en is men door de nieuwe UCI-regels verplicht om elke renster een minimumsalaris te geven.”

5.Jouw bekendste ploegmate is de Nederlandse Marianne Vos. Vertel eens iets over haar wat we nog niet weten.

(grijnst) “Ik denk niet dat het aan mij is om haar diepste geheimen prijs te geven, maar ik kan wel zeggen dat Marianne als atlete én als mens top is. Het is iemand die altijd klaar staat om je te helpen of raad te geven. Het was een droom om met Marianne in dezelfde ploeg te rijden, maar nu ik haar heb persoonlijk leren kennen, kan ik eraan toevoegen dat ze als mens ook gewoon fantastisch is.”

6. Dit jaar koerste je al in Australië, Spanje, België, Nederland, Groot-Brittannië, Luxemburg, Duitsland, Tsjechië, Frankrijk, Zweden en Noorwegen. Naar welk land zou je als toerist nog eens terug willen gaan?

(grijnst) “En daar komt binnenkort ook nog China bij. Ik kom net terug van de Ardèche en moet zeggen: daar kwam ik helemaal tot rust. Ik zou er dus wel eens willen terugkeren. Maar doe toch maar Noorwegen. Prachtig land.”

7. Je bent 25 en een vaste waarde in het vrouwenpeloton. Hoe zie jij jouw toekomst?

“Daar heb ik nog nooit over nagedacht. Ik heb nu een moeilijk jaar met veel tegenslag achter de rug, maar ik doe het nog altijd graag. Ook in 2020 zal ik al zeker voor CCC uitkomen.”

8. Jouw vriendin is Elke Van Hoof, de beste Belgische BMX’ster. Ben je al ooit met haar gaan BMX’en?

“Ja. (proest het uit) Onze eerste ontmoeting was op de Women’s Cycling Fan Day in Gent, waar ik de optie BMX had gekozen. Toen ik een tijd later nog eens BMX’te, bleek ik dat niet superslecht te doen. Alleen, als ik goed ben in iets, word ik te enthousiast, met als resultaat dat ik uiteindelijk met de grond heb kennisgemaakt en mijn sleutelbeen brak. (glimlacht) Sindsdien ben ik niet meer zo enthousiast als ik BMX.”

Valerie Demey brak haar sleutelbeen tijdens date op de BMX
© Getty Images

9. Is Elke met jou al op de weg gaan fietsen?

“Ja, maar het is heel moeilijk. Die twee sporten liggen zo ver uit elkaar. Als ik ga losrijden, doet zij een duurtraining. Maar nu heeft ze een elektrische fiets en zal het beter gaan om samen te rijden.”

10. Elke is van Mol. In welke mate ben je nog met West-Vlaanderen verbonden?

“Ze is heel vaak in het buitenland, zoals bijvoorbeeld de hele maand september en ook twee weken in oktober. Daarom ben ik nog vaak bij mijn ouders in Oostkamp. (knipoogt) Hotel Mama, hé.”

11. Zou jij in 2020 graag samen met Elke aanwezig zijn op de Olympische Spelen in Tokio?

“Uiteraard, maar niet per se omwille van haar, wel omwille van het event. Het zou natuurlijk wel mooi zijn als we daar beiden aanwezig kunnen zijn. Zo simpel is het echter niet. Elke moet zich kwalificeren, terwijl ik geselecteerd moet worden.”

12. Wie zou dan de grootste kans op een medaille hebben?

(grijnst) “Ik moet eerlijk zijn en toegeven dat Elke zeker een medaillekans heeft. In Rio werd ze al zesde. Door een hersenschudding is ze momenteel wat op de sukkel, maar ervoor was ze op de Wereldbekers altijd goed voor top vijf.”

13. Wie wordt in Yorkshire wereldkampioene op de weg?

“Ik moet aan mijn ploeg denken, dus zet ik Marianne Vos op één, Ashleigh Moolman op twee. Het brons is voor Lizzie Deignan.”

14. Wie wordt wereldkampioen op de weg bij de heren?

“Dan hoop ik op Greg Van Avermaet. Hij wint voor Mathieu van der Poel en Matteo Trentin.”

15. Ann-Sophie Duyck (2016 en 2017) en Nicky Degrendele (2018) werden de voorbije jaren door deze krant tot beste West-Vlaamse wielrenster van het jaar uitgeroepen en ontvingen de IJzeren Briek. Welke renster maakt dit jaar volgens jou de meeste kans?

“Mijn antwoord is duidelijk: Julie Van De Velde. Internationaal heeft ze een enorme stap gezet. Het is echt niet evident om in WorldTour-wedstrijden top twintig te rijden, maar zij doet dat heel constant. Bovendien koerst ze erg aanvallend. Alle respect voor de Belgische kampioenentrui van Jesse Vandenbulcke, maar de internationale prestaties van Julie schat ik hoger in.”