Vader Ignace Planckaert wikt en weegt de kansen van zijn zonen op het BK in Anzegem

Baptiste, Edward en Emiel Planckaert vinden alle drie een parcours op maat op het BK in Anzegem. (foto's Getty/Belga)
Redactie KW

Dinsdag staan drie profs van de familie Planckaert aan de start van het Belgisch kampioenschap voor elite in Anzegem. We praten met vader Ignace – in een ver verleden ook wielrenner – over de kansen van zonen Baptiste, Edward en Emiel.

Het parcours van het BK is zowat een replica van de klassieker Halle-Ingooigem, die dit jaar door corona niet kon plaatsvinden. Na de start in Halle maken de renners een tocht door het Pajottenland, richting Geraardsbergen. Na een beklimming van de Muur van Geraardsbergen trekt het konvooi verder over golvende Vlaamse wegen richting Brakel en Oudenaarde, om uiteindelijk op het plaatselijke parcours in Ingooigem-Anzegem te komen. Die is 19 kilometer lang en wordt zeven keer afgelegd. In elke ronde vinden we twee beklimmingen van de Tiegemberg, een keer langs het Schernaai en een keer langs de Kapellestraat.

Dit type parcours is wel iets voor mijn drie coureurs“, begint Ignace. “Qua moeilijkheidsgraad is dit zeker binnen de perken, het zal eerder de afstand – 235 kilometer – zijn die de koers lastig zal maken. Ik schat dat het peloton nog gegroepeerd zal zijn wanneer ze de eerste keer in Anzegem passeren. Uitzonderlijk kan er misschien nog een vroege vlucht voorop zijn. De echte afscheiding zal toch pas op het plaatselijke parcours gemaakt worden. Het ideale scenario zou zijn dat er een kopgroep van een 20-tal ontstaat, waarbij er twee Planckaerts mee zijn. In de sprint zijn ze niet kansloos, ik denk dan in eerste instantie aan Baptiste of Edward.”

“Edward en Baptiste zijn zeker in vorm en kunnen volgens mij een mooie plaats in de wacht slepen. Emiel heeft de tegenslag dat hij zich nog niet echt heeft kunnen bewijzen na de coronapauze. Hij heeft tot nu toe enkel de Ronde van Hongarije in de benen, waarin hij zowel in de eerste als de laatste rit tegen het asfalt ging. Hij was die laatste rit nochtans gestart met een vierde plaats in het algemene klassement, dus dat getuigt toch ook wel van goede vorm. Deze week is hij nog aan de slag in de Ronde van Luxemburg, ik hoop dat daar de conditie nog wat aangescherpt wordt en hij vol vertrouwen aan de start van het BK kan staan.”

Achter elkaar rijden?

Opvallend is dat de drie broers – als het op ploegenspel aan zou komen – elkaars concurrenten kunnen worden. Emiel en Edward vertegenwoordigen allebei Sport Vlaanderen-Baloise, maar Baptiste (de oudste van de drie) rijdt voor Bingoal-Wallonie Bruxelles. “Mochten er ooit consignes komen om achter elkaar te rijden, dan zouden ze het daar volgens mij wel moeilijk mee hebben. Het blijven nog altijd broers hé”, aldus de pater familias.

Volgend seizoen treden er overigens wat wijzigingen op in de ploegen: Baptiste maakt de overstap naar Circus Wanty Gobert en ook Edward rijdt volgend jaar in andere kleuren. “Waar Emiel terechtkan, weten we nog niet. Dat is natuurlijk het probleem met een raar seizoen als dit, want je hebt bijna geen kansen om je te bewijzen.”

Vader Ignace was in een ver verleden – een ruime 35 jaar geleden – zelf een verdienstelijk wielrenner. Een van z’n mooiste herinneringen is een tweede plaats in het algemene klassement van Circuit des Ardennes, waar hij namen als Greg LeMond en Stephen Roche (later allebei nog wereldkampioen geworden, red.) achter zich liet. Hij veroverde er ook de groene trui. “En naamgenoot Eddy Planckaert kloppen in Deerlijk, dat blijft toch ook wel hangen.” (RRK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier