Tim De Baene geniet, maar zonder snelheidsmeter

Tim De Baene reed vroeger voor de Brugse Velosport. (foto a-RN) © KRANT VAN WEST-VLAANDEREN
Redactie KW

De 27-jarige Tim De Baene, een naar Hulste uitgeweken Knokkenaar, wist bij de nieuwelingen nog eens een peloton met Bob Jungels en Jasper Stuyven voor te blijven, maar kende daarna vooral een carrière van veel blessureleed. Dit jaar kiest hij na enkele jaren bij de OVWF weer voor een trapje hoger. Hij wisselt de nevenbonden af met wedstrijden voor elites zonder contract. In Assebroek werd De Baene in zijn vierde koers meteen verdienstelijk vierde.

Het verhaal van Tim begon bij de Koninklijke Brugse Velosport. Hij doorliep voor de roze garde alle jeugdcategorieën. Als nieuweling was hij bij de besten van België, maar zelfs toen sukkelde hij al met blessures. Hij brak zijn enkel, had last van zijn knie en ging zich beraden over zijn kwaaltjes. Pas jaren later vertelde een specialist hem dat hij met zijn voeten naar buiten liep. Ook zijn pedalen moesten daarop worden afgesteld. “Met mijn hielen net als een pinguïn naar binnen”, lacht hij. Na enkele jaren bij de beloften stopte Tim een tijd met koersen en nog later sloot hij zich aan bij de OVWF, een nevenbond. Na bijna wekelijkse topvijfplaatsen zocht hij dit jaar een extra uitdaging en dus sloot hij zich aan bij de elite zonder contract. Presteren in een wedstrijd bij de elite en mijn seizoen is geslaagd, dacht hij. Wel, in zijn derde wedstrijd werd Tim in Heule al dertiende en in Assebroek reed hij zelfs naar een vierde stek.

Ik rijd zonder snelheids- of hartslagmeter en weet niks over wattages. Ik doe gewoon waar ik me goed bij voel

Tim (Team Lernou-De Flo) blikt graag terug op zijn wedstrijd in Assebroek. “Het is verwonderlijk dat ik zo snel top tien kon halen, maar supercompensatie speelde een rol. De week voordien was er het Feest van de Arbeid, een vrije dag waarop ik een koers reed. Dat weekend reed ik weer twee koersen, dus vermoedelijk speelde supercompensatie een rol. Tijdens de koers in Assebroek had ik in het begin al eens geprobeerd, maar in tegenstelling tot wedstrijden bij de nevenbonden gaat het bij elite zonder contract niet meteen volle bak. De koers is tweemaal langer, dus je moet jezelf sparen. Ik schoof een paar keer mee en reed met het juiste groepje weg. Op het einde scheurde het nog in tweeën. Het was een steekspel, er waren er twee weg en ik spurtte tegen vijf anderen voor plaats drie.” Tims prestaties gingen niet onopgemerkt voorbij. Toen ik een dag later opnieuw bij de nevenbonden kwam meedoen, was het meteen prijs. Aha Tim, vierde bij de elites zonder contract? We gaan moeten opletten. Ze hadden mijn uitslag gezien”, lacht de uitgeweken Knokkenaar.

Gran Fondo’s

Sinds vorig jaar is De Baene ook bezig met het betwisten van Gran Fondo’s. Dat zijn competities die wielertoeristen de kans geven een wegwedstrijd over zware beklimmingen mee te maken. Tim reed dit jaar voor de tweede keer mee in de Vogezen. “In de plaats van rond de kerktoren te rijden, kom je eens ergens anders, dat vind ik er leuk aan. De Gran Fondo in de Vogezen telde 120 kilometer en telde een 500-tal deelnemers. Ik werd er tiende.” Vorig jaar moest Tim nog wat zoeken hoe het eraan toeging. “We startten met een 500-tal tegelijk, dus de laatste moest drie minuten wachten. Als je vooraan start, heb je geluk. Anders … heb je pech. Dit jaar had ik dat al wat door”, zegt Tim. “Vorig jaar werd ik vijfde, maar nu was de concurrentie misschien beter. In mijn reeks, de kleine Gran Fondo, won Steve Chainel, de vroegere veldrijder. Een renner van de profploeg FDJ werd er zevende: Léo Vincent, een klimtalent blijkbaar. Niet dat ik me met andere namen bezighoud, maar als zulke mannen doortrekken, moet ik toch passen”, lacht hij.

Van de oude stempel

Zelf volgt Tim het professionele peloton ook niet op tv. “Wie heeft de roze trui in de Giro? Carapaz? Een Ecuadoriaan? Nog nooit van gehoord. Ik weet enkel dat Roglic wat achterstand heeft”, lacht de vriendelijke Tim. Vraag hem ook niet naar zijn gemiddelde snelheid tijdens de Granfondo’s of naar zijn Stravarecords, want Tim koerst à l’ancien. “Mijn gemiddelde snelheid tijdens een koers of Granfondo houd ik niet bij”, lacht hij. “Ik rijd zonder snelheidsmeter, weet niks over wattages, draag geen hartslagmeter of wat dan ook. Ik doe gewoon waar ik me goed bij voel. Ik weet vaak zelfs niet hoe ver het nog is tot de finish. Gelukkig staan er tijdens de koers bordjes die aanduiden hoeveel rondes er resteren. Ik hou me liever bezig met het koersverhaal zelf”, besluit Tim De Baene.