Sylveer Maes, een Tourwinnaar uit het biljartvlakke Zevekote

D
Wouter Vander Stricht

Sylveer Maes, nochtans tweevoudig Tourwinnaar, is anno 2019 – 80 jaar na zijn laatste Tourzege – een onbeschreven blad. Maar daar brengt wielerauteur Patrick Cornillie met zijn boek verandering in. “Sylveer Maes was niet alleen de laatste vooroorlogse Belgische Tourwinnaar, het was ook de eerste renner ooit die echt ging pieken naar de Tour de France. Bovendien was het een echt tacticus, zijn bijnaam Lepe Peer had de Gistelnaar niet gestolen.” Weetje: Sylveer Maes is ook de enige renner die de Tour won zonder (1936) én met versnellingsapparaat (1939).

Sylveer Maes was de jongste uit een gezin met tien kinderen. Zijn ouders hadden het net als de meeste mensen toen niet breed en zijn eerste fiets was er eentje dat de Duitse bezetter had achtergelaten. Terwijl zijn ouders naar de mis zijn, neemt hij op 17-jarige leeftijd deel aan zijn eerste kermiskoers rond de ton. Hij wint, op zijn Duitse fiets. De premies die hij pakt, smoren de weerstand van vader Pier tegen het koersen.

Zijn job bij zijn grootvader op de boerderij ruilt Maes voor eentje bij fietsenmaker Gentiel Mares in Oostende. Een cruciale zet, zou blijken. Hij krijgt er een eerste echte koersfiets en de faciliteiten om meer te trainen. En dat laat zich ook in de resultaten voelen. Maes sluit zich aan bij De Zeemeeuw in Oostende. Die club, waar later ook Johan Museeuw deel van zou uitmaken, bestaat nog onder de naam KVC Noordzeemeeuw. Maes’ carrière bij de jeugdcategorieën begint eerder aarzelend. Als onafhankelijke blijft hij eerst vooral in eigen provincie pleisteren. Als hij aan de negendaagse Ronde van België deelneemt, ontdekt hij de Ardennen, die hij nog nooit van zijn leven had gezien. Daar beseft hij tot zijn eigen verbazing dat hij over klimcapaciteiten beschikt. Op 11 augustus 1932 boekt hij in Kortrijk zijn eerste profzege. Ondertussen wordt Maes ook al papa. Zijn acht jaar oudere vriendin Alice Strubbe schenkt hem een zoon Michel.

Ook een veldrijder…

Na enkele maanden als individueel krijgt Maes een contractvoorstel van de bekende profploeg Alcyon. Om zijn nieuwe baas niet teleur te stellen, gaat hij in de winter stevig trainen. Maes is multidisciplinair. Hij rijdt veel op de piste, maar gaat ook vaak in het veld trainen. Hij neemt deel aan het Internationaal Cyclocrosscriterium met de ambitie niet laatste te worden en wint zowaar het officieuze wereldkampioenschap. In die tijd is veldrijden nog een jonge wielerdiscipline, ontstaan in het Franse leger. Pas in 1950 zal er een officieel WK georganiseerd worden. “Ik was wereldkampioen zonder regenboogtrui”, verklaarde Maes later. Enkele dagen na deze verrassende zege overlijdt zijn moeder. Na zijn debuut in de Ronde van Vlaanderen, pleziert hij zijn baas met winst in Paris-Roubaix.

Sylveer Maes, een Tourwinnaar uit het biljartvlakke Zevekote

In 1933 werd hij door de bond – de Tour werd toen nog met landenploegen gereden – niet geselecteerd voor de Ronde van Frankrijk. Een jaar later haalt Sylveer Maes opnieuw de Tour-selectie niet, maar mag hij mee als isolé, zeg maar individueel deelnemer. In die Tour steelt Maes met zijn ogen, doet hij het goed in het hooggebergte, maar het is Félicien Vervaecke – de broer van Julien – die als klimrevelatie wordt beschouwd. Sylveer Maes wint wel de slotetappe, de enige ritzege overigens dat jaar voor de Belgen. Sylveer Maes eindigde achtste in zijn eerste Tour.

Van de premies van de Tour in 1935 liet Sylveer Maes café Au Tourmalet bouwen

In 1935 stemt hij zijn voorjaar af op de Tour, maar wordt opnieuw niet geselecteerd. In die tijd was de samenstelling van de nationale ploeg ook een politiek spelletje. Walen, Vlamingen, Brusselaars… De selectie werd grondig afgewogen, niet enkel dus op sportieve kwaliteiten. Maes eindigde een jaar voordien als achtste, maar moet plaats ruimen voor een relatief onbekende Waal. Sylveer Maes start wel weer als isolé. De eerste rit van die Tour wordt gewonnen door Romain Maes, afkomstig van Zerkegem, maar geen familie van Sylveer. Jef Moerenhout valt zwaar en isolé Sylveer Maes wordt overgeheveld naar de A-ploeg. Romain Maes wordt meteen tot kopman gebombardeerd. Opvallend, omdat hij nog maar 22 jaar is en amper Tourervaring heeft. En er resten nog 20 dagen te koersen. Maar Tourfavoriet Antonin Magne valt later letterlijk weg. In een Tour met heel wat spectaculaire ritten houdt Romain Maes stand. Van de opbrengst van de Tour van 1935 en de criteriums die volgden, laat Sylveer Maes ook het iconische café Au Tourmalet in Gistel bouwen. Een ijkpunt voor iedereen die later – voor de autosnelwegen er lagen – naar de kust reisde. Hij zet in 1936 alles in functie van de Tour, niet eenvoudig, want coureurs moesten broodrenners zijn. Ze moesten overleven met het prijzengeld.

D
D

In de Tour van 1936 is Romain Maes ook kopman, samen met die andere West-Vlamingen, Félicien Vervaecke en Sylveer Maes. Die laatste is geëvolueerd naar een heel slimme renner. Hij bezit ook over een groot recuperatievermogen. “De Tour wordt in bed gewonnen”, luidt de boutade. De Tour van 1936 begint in apocalyptisch weer. Het was ook de Tour waarin voor het eerst Nederlanders startten. Romain Maes moet al vroeg opgeven in die Tour en wordt zelfs beticht van vaandelvlucht. Sylveer Maes verovert het geel en in een tweestrijd met de Franse oud-winnaar Antonin Magne bouwt hij stelselmatig zijn voorsprong uit. In de Pyreneeënrit van Luchon naar Pau slaat hij de definitieve kloof. De strijd is gestreden, niemand kan Maes nog bedreigen. Veloclub De Zeemeeuw organiseert een autocarreis naar Parijs om er hun held de Tour te zien winnen, met bijna een half uur voorsprong op Magne. Vervaecke werd derde en met Marcel Kint (Zwevegem, negende) eindigde nog een derde West-Vlaming dat jaar in de top tien. De fans vieren mee in het Prinsenpark, maar Maes heeft niet veel tijd. Hij moet naar huis naar zijn hoogzwangere vrouw, die hem met Emmanuel een tweede zoon zou schenken.

D
D

“Ik leer zelf graag bij als ik schrijf”

Patrick Cornillie in Koers, museum van de wielersport in Roeselare,
Patrick Cornillie in Koers, museum van de wielersport in Roeselare,

Lichterveldenaar Patrick Cornillie is niet aan zijn proefstuk toe met zijn boek over Sylveer Maes. Maar niettemin keek hij in al zijn research verwonderd toe hoe een jonge kerel uit het godvergeten Zevekote op een gewiekste manier zichzelf tot Tourwinnaar promoveerde.

Sylveer Maes (Gistel, 1909-1966) won twee keer de Ronde van Frankrijk: in 1936 en 1939. En dan was er, niet te vergeten, ook nog die beruchte editie van 1937, toen het Franse chauvinisme het kookpunt bereikte en de moegetergde Belgen vier dagen voor het einde – en met Sylveer Maes in het geel! – uit de Tour stapten.

Voer genoeg voor Patrick Cornillie om in zijn pen te kruipen. Cornillie is dichter en schrijver, journalist en auteur van een hele reeks fietsgidsen en wielerboeken. Hij publiceerde biografieën over Freddy Maertens (2003), Gilbert Desmet (2004) en Marcel Kint (2011) en verder o.a. ook ‘De Zomer van ’69. Hoe Merckx won van Armstrong’ (2009) en ‘Koersen in de Groote Oorlog’ (2018). “Als ik een zelf een boek schrijf, leer ik graag wat bij. Ten eerste mocht ik weer ervaren hoe het interbellum eigenlijk een zeer interessante periode is, maar tegelijk stelde ik ook vast dat de politiek toen een enorme invloed had op de sport. Het is ook frappant dat Tourwinnaar Sylveer Maes enkele weken na zijn tweede Tourzege, onder de wapens geroepen werd. Ongezien!”

De biografie van Sylveer Maes telt 360 pagina’s en ruim 300 nooit eerder gepubliceerde foto’s. Het boek kost 32,5 euro en wordt in Gistel op vrijdagavond 5 juli, daags voor de start van de Tour dus, voorgesteld.

Wonderboy Bartali

In de Tour van 1937 staat de Italiaanse wonderboy Gino Bartali aan de start. Hij moet in die Tour nog 23 worden, maar heeft al tweemaal de Giro gewonnen. In de Tour is voor het eerst een versnellingsapparaat toegelaten. Voorheen draaide men het fietswiel met twee kamwielen vlak voor een col. Eens boven gebeurde dat opnieuw. Bartali slaat toe in de Alpen, maar komt nadien zwaar ten val. Sylveer Maes verovert het geel en is op weg naar een nieuwe zege. Enkel de Fransman Lapébie vormt nog een bedreiging, maar met zijn sterke Belgische ploeg is hij quasi onklopbaar. Na Romain en Sylveer Maes als winnaars vindt heel Frankrijk het echter welletjes. Ook Tourbaas Henri Desgrange manipuleert. Zo verandert plots het rittenschema. Vlak voor een cruciale Pyreneeënrit krijgt Maes op de rustdag een brief waarin hem 100.000 Belgische frank wordt beloofd als hij de zege aan Lapébie laat. Bovendien wakkeren de Franse media de haat richting de Belgen nog wat aan.

In een bergrit maakt Lapébie, die een mindere klimmer was, zes minuten goed op evenveel kilometer. Lapébie heeft de hele tijd aan de klink gehangen. Het protest van de Belgen valt in dovemansoren. In Pau houden opgeruide Fransen aan het hotel de Belgen wakker uit hun slaap. In de rit naar Bordeaux, de woonplaats van Lapébie overigens, krijgen de Belgen rotte tomaten en peper over zich heen. Na een lekke band is Sylveer Maes wat achterop geslagen en een bareelwachter laat de slagbomen net voor de West-Vlaming neer. In de verste verte is echter geen trein te bespeuren. Maes kan niet anders dan de slagbomen te negeren, zet alle zeilen bij en redt zijn gele trui. Wanneer de jury nog een tijdstraf aan Maes toekent, is dat de druppel die bij de Belgen de emmer doet overlopen. “Lapébie mag die gele trui hebben”, foetert Maes. De hele Belgische ploeg verlaat de Ronde van Frankrijk.

D
D

Solidariteitsactie

In België reageert men onthutst en meteen ontstaat er een solidariteitsactie. De renners zijn natuurlijk hun prijzengeld door de neus geboord en prompt ontstaat er een inzamelactie. Die publieke collecte levert 303.448,80 frank (dik 7.500 euro) op. In die tijd een fenomenaal bedrag, want een krant kostte toen één eurocent.

In 1938 gaat de Tour van Sylveer Maes verloren door een zware val in de afdeling van de Aubisque. Hij moet zijn ambities bijstellen, schikt zich in een knechtenrol en zal uiteindelijk als 14de eindigen. De eindzege van Gino Bartali, die ruim 18 minuten voorsprong had op Félicien Vervaecke, was oververdiend.

De Tour van 1939 was niet de sterkst bezette editie, maar Maes haalde wel een gemiddelde snelheid van 32 km per uur

Een jaar later, in 1939, is de Tour dun bezet. Politieke motieven liggen aan de basis daarvan. Teams uit Duitsland, Spanje en Italië zijn niet welkom. De organisatie laat twee Belgische ploegen toe, maar ook Franse regionale selecties. Voor het eerst doet een klimtijdrit zijn intrede. Als Félicien Vervaecke in de elfde rit ziek opgeeft, is Sylveer Maes als het ware ook de benen afgesneden. Ook Romain Maes geeft op en plots blijkt landgenoot Ward Vissers de grootste opponent van de Gistelnaar. Als Vissers in de rit over de Aubisque plots negen minuten pakt, gaat Maes achter hem aan. ‘s Avonds zit het er bovenarms op in het Belgische kamp, maar Lepe Peer slaat op tafel en eist het kopmanschap op. Als hij wat later de Fransman Vietto, op dat moment aan de leiding, uit het geel kan rijden, doet hij dat bewust niet. Zijn bijnaam indachtig laat hij de Franse ploeg het kopwerk opknappen. Bovendien wil hij de Franse fans – 1937 indachtig – niet provoceren. Maar na de rustdag in Digne gaan alle registers open. Vietto verliest een pak tijd, net als Vissers. Maes was dus de terechte kopman. De Gistelnaar pakt naast de gele trui, ook het bergklassement, Marcel Kint wint de slotetappe en het ploegenklassement werd gewonnen door België B. De Tour van 1939 is dan wel niet de sterkst bezette, maar met een gemiddelde van net geen 32 per uur doet Maes een stuk beter dan Bartali het jaar voordien.

Maar het feestgedruis in Gistel is nauwelijks verstomd als België het leger mobiliseert en ook Sylveer Maes zich moet melden. Om brood op de plank te brengen, koerst Maes in de oorlogsjaren vooral op de piste. Vanaf 1945 wordt hij voltijds cafébaas, maar in 1946 maakt hij zijn comeback. In 1947 waagt hij zich aan zijn debuut in de Giro. Er staan 84 renners aan de start: 80 Italianen, een Zwitser en … drie West-Vlamingen, met naast Sylveer Maes ook Roger Desmet (Waregem) en Lucien Vlaemynck (Izegenberge). Fausto Coppi wint die Ronde van Italië, Bartali is tweede en Maes vijfde. De ouwe Belg kan het dus nog. Hij is er dan al bijna 38, maar nog altijd titelverdediger in de Tour die in 1947 opnieuw wordt georganiseerd. Aanvankelijk zit hij niet in de selectie, maar door afzeggingen mag Maes toch naar Parijs meereizen. Een zitvakblessure noopt hem echter tot afzeggen.

Sylveer Maes, een Tourwinnaar uit het biljartvlakke Zevekote

Hart om 100 te worden

Sylveer Maes wordt na zijn carrière de technisch leider van de Belgische Tourselectie. Onder zijn bewind eindigt er telkens een Belg in de top tien, maar winnen zit er niet meer in. “Op de duur kwam men met het van de pot gerukte argument aandraven dat Maes niet wilde dat iemand hem als laatste Belgische Tourwinnaar van de troon zou stoten . Daar was uiteraard niets van aan”, oppert auteur Patrick Cornillie.

Sylveer Maes is daarna nog even ploegleider bij Flandria. Uiteindelijk sterft hij na een korte ziekte – pancreaskanker – al op 57-jarige leeftijd. De man met de onwankelbare gezondheid en een hart om 100 jaar te worden, wordt niet oud. Zijn iconische café ging vorig jaar tegen de vlakte.

Boek Patrick Cornillie op 21 juli te zien als tv-documentaire

Op zondagavond 21 juli blikt de VRT – in prime time, vlak voor Vive Le Vélo – terug op de eerste Tourzege van Eddy Merckx. De honderd minuten durende, diepgravende documentaire is een productie van het Antwerpse mediabedrijf Lonely Alien en volledig gebaseerd op ‘De Zomer van 69’, een boek dat Patrick Cornillie tien jaar geleden publiceerde bij Roularta Books. De auteur werkte ook actief mee aan de realisatie ervan. In de documentaire komen een groot aantal betrokkenen aan het woord, waaronder de ploegmaats van Merckx en ook rivalen zoals Felice Gimondi, afgewisseld met historische beelden uit de memorabele Tour van 1969. Die, de nacht na de laatste rit, nog een even ophefmakend vervolg kreeg met de landing van Apollo 11 en de eerste mens op de maan. Ook daarvan zijn beelden te zien, samen met een in de Verenigde Staten opgenomen interview met Edwin Aldrin, de enige nog levende astronaut van het trio.