Diepe zucht. De samenstelling van de junioren en beloftenselectie voor het EK wielrennen (24-28 augustus) in Plouay had heel wat voeten in de aarde. Amper jeugdkoersen, dus aartsmoeilijk in te schatten wie een selectie verdient en wie niet. Maandagavond werden de teams bekend gemaakt, daarbij vier West-Vlamingen. Assistent-bondscoach Sven Vanthourenhout analyseert.
“Het was een zeer lastige puzzel”, zucht Vanthourenhout. “We beschikken over heel weinig referenties over wie in vorm is en moeten kijken naar de intrinsieke capaciteiten. We selecteerden parcoursgewijs. Het EK was oorspronkelijk ergens anders, met een ander parcours. Dat maakte de keuzes moeilijker. Plouay is vrij lastig, maar toch blijft het een EK meer voor klassieke renners dan voor echte klimmers.”
Geen waardemeter
“We hebben wel zicht op de trainingen van de laatste maanden en sommigen toonden mooie dingen in de weinige wedstrijden die er waren. Toch blijft het koffiedik kijken. Op basis van heel kleine weetjes stelden we een team samen. Heel wat jeugdkoersen zijn immers afgelast. Ik denk dan vooral aan de Ronde van de Toekomst (14-19 augustus). Dat was een perfecte waardemeter. In die ronde zie je wie klaar is voor het echte werk. Ook voor de renners zelf is het jammer dat die niet doorgaat. De poorten voor hen gaan open als ze daar goed presteren. Er valt veel perspectief weg, jammer.”
“Normaal bepalen we mee hun voorbereiding. Sommige jongens sturen we bijvoorbeeld bewust naar de Ronde van de Toekomst. Ze volgen dan een nauwgezette planning en werken naar iets toe. Nu tasten we grotendeels in het duister. Gelukkig beschikken we over gasten waarvan we weten dat we op hen kunnen rekenen ondanks het gebrek aan koersdagen.”
Kopmannen
“Wie onze speerpunten worden? Bij de junioren iedereen, vier West-Vlaamse kanshebbers dus. De koers verloopt in die categorie zo onvoorspelbaar omdat de meesten zichzelf nog moeten ontdekken. Daardoor is het onmogelijk om een tactisch plan op te stellen. Bij de beloften wordt er wel meer gekoerst zoals bij de profs dus daar is wel een rolverdeling. Jordi Meeus, die onlangs twee ritten won in de Ronde van Tsjechië, houden we achter de hand voor een eventuele massaspurt. Hij kan zich een hele koers wegsteken. Florian Vermeersch kan zeer offensief koeren en heeft op het einde ook wel een sprint in de benen en Alec Segaert is een ongelofelijk sterke renner. We kunnen anticiperen met deze ploegen, aanvallen, sprinten… We mogen op medailles mikken. De resultaten van Remco Evenepoel en Wout Van Aert de afgelopen weken moeten ons inspireren.”
(Valerie Van Aevermaet)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier