Rik Deleye stopt als ploegleider (maar blijft in de koers)

Rik Deleye was 18 jaar ploegleider in de jeugdcategorieën en begeleidde in die periode 26 profs in spe. (foto EG)
Redactie KW

Rik Deleye zet na maar liefst 18 jaar een punt achter zijn carrière als ploegleider. Naar eigen zeggen heeft hij alles meegemaakt wat er mee te maken viel en dus sluit hij met een voldaan gevoel af.

“Allemaal samen heb ik zo’n 26 renners begeleid die intussen prof zijn of geweest zijn. Renners als Tiesj Benoot, Jasper Stuyven, Jens Debusschere, Otto Vergaerde en Harm Vanhoucke hebben allemaal bij mij gereden. Aanvankelijk was ik ploegleider bij CT Menen van Franky Defever. Na 11 seizoenen ben ik daar weggegaan, in goede verstandhouding. Toen ben ik naar Deerlijk-Gaverzicht getrokken. Hun junioresprogramma was relatief klein toen ik daar aankwam. Dat heb ik mee helpen uitbouwen, tot we vorig jaar wel vier interclubs wonnen. De voornaamste reden waarom ik als ploegleider stop, is het feit dat het hele takenpakket te belastend werd. De taak van ploegleider is vaak een stuk meer dan simpelweg de koers volgen vanuit de auto. Ook het regelen van overnachtingen voor stages en wedstrijden, administratie enzovoort, het kwam allemaal op mijn rug terecht. Vorig jaar heb ik daarover samengezeten met Thomas Debrabandere, de voorzitter van Deerlijk. Er werd me beloofd dat mijn taak lichter gemaakt zou worden en een aantal taken door andere mensen opgevangen zouden worden, maar dat bleek tot op vandaag nog altijd niet aangepakt. Daarop heb ik de beslissing genomen om na dit seizoen als ploegleider te stoppen en die keuze heb ik ook eerlijk aan het bestuur van Deerlijk laten weten. De mogelijkheid om nog wat scouting te doen had ik open gehouden, maar daar werd uiteindelijk niet verder op ingegaan.”

“Toen Franky Defever van Menen hoorde dat ik als ploegleider bij Deerlijk stopte, heeft hij me gevraagd of ik het niet zag zitten om naar Menen terug te keren. Er zijn gesprekken geweest, maar uiteindelijk heb ik mezelf ervoor behoed om me niet weer in een bestaan als ploegleider te storten. Het is mooi geweest, ik heb alle ups en downs meegemaakt en daar zal ik het bij laten. Afgelopen weekend reden we nog de Route des Géants tussen Saint-Omer en Ieper, maar na de koers was ik eigenlijk content dat het afgelopen was. Ik zeg het wielrennen zeker niet vaarwel, want 18 jaar kan je gewoon niet zomaar achter je laten. Ik zal trouwens als talentscout bij een team aan de slag gaan.”

Er waren gesprekken met Menen, maar het is mooi geweest. Ik heb alle ups en downs meegemaakt

Rik Deleye stopt als ploegleider (maar blijft in de koers)
© RN KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

De mooiste herinnering die de gewezen ploegleider aan zijn carrière overhoudt, is de erkenning die zijn renners nog altijd voor hem hebben. “Ik herinner me nog altijd dat Tiesj Benoot bij me kwam rijden en met open mond stond te kijken hoe iedereen van het team met dezelfde fiets reed. Nu doet hij mee met de wereldtop en heeft hij al spraakmakende overwinningen zoals de Strade Bianche op zijn actief. Ook nu zijn die renners me nog altijd erkentelijk, om het even waar of wanneer ik ze tegenkom. Ze zouden altijd nog eens omrijden om een praatje te komen maken. Dan is het echt mooi om te zien hoe ze van nieuweling zijn kunnen doorgroeien tot profrenner op het hoogste niveau. Dat maakt je als ex-ploegleider ook wel fier, omdat je weet dat je daar sowieso iets aan bijgedragen hebt.”

Overlijden van Nolf

Het spreekt voor zich dat een ploegleider ook mindere momenten meemaakt. Voor Deleye was dat het plotse overlijden van Frederiek Nolf (de renner van Topsport Vlaanderen die 10 jaar geleden in zijn slaap overleed tijdens de Ronde van Qatar, red.). “Ik heb hem er indertijd nog doen in geloven dat hij Belgisch kampioen kon worden, en zo geschiedde ook (in 2003 werd Frederiek Belgisch kampioen bij de tweedejaarsnieuwelingen in Hoogstraten, red.). Mede daardoor kwam zijn overlijden hard aan bij me. Dat zet je wel eens tot nadenken.”

Tot slot wil Rik nog als tip geven dat je bij de jeugdcategorieën absoluut geen veelwinnaar hoeft te zijn om een succesvol renner te worden. “Het telt pas vanaf wanneer je bij de profs gaat rijden. Ik heb ook Pieter Serry bij me in de ploeg gehad en als nieuweling of junior heeft hij bij mijn weten geen enkele koers gewonnen. Bij de beloften vond hij amper een ploeg, maar nu is hij wel prof bij Deceuninck-Quick Step, een van de beste ploegen ter wereld.”