Rickaert & Vermeersch: “Zó boos hebben we Mathieu maar zelden gezien”

Mathieu van der Poel (25) wordt zondag één van de te kloppen namen in de Ronde van Vlaanderen. De Nederlander van Alpecin-Fenix torst samen met zijn grote rivaal Wout van Aert de favorietenrol. Zijn West-Vlaamse ploegmaats Jonas Rickaert (26) en Gianni Vermeersch (27) moeten MVDP veilig van Antwerpen naar Oudenaarde loodsen. “We hebben Mathieu zelden zo boos gezien als zondag in de bus na afloop van Gent-Wevelgem.” Een monoloog in tweevoud.

Vermeersch: “Ik ken Mathieu al heel lang. Ik reed bij de jeugd voor BKCP en hij bij Isorex, maar Mathieu mocht al af en toe mee op stage met ons. Toen al had ik een goeie klik met hem. Als belofte hadden we wel eens een aanvaring op het EK veldrijden in Mlada Boleslav (Tsjechië). Michael Vanthourenhout won. Wij waren aan het strijden voor zilver, maar daarbij heb ik hem serieus gehinderd. Enkele weken later tijdens de Wereldbeker in Rome heeft hij me teruggepakt. We lachen daar nog vaak mee.”

Rickaert: “Ik ken hem van bij de nieuwelingen. We waren concurrenten. Vooral de Herman Vanspringels Diamond blijft me bij. We waren met vijf man weg, we werden ingehaald, maar ik bleef rijden en won. Mathieu is daar nog altijd niet goed van. (grijnst) Hij wilde die diamant ook winnen.”

Vermeersch: “Mathieu is een sfeermaker en komt met iedereen overeen. Hij is de eerste die moppen zal vertellen, grappige filmpjes doorstuurt en op de bus muziek begint te draaien.”

Rickaert: “Het is een topkerel. Toen ik in 2018 in een rit van de BinckBank Tour vierde werd, vroeg hij of ik interesse had om bij Corendon-Circus (nu Alpecin-Fenix, red.) te komen rijden. Natuurlijk wilde ik zijn ploegmaat worden. Philip Roodhooft heeft toen gebeld en het was vlug beklonken.”

Rickaert: “Mathieu vertrouwt op zijn ploegmaats zonder richtlijnen te geven. Tijdens Gent-Wevelgem kwam hij, toen we de vaart naar Veurne opdraaiden, zelfs aan mij vragen of hij zijn beenstukken al zou uitdoen. Ook tijdens een meeting zal hij nooit iets zeggen. Mathieu is zo impulsief. Neem nu die solo in de BinckBank Tour. Die was niet gepland, hé. Toen we de eerste keer de Muur van Geraardsbergen opdraaiden, vroeg hij mij: zou ik al gaan? Waarop ik zei: ben je zot? We moesten nog vier keer de Muur over. Maar bij de volgende passage was hij niet meer te houden. Toen ik op de Muur kwam, zat hij al op de Bosberg. (lacht) Als hij goesting heeft om erin te vliegen, kan je Mathieu niet tegenhouden.”

Vermeersch: (knikt) “Dat is nu eenmaal zo en dat typeert hem ook. Mathieu is down to earth. Hij zou soms vaker tegen zijn ploegmaats moeten zeggen wat we moeten doen, maar dat doet hij niet. Hij vertrouwt ons. En als hij iets in zijn hoofd heeft, kan je er niets tegen doen. Die rit in Geraardsbergen is daar het mooiste voorbeeld van.”

Rickaert: “Zo won hij vorig jaar ook Dwars door Vlaanderen in Waregem.”

Vermeersch: “En de Amstel Gold Race. Net dat maakt hem zo populair bij de mensen.”

Rickaert: “Hij is ook enorm dankbaar naar zijn ploegmaats toe. Hij zou duizend berichten sturen om je te bedanken.”

Vermeersch: “Het is echt zot hoe Mathieu met zijn populariteit omgaat. Op de rustdag in de BinckBank Tour gingen we een koffietje drinken en moest hij meteen met mensen op de foto, wat in deze coronaperiode sowieso al moeilijk ligt. Maar Mathieu blijft overal rustig bij.”

Rickaert: “Binnen de ploeg schermt men hem goed af. Hij zal alleen de interviews geven die hij moet geven. Mathieu heeft ook nooit stress. Ik herinner me nog goed de Primus Classic van vorig jaar, mijn eerste koers met hem. Er stonden aan onze bus ontelbaar veel mensen op hem te wachten en op weg naar het startpodium werd er van alle kanten aan zijn schouder getrokken, maar hij bleef gewoon Mathieu van der Poel. Hij was dat al gewoon. Chapeau.”

Rickaert: “Ik heb Mathieu zelden zo kwaad gezien als zondag in de bus na afloop van Gent-Wevelgem.”

Vermeersch: “Ik ook niet. Wat er verteld werd (Wout van Aert vond dat Van der Poel hem in de finale had geviseerd, red.), was voor hem een teleurstelling.”

Rickaert: “Wout zei het niet juist. Mathieu gaat altijd voluit in koers. Als hij dat gat niet dicht, zouden die vier voorop gebleven zijn. Het was zijn volste recht om dat te doen. Volgens mij was het wat frustratie.”

Vermeersch: “Mathieu had al een korte reactie gegeven en is zich daarna eerst gaan douchen, omdat hij het koud had.”

Rickaert: “Maar toen hij hoorde wat Wout op tv had gezegd, wilde hij meteen naar de studio van Sporza om zijn verhaal te doen. Gelijk had hij. Hij moest de beste coureur van het moment niet laten rijden.”

Vermeersch: “Ik heb zondag de beelden nog herbekeken. Ja, Mathieu heeft twee keer een kloof met Van Aert gedicht. Maar Van Aert had ervoor ook al aangevallen en toen was het Küng die achter hem aan zat. Moest hij dan ook niet kwaad zijn op Küng? Wout kreeg daarna het kloofje met de drie die voor de zege sprintten trouwens zelf niet dicht. Dan kan je al eens gefrustreerd raken en doe je zulke uitspraken. Als Wout nu geïnterviewd zou worden, is de kans groot dat hij zegt er spijt van te hebben. Maar het is heel goed van Mathieu dat hij zijn kant van het verhaal heeft gebracht.”

Rickaert: “Natuurlijk zijn Mathieu en Wout op elkaar gefocust. Dat zag je toen ze de Kemmelberg samen omhoog knalden en dat zal in de Ronde niet anders zijn. Het zou mooi zijn als ze het onder elkaar kunnen uitvechten. Wie er dan wint, durf ik niet te zeggen. Ook in de spurt zijn ze aan elkaar gewaagd. Al zou ik natuurlijk het liefst hebben dat Mathieu solo wint.”

Vermeersch: “Pas op. Deceuninck-Quick-Step is een heel sterk blok, zeker nu met Alaphilippe er ook nog eens bij.”

Rickaert: “Die ploeg zal de koers controleren, samen met het Trek-Segafredo van Pedersen. Maar in de finale van de Ronde zijn het altijd de sterksten die overblijven. Mathieu moet van niemand schrik hebben.”

Vermeersch: “De manier waarop hij in de BinckBank Tour won, zei voldoende. Ze zullen goeie papieren nodig hebben om Mathieu zondag te verslaan.”