Wim Vansevenant: “Ik voel dat Mauri de Giro in zijn hoofd heeft”

Mauri Vansevenant kende een uitstekend 2021. Hij won een Italiaanse semiklassiekers, won bijna een rit in de Vuelta, reed een prima Ronde van het Baskenland, ontpopte zich tot meesterknecht in de Waalse klassiekers en werd geselecteerd voor de wegrit op de Olympische Spelen. © Getty Images
Tom Vandenbussche

Met de Ruta del Sol begint ook Mauri Vansevenant (22) vanaf komende woensdag aan zijn tweede volledige seizoen bij de profs. Na een uitstekend 2021 wacht nu het altijd moeilijke jaar van de bevestiging. Vader Wim, zelf ex-prof, beseft dat maar al te goed. “Het heeft geen zin om hem druk op te leggen.”

Een dinsdagochtend ten huize Vansevenant in Torhout. Terwijl zoon Mauri nog een telefoontje pleegt met Tom Steels en zich opmaakt voor een stevig trainingsritje, ontvangt vader Wim ons met open armen. Veertien jaar heeft hij in het profpeloton vertoefd, maar zelf fietsen hoeft voor de drievoudige rodelantaarndrager in de Tour niet meer. Zich moeien met de trainingen van zijn zoon evenmin. “Als Mauri mij zegt dat hij achter de brommer moet trainen, dan sta ik paraat. Maar voor de rest trek ik me er niet veel meer van aan. Hij is nu prof bij een van de beste teams ter wereld. Wie ben ik dan om te zeggen wat hij moet doen? Met Tom Steels heeft hij een uitstekende trainer, een van de weinigen die zelf prof is geweest. Voor mij een enorm voordeel. Tussen Mauri en Tom werkt het heel goed. (grijnst) Aan Tom zal het niet liggen.”

Hoe kijk jij terug op 2021?

Vansevenant: “Daarover kunnen we niet klagen. Integendeel. Zijn strafste prestatie? Voor mij was dat de Amstel Gold Race. Ik heb de beelden eens herbekeken. Het kwam nooit echt op tv, maar zoiets heb ik er nog maar weinigen zien doen. Hij is gevallen, opgestaan en weer naar voren gereden. Als dat niet was gebeurd, had ik nog wel eens willen zien of Van Aert en Pidcock op dat moment hadden kunnen wegrijden. Ofwel was Mauri zelf mee geweest, ofwel had hij het gat naar die twee dichtgereden. Maar nu had hij al 33 pijlen verschoten.”

Zag je ook mindere punten?

“In de tweede seizoenshelft en vooral in de Vuelta was hij minder. Komt dat door zijn vaccinatie? Door de vele stages en weinige koersen in de zomer? Door het vele tsjolen in functie van de Spelen? Ik ben er nog niet helemaal uit, maar na de Vuelta was hij weer in orde. Dat is ook een leerproces. Iedereen heeft wel eens een mindere periode. Ik kon moeilijk tegen Mauri zeggen: ga niet naar Tokio. Misschien zal hij dat nooit meer meemaken.”

Hoe is zijn winter verlopen? In december brak hij nog zijn duim bij een val tijdens de eerste ploegstage.

“Ik hoor daar precies niet veel meer over, dus een excuus zal dat niet meer zijn.”

Vanaf woensdag rijdt hij de Ruta del Sol. Dat is een koers die jij vier keer gereden hebt. In 2000 werd je zelfs 19de in de eindstand. Mauri zal al behoorlijk in vorm moeten zijn om dat te evenaren.

“Het is hem geraden. Ik trek aan zijn oren als hij pas 19de wordt. (grijnst) Ah, ik weet daar eigenlijk niet veel meer over. Toen was de Ruta ook al een lastige wedstrijd, maar zag iedereen dat nog als een voorbereidingskoers. Nu is dat anders. Ik verwacht niets van Mauri. Ik hoop dat zijn gezondheid in orde blijft, wat in deze tijden al een hele prestatie is. Dan komt het wel goed. Het heeft totaal geen zin om hem druk op te leggen. Of hij deze winter een stap voorwaarts heeft gezet? Dat deed hij vorig jaar na de Vuelta al. Hij had toen meer fond en kon meer volume aan. Ik merkte dat hij na de aankomst van een wedstrijd minder vermoeid was. Het voordeel was dat Mauri zich in de Vuelta niet kapot gereden heeft voor een 15de of 16de plaats in de eindstand. Daardoor reed hij een heel goed najaar. In Milaan-Turijn heeft Marc Hirschi zijn tenen mogen uitkuisen om hem terug te halen. Net daarom was Mauri enorm ontgoocheld dat hij de Ronde van Lombardije niet mocht rijden. Maar dat kan gebeuren in een ploeg met zoveel goeie renners.”

Ik zie dat hij de Strade Bianche voor de eerste keer zal rijden. Met zijn crossverleden moet dat een uitdaging zijn.

“Dat is ook zo. En het is weer een koers in Italië, het land dat hem tot nu toe zo goed lag. Ik denk wel dat hij daar zijn plan zal trekken. Het is een koers waarin de renners met een crossverleden een gigantisch voordeel hebben. Kijk maar naar Gianni Vermeersch. De verschillen worden in de afdalingen gemaakt. Almaar meer ploegen trainen daarop. Bergop worden de verschillen tussen de toppers kleiner, dus moet het verschil op een andere manier gemaakt worden. En dat werkt. De realiteit is dat sommige renners niet bergaf kunnen rijden. Iemand als Pavel Sivakov kan dat blijkbaar niet. Guillaume Martin: idem.”

Welke rol heeft Mauri nu eigenlijk binnen de ploeg van Quick-Step-Alpha Vinyl?

“Ik heb onlangs eens met Patrick (Lefevere, red.) aan tafel gezeten en het hem gevraagd. Zijn antwoord was klaar en duidelijk: knecht. Met die kanttekening: knecht voor de finales. Iemand als José De Cauwer zou nu zeggen dat Mauri verkeerd bezig is en dat hij zelf zijn grenzen moet leren ontdekken. Maar voor hem is dit de beste manier om de wielersport beter te leren kennen. Iemand met die rol kan ook finales rijden en in bepaalde omstandigheden zelf ook resultaat rijden. Kijk naar Lampaert in de voorbije Ronde van Valencia, waar hij het snot uit zijn lijf reed voor Evenepoel en Jakobsen. Als je dat doet, valt er vroeg of laat ook voor jezelf een dikke prijs uit de kast. Bekijk de samenstelling van die ploeg. Dan moet je als Mauri Vansevenant zijnde vooral nederig blijven. Het zal al moeilijk genoeg worden om 2021 te evenaren.”

Vorig jaar maakte hij zijn debuut in een grote ronde in de Vuelta. Dit seizoen wacht in principe zijn eerste Giro.

“Hij zit nog niet in de definitieve selectie, maar ik voel dat hij zelf vooral met die koers in zijn hoofd zit. Ik voel dat aan bepaalde zaken. En dat is niet verkeerd: je mag ambitieus zijn.”

Hij kan raad vragen aan zijn vader, want jij reed in 2000 ook de Giro. Alleen haalde je toen wel het einde niet.

“Ik was blij toen ik thuis was. (grijnst) Ik heb wreed afgezien, herinner ik me. Ik had alle klassiekers gereden en moest daarna voor vier weken naar Italië. Neen, dat was het niet.”

In de Dolomieten beklom je in 2000 de steile Passo di Fedaia. Die col zit dit jaar opnieuw in het parcours. Meer zelfs, de Fedaia is de slotklim op de voorlaatste dag en zal over de Giro beslissen.

“Ik kan me die klim niet meer voor de geest halen. Het enige wat me aanstond, was het eten. In de Tour was het heel vaak triestig gesteld, maar in Italië heb ik nog nooit slecht gegeten. Het ontbijt is wat minder, maar slechte pasta is in Italië volgens mij heiligschennis. Als Mauri in mei de Giro rijdt, overweeg ik zeker om voor enkele dagen naar Italië af te zakken. Om de passage van de renners mee te maken, maar nog veel meer om eens goed te eten en te drinken.”

Wanneer zal Mauri na afloop van 2022 tevreden mogen terugkijken?

(knipoogt) “Als hij tot IJzeren Briek wordt uitgeroepen. Voor Yves Lampaert (vorig jaar werd Mauri nipt tweede na Yves, red.)! Grapje, hé. Weet je, het voelt raar als ik erover nadenk. Het is de voorbije jaren heel snel gegaan. Toen hij in 2019 de Ronde van Aosta won, heeft Mauri mij het meest verrast. Toen wist ik dat hem een toekomst wachtte. Maar eigenlijk hadden mijn ogen twee jaar eerder al moeten opengaan, toen hij in de Alpenklassieker voor junioren in de aanval reed. Alleen zijn ze toen niet opengegaan. Als hij die dag niet zwaar ten val was gekomen, zou hij nu al veel verder gestaan hebben, daar ben ik van overtuigd. Mauri heeft een sterke kop. Volgens mij is hij niet de makkelijkste persoon om mee samen te werken. Ik zou het Tom Steels eigenlijk eens moeten vragen, maar waarschijnlijk zal hij het niet toegeven. Mauri en ik hebben vaak ruzie hier thuis. Hij heeft zo zijn eigen gedacht, moet ik zeggen.”

Heeft hij dat van zijn moeder of vader?

“Van zijn moeder natuurlijk. (grijnst) Het is niet omdat iemand naar links gaat dat Mauri ook naar links zal gaan. Hij heeft zijn eigen visie, maar als het erop aankomt, luistert hij ook zeker naar goeie raad van anderen.”