Sep Vanmarcke en Yves Lampaert bij de start van het wielervoorjaar: “Vlaamse koersen zijn veel zwaarder geworden”

Yves Lampaert en Sep Vanmarcke.© BELGA
Yves Lampaert en Sep Vanmarcke.© BELGA
Tom Vandenbussche

Een zaterdagavond in februari. Sep Vanmarcke op de massagetafel in Hôtel Lou Castelet in Carros, Alpes-Maritimes, Frankrijk. Yves Lampaert in zijn bed in Hotel Emporda Golf Club in Torroella de Montgri, Catalonië, Spanje. En ondergetekende in zijn living in Roeselare, België. Een drielandeninterview met de twee beste West-Vlaamse klassieke coureurs bij de start van een nieuw wielervoorjaar. “Er komen meer en meer klimmers aan de Ronde van Vlaanderen meedoen. Dat is geen goeie zaak voor ons.”

Yves Lampaert (29) zucht eens. “Dit interview is zo’n typisch gevolg van corona. Het heeft zijn voordelen, maar het is ook een evolutie die ik betreur. Hopelijk keren we vlug weer terug naar hoe het vroeger was.” Sep Vanmarcke (32) knikt. “Ik mis het sociale contact. Ik mis het om met mijn vrouw eens op restaurant te gaan. En ook sportief is het een spijtige zaak. Normaal rijden wij in de klassiekers door een zee van mensen. Nu heb ik het gevoel dat ik een juniorenkoers aan het rijden ben. Normaal zweept het volk je op. Nu rijden we langs een dode vogel. Die sfeer mis ik enorm.”

We staan aan de vooravond van de Omloop, maar beginnen doen we met slecht nieuws. Sep, in 2014 liep jij op de 5 km van de Kerstcorrida van Deerlijk een tijd van 17’03”. Tom Pidcock deed nu op training beter: 13’25”.

Vanmarcke : “Ik had het erover met mijn ploegmaat Michael Woods, die zelf nog een toploper is geweest. Hij zegt: Pidcock loopt op een voetpad met een joggingbroek en toch zet hij bijna de beste Europese tijd ooit neer . Onmogelijk .”

Lampaert : “Ik moet zelfs niet aan de tijd van Sep denken. (grijnst) Deze winter liep ik wel wat. Mijn beste prestatie was een gemiddelde van vier minuten per kilometer over 6,5 km. Meer zat er niet in.”

Slecht nieuws ook voor jou, Yves. Je werd vorige week in de Tour de la Provence 80ste op de Mont Ventoux. Sep deed in 2016 veel beter op die mythische berg.

Lampaert : “Echt?”

Vanmarcke : “En in de Tour, hé. Achtste! Geloof het of niet, maar ik ben echt trots op die prestatie.”

Lampaert : “Dat was dan de rit die De Gendt won zeker? Straf!”

Vanmarcke : “Jammer genoeg werd mijn prestatie die dag lichtelijk overschaduwd door de loopprestatie van Chris Froome. (grijnst) Maar ik zat dus in de vroege vlucht. Ik ben met tien minuten voorsprong aan de Ventoux begonnen en hield er één van over.”

Yves Lampaert: “Het wordt geen voorjaar met alleen maar Van Aert en Van der Poel. De regenboogtrui geeft Julian Alaphilippe vleugels.” (foto Belga)© BELGA
Yves Lampaert: “Het wordt geen voorjaar met alleen maar Van Aert en Van der Poel. De regenboogtrui geeft Julian Alaphilippe vleugels.” (foto Belga)© BELGA

Proficiat, Mauri Vansevenant werd vorige week ook achtste op de Mont Ventoux.

Vanmarcke : “Voilà, klimmers onder elkaar.” (algemene hilariteit)

West-Vlaanderen heeft inderdaad weer klimmers, want naast Mauri zijn er ook Henri Vandenabeele en Harm Vanhoucke.

Lampaert : “Jonge gasten worden nu veel beter gescout en begeleid. Ik was een kermiscoureur. Nu hebben ze met de wattagemeter een veel beter inzicht in wat ze kunnen. Vroeger zijn er lichtgewichten geweest die niet opgemerkt werden, terwijl ze wel talent hadden.”

Vanmarcke : “Simpel voorbeeld: toen ik belofte was, werd Steven Kruijswijk er in de Vlaamse koersen gewoon uitgewaaid. Maar toch werd hij prof bij Rabobank en bleek hij ook nog eens een topper te zijn.”

Seps trainer Luc Wante zei me dat Arjen Livyns als lichtgewicht goed kan presteren in de kasseiklassiekers, omdat er nu tubeless, met banden zonder binnenband dus, wordt gereden.

Vanmarcke : “Zo heb ik het nog niet bekeken. Ik weet niet of dat bij hem de reden is. Qua postuur is Arjen een klimmer. Wat hij hier in de Tour des Alpes Maritimes et du Var doet, bergop tussen wereldtoppers finishen, is heel knap. Maar zijn hart ligt in Vlaanderen. Puur op wilskracht doet hij het ook hier niet onaardig. Maar los daarvan zijn we in wedstrijden als de Ronde naar meer en meer klimmers aan het gaan. Dat is geen goed nieuws voor Yves en ik.”

Lampaert : “De koersen hier zijn veel zwaarder geworden.”

Vanmarcke : “Vroeger had je een sprint naar de voet van elke helling, viel het bergop stil en begonnen we boven weer te koersen. Nu rijden die klimmers de laatste twee uur volle bak. Van Aert en Van der Poel kunnen dat aan, maar voor ons is dat veel moeilijker. Ik werd in 2014 nog vierde in de Strade Bianche, maar dat kan ik nu niet meer, ook al haal ik hetzelfde niveau. Dat is een klimkoers geworden.”

Lampaert : “Sep, vind jij ook niet dat de Ronde de meest gesloten klassieker van allemaal is? Iedereen is zo bang van die derde keer Oude Kwaremont en Paterberg. Dus staat de deur alleen achteraan open. Gasten die zoals in de Omloop op 60 km van de finish aanvallen, dat zie je in de Ronde niet.”

Vanmarcke : “Ik las dat Fuglsang dit jaar de Ronde rijdt. Ik vraag me nu af: wordt dat een trend?”

Julian Alaphilippe had vorig jaar bij zijn debuut meteen de Ronde kunnen winnen. Gaan we naar een peloton van lichtgewichten?

Lampaert : “Als hij niet was gevallen, waren Wout en Mathieu nog niet thuis met hem. Julian speelde met de pedalen. Ik zet hem zeker niet onder die twee en misschien zelfs erboven. Die regenboogtrui geeft hem ook vleugels. Neen, het zal dit voorjaar zeker niet alleen Van Aert en Van der Poel zijn.”

Vanmarcke : “Die drie zijn de eerstkomende drie jaar overal topfavoriet, maar er zullen nog andere renners klassiekers winnen.”

De strijd tussen Deceuninck-Quick-Step en Alpecin-Fenix in Brugge-De Panne vorig najaar vond ik mooi om te zien. Gaan we dat beeld opnieuw krijgen?

Vanmarcke : “Als procontinentale ploeg doen ze het heel goed. Ze zijn zeker WorldTour waard. Maar nu zeggen dat ze naast Deceuninck-Quick-Step staan? Neen. Zo kan je zes, zeven teams noemen.”

Lampaert : “Ze hebben een sterke ploeg rond Mathieu, maar in de breedte vind ik ze niet zo sterk. Voor mij is Trek de ploeg.”

Vanmarcke : “Dat vind ik ook.”

Lampaert : “UAE heeft zich in de breedte versterkt, Lotto-Soudal gaf een goeie indruk in de Provence. En misschien ook EF Education met Bettiol en Keukeleire, Sep?

Vanmarcke : “Die gasten zullen er wel staan, maar nu zijn we er veel aan het opsommen. Kijk, als ploeg kan er niemand tippen aan Deceuninck-Quick-Step. Dat was zo en dat is zo. Maar waar Alaphilippe, Van Aert en Van der Poel meedoen, zal er naar die drie gekeken worden. (grijnst) En in de andere koersen zal iedereen naar Deceuninck-Quick-Step kijken.”

Welke rol zal jij daarin spelen?

Vanmarcke : “Ik hoop zover mogelijk te komen, te beginnen met de Omloop. Ik was altijd goed in die koers, alleen de voorbije twee jaar liep het voor geen meter. Ik hoop vooral nog eens een goed gevoel in het openingsweekend te hebben. Dat zal al veel verschil maken.”

Yves, jij zit in een ploeg met vijf tot zes kandidaat-winnaars. Zou Sep er ook zijn plaats hebben?

Lampaert : “De eeuwige discussie. (grijnst) Misschien als hij wat goedkoper zou zijn? (lacht) Natuurlijk zou dat zo zijn, maar we moeten zijn keuzes respecteren. Sep heeft op zijn manier al heel veel uit zijn carrière gehaald.”

Vanmarcke : “Ik maak keuzes die voor mij het beste lijken. Als je bij een topploeg rijdt, kan je niet altijd je eigen ding doen, terwijl ik het tof vind om dat wel te kunnen.”

Peter Van Petegem heeft op het einde van zijn carrière wel de switch naar Quick-Step gemaakt. Ook een optie voor jou?

Vanmarcke : “Onmogelijk te zeggen. Het enige wat ik nu weet, is dat ik een contract tot eind 2023 bij Israel Start-Up Nation heb. In die drie jaar wil ik het beste uit mezelf halen. Verder kijk ik niet vooruit.”

Jullie zijn onze beste klassieke coureurs. Zien we dit voorjaar nog andere West-Vlamingen?

Lampaert : “Jonas Rickaert en Stan Dewulf. Jonas zette vorig jaar een grote stap, won met Dwars door het Hageland een mooie koers en hoort bij de kliek rond Van der Poel. Stan is in mijn ogen de grootste misser van Lotto-Soudal van de laatste jaren. Dat ze hem lieten gaan, begrijp ik niet. Ik zie daar een goeie klassieke coureur in.”

Vanmarcke : (knikt) “Zoiets zie je meteen. Het is niet alleen een goeie renner, hij heeft ook wilskracht en vechtlust. Twee kwaliteiten die je ook moet hebben om er te geraken. Bij AG2R zit hij met Van Avermaet en Naesen wel een beetje vast, maar als je jezelf onderscheidt, zal hij ook in die ploeg sowieso een trapje hoger komen te staan.”

Lampaert : “Het is aan Stan om zich te tonen in wedstrijden als Le Samyn, Kuurne en Waregem.”

Ook de jeugd had nu aan het seizoen moeten beginnen, maar door corona zijn er voorlopig geen koersen. Wat als Yves Lampaert en Sep Vanmarcke nu junior waren geweest?

Vanmarcke : “Heel jammer vind ik dat. Niet alleen voor de sportende jeugd. Voor iemand van zestien jaar is uitgaan en meisjes leren kennen het belangrijkste in zijn leven. Op die leeftijd leer je alles ontdekken. Dat kan nu niet en dat komt niet terug.”

Sep Vanmarcke: “Ik hoop vooral nog eens een goed gevoel in het openingsweekend te hebben. Dat zal al veel verschil maken.” (foto Getty Images)© Getty Images
Sep Vanmarcke: “Ik hoop vooral nog eens een goed gevoel in het openingsweekend te hebben. Dat zal al veel verschil maken.” (foto Getty Images)© Getty Images

Lampaert: “Weet je, ik zou op dit moment liever junior dan belofte zijn. Ik was een laatbloeier. Het was voor mij kantje boord om prof te worden. In een coronajaar als 2020 zou ik een vogel voor de kat geweest zijn. Ik zou beslist hebben om te gaan werken en van koersen zou niets in huis gekomen zijn. We moeten opletten dat we straks niet met een verloren generatie zitten.”

Vanmarcke: (knikt) “De jongens die geweldige vermogenswaarden kunnen voorleggen, zijn nu in het voordeel, alleen draait koers om veel meer dan dat. Maar ik stel wel vast dat er almaar meer renners een contract krijgen op basis van hun wattages, terwijl ze niet eens in een peloton kunnen rijden.”

Lampaert : “Zo’n profcontract op basis van Zwift, dat vind ik echt belachelijk.”

Sep, ik heb ook nog goed nieuws: Yves zal ons op 10 april, de dag voor Parijs-Roubaix, op een stukje taart trakteren.

Vanmarcke : “Ach zo…”

Lampaert : “Een nieuwe voordeur, djuu toch… Gedaan met spelen. (lacht) Gelukkig kreeg ik nooit de stempel van een talent, anders zouden de journalisten me nu het eeuwige talent noemen.” (dinsdag raakte ook bekend dat Lampaert voor de eerste keer papa wordt, red.)

Vanmarcke : “Yves, ik zal eens iets zeggen, hé: eens je 30 bent, zeggen ze de hele tijd dat je oud wordt.”

Lampaert : “Ik zeg dat hier op stage in Spanje al hele dagen tegen mijn kamergenoot Mauri (Vansevenant, red.) . Ik wil op tijd gaan slapen, maar hij zit de hele tijd rond te crossen. En dan zeg ik: Mauri vent, wacht maar tot je 30 bent, ge zult rap anders klappen.