Van Keirsbulck & Vermote: “Het is uit periodes als deze dat je het meest leert”

(foto Wouter Meeus)©WMe by Wouter Meeus
(foto Wouter Meeus)©WMe by Wouter Meeus
Tom Vandenbussche

In 2011 vierden Guillaume Van Keirsbulck (30) en Julien Vermote (31) hun profdebuut bij Quick-Step. Dat was al een prestatie op zich, want samen met Mauri Vansevenant zijn ze de enige West-Vlamingen die dat kunnen zeggen. Tien jaar na datum was zowel Van Keirsbulck als Vermote echter ei zo na prof af, maar Alpecin-Fenix speelde in extremis voor reddende engel. Een dubbelinterview met de twee verloren zonen.

2011 lijkt al een eeuwigheid geleden. Wat herinneren jullie zich nog van jullie profdebuut?

Vermote : (glimlacht) “Dat het al even geleden is, hé. Als jonge gast bij Quick-Step kunnen tekenen, is sowieso heel mooi. Alsof je bij Real of Barcelona gaat spelen. Mijn debuut was niet makkelijk: Catalonië, Baskenland, Dauphiné… Ik ging ook voor het eerst op hoogtestage, met Tom Boonen, Sylvain Chavanel en Kevin De Weert. Dat zware programma was geen cadeau, maar ik ben er wel goed uitgekomen.”

Van Keirsbulck : “Ik was één van de jongste Belgische profs sinds Frank Vandenbroucke. Men zei dat het te vroeg was, maar toch kon ik me vaak in de kijker rijden en zelfs twee keer winnen. Als ik het nu opnieuw mocht doen, zou ik voor een kleinere ploeg zoals Topsport Vlaanderen kiezen, zoals Yves Lampaert. Als jonge gast kan je beter langzaam groeien, terwijl ik nu meteen heel veel in dienst moest rijden. Door mijn uitslagen bij de jeugd werd ik meteen de nieuwe Tom Boonen genoemd, terwijl ik nog geen koers had gewonnen. Misschien heb ik er in die tien jaar niet alles uitgehaald, maar nu ben ik echt wel goed wakker geschud.”

Waar kijk je na die tien jaar als prof trots op terug?

Van Keirsbulck : “Mijn beste seizoen was 2014, toen ik in De Panne, de Eneco Tour, Ichtegem en Roeselare won. Alleen ben ik in 2015 met de rug beginnen te sukkelen. Daardoor bleef ik ook in 2016 onder mijn niveau. Ik vond mijn twee seizoenen bij Wanty in 2017 en 2018 wel goed. Maar bij CCC moest ik weer volledig in dienst rijden. Alles wat men mij vroeg, deed ik. Ik ben iets te braaf en zou wat stouter moeten zijn. Dat ik de laatste twee jaar geen enkel resultaat kan voorleggen, heeft in mijn nadeel gespeeld om een ploeg te vinden.”

Vermote : “De wereldtitel in het ploegentijdrijden blijft een heel bijzondere herinnering, maar dat kan ik ook zeggen van mijn eerste profzege, de 3-Daagse van West-Vlaanderen, en mijn ritoverwinningen in de Tour of Britain. Er zijn ook heel wat dagen geweest waarop ik een beslissende rol voor de ploeg heb kunnen spelen. Denk maar aan de 100ste zege van Mark Cavendish, in de Giro van 2013. Of die Tourrit op de kasseien met Tony Martin, toen hij ook de gele trui veroverde. Dat staat in mijn geheugen gegrift.”

Toch bleek het eind 2020 heel moeilijk om een nieuwe ploeg te vinden. Aan wie heb je in die periode het meest steun gehad?

Van Keirsbulck : “Mijn vriendin Taisa. Zij was er voor mij, dag en nacht, en is me altijd blijven steunen. Chapeau voor haar.”

Vermote : “Mijn familie uiteraard, maar finaal moet je het zelf doen. Dat is niet negatief bedoeld. Het is gewoon zo. Topsport is keihard. Op sommige momenten in het leven sta je er alleen voor.”

Hoe kijken jullie terug op die moeilijke periode?

Vermote : “Ik heb de hoop altijd behouden, ook al was het niet makkelijk om de anderen aan het seizoen te zien beginnen. Maar ik bleef me altijd verzorgen en ben daar best wel trots op. Het is iets waar ik fier op mag zijn. Het geeft me voldoening en het heeft me gesterkt. Het is dikwijls uit zulke periodes dat je het meest leert en het meest progressie boekt.”

Van Keirsbulck : “Ik bleef tot begin januari trainen, maar werd zot van het lange wachten. Toen heb ik een tijdje niets gedaan. Ik moest alles even laten bezinken. Wat wilde ik echt? Uiteindelijk heb ik me een nieuwe fiets gekocht. Het plan was eerst om dit jaar kermiskoersen te rijden en me zo weer te bewijzen.”

En toen kwam Alpecin-Fenix op de proppen…

Van Keirsbulck : “Tijdens Tirreno-Adriatico stuurde Mathieu van der Poel me dat er goed nieuws op komst was. We kunnen het goed met elkaar vinden, want Mathieu en ik delen dezelfde passie: auto’s. Enkele weken later zei Christoph Roodhooft dat hij me een kans wilde geven.”

Vermote : “Ik ben heel blij met de kans die ik krijg. Het is leuk om in zo’n ploeg te zitten. Ik merkte meteen dat er een duidelijke strategie is. De opvolging van mijn trainingen, het management met de broers Roodhooft… Het zit vaak in details.”

En nu?

Vermote : “Voorlopig heb ik nog geen zicht op waar ik mijn eerste koers van 2021 zal rijden. De ploeg volgt het goed op. Ik wil sowieso nog een heel eindje blijven koersen. Er komt zeker nog een mooie periode aan. Neen, het gaat niet bergaf met mij.”

Van Keirsbulck : “Voorlopig rijd ik bij het continentale team. De Tro-Bro Léon van afgelopen weekend was niet de ideale koers om te herbeginnen, maar het ging vlot, alleen heb ik heel veel met mijn krachten gewoekerd en stond ik na 185 kilometer plots geparkeerd. Ploegleider Frederik Willems zei dat hij me nog niet zo sterk verwacht had. De Ronde van Limburg is mijn volgende koers. Christoph en Philip Roodhooft geloven in mij. We kijken nu al vooruit naar de voorjaarsklassiekers van 2022. Dan moet ik er weer helemaal staan.”