Nonkel Geert bepaalde mee de carrière van Yves Lampaert: “Hij doet zondag mee voor winst”

Geert Neirynck: “Yves is een geboren Flandrien. Een rit over de Mont Ventoux zal je hem niet zien winnen, maar een kasseikoers daarentegen… Schrijf hem dan standaard maar al op.” © Stefaan Beel
Maxim Bille
Maxim Bille Webredacteur KW

Wie als West-Vlaamse koersliefhebber aan Parijs-Roubaix denkt, denkt sporadisch aan Yves Lampaert. De renner uit Ingelmunster is verliefd op kasseien en behaalt er telkens mooie resultaten. Dat heeft hij een beetje te danken aan Geert Neirynck – zegt Geert Neirynck, een oom van Lampaert: “Yves is op zijn veertien jaar door mij beginnen koersen.” Een geanimeerd gesprek over zijn neef en de Hel van het Noorden, met tussendoor enkele leuke anekdotes.

Geert Neirynck is op zijn 69ste nog altijd actief als landbouwer. In het dorp Egem, een deelgemeente van Pittem, doet hij aan veehandel. Daarnaast is Geert wellicht een van de grootste supporters van Yves Lampaert. Dat kan bijna niet anders, want Lampaert is dankzij zijn oom beginnen koersen. Wij West-Vlamingen mogen Geert dus enorm dankbaar zijn.

“Ikzelf zat wat in het koersmilieu, via Gorik Gardeyn en Stijn Neirynck”, opent Geert het gesprek. “Op dat moment deed Yves aan judo. Hij kon dat heel goed, maar dikwijls had hij wedstrijden in de voor- en de namiddag. Er zat dan veel tijd tussen beide wedstrijden en dat vond hij vervelend. Op zijn veertiende is hij dan door mij beginnen koersen. Dat was bij de Tieltse Renners. Hij reed onmiddellijk prijzen en het was meteen duidelijk dat er iets in zat. Van de Tieltse Renners trok hij dan als belofte naar de ploeg van Philippe Soenens (nu Home Solutions Cycling Team, red.).”

Liefde voor de kasseien

Tien jaar geleden werd al meteen duidelijk waarin Yves Lampaert goed is: over kasseien vlammen. Sjette geven, zoals hij het zelf zou verwoorden. In de belofte-editie van 2012 werd Lampaert knap tweede, achter ene Bob Jungels.

“Die koers is op zijn lijf geschreven”, zegt Geert. “Ik zie hem ook niet meteen een ander monument winnen. We moeten realistisch zijn. Parijs-Roubaix ligt perfect binnen zijn mogelijkheden, en dat voor minstens nog vijf jaar. Yves is een geboren flandrien. Een rit over de Mont Ventoux zal je hem niet zien winnen, maar een kasseikoers daarentegen… Schrijf hem dan standaard maar al op. Hij zal er nooit ver van zijn.”

Om dat doel waar te maken besloten Yves en zijn entourage om als eliterenner eerst wat te rijpen bij Topsport Vlaanderen-Baloise. Daarna zou de grote stap volgen: aansluiten bij de top, in een grote ploeg. “Yves zou normaal naar het Trek Factory Racing Team (nu Trek-Segafredo, red.) gaan. Toenmalig ploegleider en West-Vlaming Dirk Demol wou hem er graag bij.”

Maar ook hier speelt oom Geert alweer een prominente rol in de carrière van Yves Lampaert. “Ik zei meteen dat hij dat niet mocht doen. Ik heb toen gebeld met Luc Maes van Latexco. Zij sponsoren al meer dan 25 jaar de projecten van het team en ik ben goed bevriend met Luc. Op zijn beurt heeft hij dan contact opgenomen met Patrick Lefevere, en toen is alles eigenlijk heel snel gegaan. Zonder mijn tussenkomst zou Yves zeker bij Trek getekend hebben.”

Vijf keer lek met superbenen

Sinds Yves profrenner is, behaalde hij telkens mooie resultaten in zijn droomkoers. In 2015, zijn eerste editie bij de troepen van Lefevere, eindigde hij meteen als zevende. In 2019, het jaar waarin Lampaert in de Belgische kampioenentrui rondreed, stond hij zelfs op het podium, als derde.

Vanaf toen zat het allemaal wat tegen, in ‘zijn’ Parijs-Roubaix. In 2020 en 2021 werd de voorjaarskoers geannuleerd, wegens corona. “Gelukkig werd de editie van 2021 uiteindelijk nog gereden, begin oktober. Maar Yves reed toen, denk ik, in totaal zo’n vijf keer lek, telkens op een cruciaal moment. Uiteindelijk eindigde hij nog als vijfde. Normaal is Yves heel bescheiden, maar toen zei hij letterlijk dat hij de benen had om de koers te winnen. Heel spijtig, maar niks aan te doen.”

Een foto van Geert met Yves uit 2012, toen hij provinciaal kampioen werd. (foto Roland Desmet)
Een foto van Geert met Yves uit 2012, toen hij provinciaal kampioen werd. (foto Roland Desmet) © (foto Roland Desmet)

En ook dit jaar heeft Yves Lampaert al met behoorlijk wat pech moeten afrekenen. De renner van Quick Step-Alpha Vinyl begon sterk aan het seizoen, maar moest door ziekte opgeven in Parijs-Nice. “Ik denk dat ze binnen de ploeg iets te voorzichtig zijn geweest”, gaat Geert verder. “De renners werden enorm afgeschermd. Nu alles weer wat losser is, loop je als topsporter natuurlijk al wat sneller het risico om ziek te worden. Je merkt dat ook bij de andere ploegen, want zowel elk team heeft ermee te kampen.”

Noodgedwongen Op hotel

Uiteindelijk spartelde de West-Vlaming zich erdoor en lijkt hij net op tijd zijn goede vorm weer te pakken te krijgen. Maar het gevaar loert om ieder hoekje.

“Zijn partner, Astrid, zit momenteel thuis met corona”, vertelt Geert. “Daarom blijft ze samen met hun zoontje Aloïs in quarantaine. Dat betekent dus wel dat Yves nu op hotel moet slapen. Plezant is anders, maar er zijn ergere dingen in het leven. Ik zou wel graag in zijn plaats willen zijn. Een pintje drinken in de bar, goed eten in het restaurant. Ik zou me er niet vervelen”, lacht Geert.

Liever wat slechter weer

Voor zondag heeft Geert er wel een goed gevoel bij. Al moet de koers dan wel hard gemaakt worden, vertelt hij. “Yves heeft er meer baat bij dat het wat slechter weer is. Dan presteert hij beter. Hoe dan ook: zonder tegenslagen doet hij mee voor de prijzen. Maar een monument krijg je niet op bestelling. Ik had veel liever gehad dat het al gebeurd was. Dan stond de kassei al binnen. Nu vliegt hij nog rond.”

Zondag omstreeks 17 uur zullen we het dus weten. Zelf zal Geert er wellicht niet bij zijn in Noord-Frankrijk. “Ik volg het veel liever op tv, want dan hoor en zie je alles veel beter. Vroeger ging ik uiteraard wel vaak kijken, maar toen reed hij bij wijze van spreken hier nog rond de kerk.”

Die uitspraak over mijn mooiste koe? Daar heb ik nog steeds geen spijt van! Ik geef hem die met plezier

Eén ding is wel al zeker: als Lampaert zondag of in de komende jaren kan juichen op de wielerpiste van Roubaix, staat hem nog altijd een heel mooi cadeau te wachten. “Die uitspraak over mijn mooiste koe? Daar heb ik nog altijd geen spijt van! Ik geef hem die met plezier, want ik gun hem die overwinning zo hard. En ik niet alleen. Ik ben er zeker van dat iedere West-Vlaming die de koers volgt het hem ook zou gunnen, net als de andere renners in het peloton.”