Mauri Vansevenant is klaar voor een mooie nazomer

Mauri Vansevenant houdt gemengde gevoelens over aan de Giro. (foto Belga) © Sirotti / Icon Sport
Tom Van Houtte

Twee maanden na het einde van de Giro, de tweede grote ronde uit zijn carrière, begint Mauri Vansevenant (23) aan het tweede deel van zijn seizoen. In de Ronde van Polen mag de Torhoutenaar van Quick-Step Alpha Vinyl voor eigen rekening rijden. “Ik koers graag in Polen.”

Het is exact drie jaar geleden dat Mauri Vansevenant als tweedejaarsbelofte van EFC-L&R-Vulsteke met meer dan een straat voorsprong de gereputeerde Giro della Valle d’Aosta op zijn naam schreef. Intussen is de zoon van ex-prof Wim al twee jaar aan de slag bij het Quick-Step van Patrick Lefevere, behaalde hij een zege in een Italiaanse semiklassieker en liet hij al meerdere keren flitsen van zijn klasse bewonderen.

Mauri, we zijn nu twee maanden na het einde van de Giro, waarin je twee keer in de top tien eindigde en in de vierde rit naar de Etna-vulkaan op een zucht van de roze trui strandde. Hoe kijk je daar nu op terug?

Vansevenant: “In de derde week had ik meer overschot dan vorig jaar in de Vuelta. Maar echt overtuigend was het allemaal niet. Er is nog veel werk aan de winkel om in een grote ronde echt voor de prijzen mee te doen. Als ik naar de toprenners in de voorbije Giro en Tour kijk, stel ik vast dat het tegenwoordig onmogelijk is om in de voorbereiding op een grote ronde geen hoogtestages in te lassen. Maar door corona was het een moeilijk voorjaar voor onze ploeg. Er vielen geregeld renners uit, waardoor het niet evident bleek om een perfect programma uit te stippelen.”

Ook jij bleef niet gespaard van corona.

Vansevenant: (knikt) “Maar ik heb het wel pas gekregen na afloop van de Giro. Ik heb er redelijk zwaar van gehad. Vijf dagen barstende hoofdpijn en tien dagen zonder fiets, waarna ik van nul ben herbegonnen en het BK aan me voorbij heb laten gaan. Ik had al genoeg renners gezien die door te vroeg herbeginnen in een sukkelstraatje beland zijn.”

In juli trok je met enkele ploegmaats, onder wie Julian Alaphilippe, op hoogtestage naar Livigno. Hoe is het daar verlopen?

Vansevenant: “Goed eigenlijk. Ik heb een volledig ander gevoel dan een maand geleden. Twee weken was ideaal en meer dan voldoende voor mij. Ik vind het altijd leuk om naar Livigno te gaan, maar na twee weken heb ik het daar wel gezien. Je doet de Foscagno, de Bernina en de Livigno en vaak doe je die zelfs twee keer op een dag. Dat werd toch wat eentonig.”

De realiteit is dat ook jij met de huidige trant mee moet: hoogte, hoogte en hoogte.

Vansevenant: “Het probleem is: niet alleen Jumbo-Visma doet hoogtestages, ook de andere teams doen dat. Om succes te boeken, komt er dus meer bij kijken dan alleen maar op hoogte trainen. Ik noem het finetuning. Het gevoel krijgen wat jou het best ligt, is het moeilijkst. De weg naar succes is voor iedereen anders. Ik denk dat iemand als Wout van Aert die weg nu gevonden heeft. Iedereen presteert op een zodanig hoog niveau. Dat kan je niet bereiken door iedereen hetzelfde te laten doen.”

Wat verwacht je van jouw terugkeer in competitie in Polen?

Vansevenant: “Normaal zal het een wedstrijd zijn die me ligt. Als belofte heb ik al eens een rittenkoers in Polen gereden. Het was daar best aangenaam, moet ik zeggen. Mooie streek, redelijk lastig met korte, steile beklimmingen. Vaak is de koers er lastiger dan vooraf aangekondigd. Ik denk dat ik een vrije rol zal krijgen. Cavendish zal uiteraard de sprints doen, terwijl Mauro Schmidt en ik voor het klassement mogen gaan.”

Je rijdt geen Vuelta. Patrick Lefevere had jou er nochtans graag bij gehad als klimknecht voor Remco Evenepoel.

Vansevenant: “Dat zal hij eerder om te lachen gezegd hebben. Eén grote ronde volstaat voor mij op dit moment. Ik zal meer deugd hebben van enkele kleine rittenkoersen, zoals de Tour de l’Ain en de Ronde van Duitsland. Weer zo’n grote ronde van drie weken is mentaal lastig. En ik kijk ook uit naar de Italiaanse najaarskoersen. Daar sta ik meestal paraat.”

Heb je naar de Tour gekeken?

Vansevenant: “Ja, niet elke dag, maar het scheelde niet veel. Het was elke dag koers, koers en nog een keer koers. Het was aangenaam om te kijken. Je mocht niet veel missen.”

Jij hebt al vaak tegen Jonas Vingegaard gekoerst. Vier jaar geleden won hij de proloog van de Ronde van Aosta, waarin jij uiteindelijk tiende en beste jongere werd. Vorig seizoen zag je hem vanop de eerste rij de Settimana Coppi e Bartali winnen en begin dit seizoen reed je met hem in de aanval in twee Zuid-Franse eendagskoersen. Hoe goed ken je hem?

Vansevenant: “Het klopt dat ik al een paar keer tegen hem gekoerst heb. Ik kan weinig over hem zeggen, want ik ken hem niet zo goed. Of hij voor mij een verrassende Tourwinnaar is? Neen, voor niemand, denk ik. Pogacar was voor iedereen de favoriet, maar daarna stonden hij en Roglic bij Jumbo-Visma op dezelfde hoogte. Ook in het peloton dacht men er zo over.”

Tot slot: ben jij nog verrast door Wout van Aert?

Vansevenant: (grijnst) ‘Elke dag opnieuw. Ik vraag me af hoe het mogelijk is. Er zit geen logica meer in. Ik denk dat niemand verwacht had dat de groene trui Pogacar uit het wiel ging rijden. Van Aert was al in topconditie vanaf de eerste dag. Ik weet niet hoe je het moet doen om drie weken op zo’n niveau rond te rijden. Ik heb veel respect voor hem, natuurlijk. Iedereen heeft enorm veel respect voor iemand die zoiets kan.”

Je hebt hem dinsdagavond in het Dovy Natourcriterium in Roeselare niet uit het wiel durven te rijden?

Vansevenant: (grijnst) “Ik denk dat we daar beiden toch een beetje met de rem op hebben gereden.”