Drukke weken ten huize Debusschere. Nadat zijn ploeg B&B ophield te bestaan en er zich geen alternatief aandiende, besliste voormalig Belgisch kampioen Jens Debusschere (33) immers een eenmansploeg op te richten. De afgelopen maanden zocht hij – met succes – naar sponsors en zondag volgt in Stekene als alles goed gaat zijn solodebuut. En dat allemaal met één doel: “Ik wil nog eens Belgisch kampioen worden.”
Een renner die in een eenmansploeg aan de start staat van een wielerwedstrijd, het is hoogst uitzonderlijk. “Ik heb me laten vertellen dat zoiets al veertig jaar geleden is”, lacht Debusschere. Zondag komt aan die periode evenwel een einde, want dan maakt Debusschere normaliter zijn debuut voor Yaro-Belisol, de eenmansploeg die hij zelf uit de grond stampte. “Dat is althans de bedoeling”, aldus Debusschere. “Dinsdagavond kreeg ik echter plots koorts, waardoor ik eventjes samen met mijn dochter aan de zetel gekluisterd lag en mijn deelname nog wat onzeker is. Nochtans ging het tot dan eigenlijk erg goed met me. Sinds een tweetal weken was ik terug intensief aan het trainen, nadat ik me daarvoor door tijdsgebrek vooral op andere dingen moest focussen.”
Juist, je moest op zoek naar sponsors voor je eenmansploeg.
“Inderdaad. Ik gaf mezelf na het stopzetten van B&B tot de derde week van januari om een andere ploeg te vinden. Anders zou ik stoppen. Zo zat het toch in mijn hoofd. Tot ik Jens Adams zag rijden in zijn Chocovit-trui én het BK-parcours bekendgemaakt werd. Plots dacht ik bij mezelf: waarom zou ik niet gewoon hetzelfde doen? Zo geschiedde.”
Hoe begin je daar in godsnaam aan?
“Op een ochtend ging ik trainen en maalde dat idee continu door mijn hoofd. Toen ik thuiskwam, heb ik mijn laptop genomen en een document aangemaakt: The Final Straight. Daarin deed ik mijn project uit de doeken. Dat document stuurde ik naar potentiële sponsors. Ik kon toch niet gewoon op hen afstappen en zeggen: Hallo, ik wil graag prof blijven. Willen jullie mij sponsoren?”
Hoe reageerde je entourage op dat idee? Gangbaar is het allerminst.
“Aanvankelijk durfde ik het bijna niet voorstellen aan mijn entourage. Ik dacht dat ze mij zouden uitlachen of mijn idee zouden afschieten. Al bleek iedereen erg enthousiast.”
Met Belisol, Yaro, Appelmans, ‘t Misverstand, Verleyzen Bandencentrale, Soigneurs Vélo en Bahamontes vond je ondertussen ook heel wat sponsors. Het lijkt alsof de zoektocht vrij vlot verlopen is.
“Ja, tot mijn grote verrassing is het vlot gegaan. Op relatief korte periode was alles in orde. Toch verrassend in deze uitdagende tijden op economisch vlak. Anderzijds vroeg ik ook niet het grote budget. Ik mikte op achttien- à negentienduizend euro om alle kosten zoals mijn loon, rsz, vergunningen en dergelijke te dekken. Ik heb nu zelfs iets meer budget dan vooropgesteld, maar dat geld zal ik gebruiken om de sponsors op het BK iets meer in de verf te zetten. Het was vooral een heel erg leerrijke periode, een beproeving zelfs. (lacht) Je beseft plots dat niet alles vanzelfsprekend is. Zo zijn we bijvoorbeeld lang bezig geweest met het ontwerp van de trui. Daar sta je als renner echt niet bij stil. Ook voor de eerste keer bij een sponsor binnenstappen, was een hele beproeving. Ergens binnenkomen en je plan uit de doeken doen: dat had ik nooit eerder gedaan en al zeker niet bij mensen die het gewoon zijn van te onderhandelen. Ik zat daar dus altijd wel met een heel klein hartje, ook al was mijn plan goed beargumenteerd. Ik zie deze periode als een goede stap tussen het sportieve leven en het normale leven.”
Je doet dit alles met één groot doel: het BK. Geloof je echt dat je Belgisch kampioen kan worden?
“Ja, dat geloof ik. Ik ben maar met één iets bezig en dat is het BK. Andere renners hebben nog zoveel andere doelen. Voor hen is het BK slechts een van de vele wedstrijden. Voor mij is het BK dé wedstrijd. Ik zal er alles aan doen om er op mijn allerbest mogelijke niveau aan de start te staan. Dus ik denk op zich echt wel dat het kan. Al zitten we in ons land uiteraard met een weelde aan supercoureurs en supertalenten die we lang niet meer gehad hebben. Ik besef zelf ook wel dat de kans klein is dat het me zal lukken om nog eens de nationale driekleur te pakken, maar een waterkans is ook een kans, hé.”
“Ik zie deze periode als een goede stap tussen het sportieve leven en het normale leven”
Door openlijk te zeggen dat je Belgisch kampioen wil worden, leg je jezelf toch wel veel druk op? Je had evengoed kunnen zeggen dat je voor een toptienplek ging.
“Dat is waar. Maar weet je, op een mooie manier afscheid nemen van het profwielrennen is mijn enige betrachting. Is dat dan met een tiende, een vijfde of een eerste plek, dat maakt op zich niet uit. Ik wil nu gewoon nog één keer alles op alles zetten, nog één keer het onderste uit de kan halen. Ik wil me nog één keer volledig uitwringen. Als ik daarna een week lang in bed moet blijven liggen om te bekomen, dan is dat maar zo. Ik wil achteraf vooral geen spijt hebben. Nog eens Belgisch kampioen worden, is een droom, zeker op een parcours dat erg hard lijkt op mijn favoriete wedstrijd Gent-Wevelgem. En dromen komen nu eenmaal niet al te vaak uit, maar ik wil het op zijn minst proberen.”
Hoe ver sta je met de voorbereidingen?
“Mijn programma ligt nog niet helemaal vast. Op dit moment is mijn niveau ook nog niet super. Dat weet ik zelf ook wel. Ik denk dat het nog enkele weken zal duren vooraleer ik me weer goed zal voelen op de fiets. Volgende week vertrek ik voor een week naar Spanje en daar zal ik een goede basis kunnen leggen. Als ik daarna ook nog twee weken hier goed kan trainen, dan zal ik al een vrij goed niveau halen.”
Daar zal je trainer Tim Declercq dan mee verantwoordelijk voor zijn. Hoe kwam je bij hem terecht om jou te trainen?
“Twee jaar geleden haalde Tim zijn master LO & Bewegingswetenschappen en toen we vorig seizoen eens samen op stage waren, merkte ik dat hij echt wel hard bezig is met de trainingstechnische kant van het verhaal. Én dat hij er ook echt goed in is. Ik ben dan op een bepaald moment mijn trainingsschema’s van de ploeg naar hem beginnen doorsturen om zijn mening te vragen. Daarop stelde hij dan vaak aanpassingen voor, die ik ook effectief volgde. Ik voelde me erg goed bij zijn schema’s – ook al waren ze daar bij de ploeg niet altijd mee gediend. Toen ik zonder ploeg zat, heb ik hem dan ook meteen gevraagd of hij tijd en goesting had om mijn trainer te worden en hij zag dat zitten.”
Stel dat je in juni op miraculeuze wijze effectief Belgisch kampioen wordt. Is het dan echt onverbiddelijk gedaan?
“Zoals het nu in mijn hoofd zit: ja. Zeg nooit nooit natuurlijk, maar het zou toch echt iets héél exclusief of interessant moeten zijn om me nog te overtuigen om door te doen. Maar dan nog… Stel dat ik Belgisch kampioen word, zal ik wel nog beschikbaar zijn voor mijn sponsors om bijvoorbeeld social rides te doen. Maar aan de start staan van een officiële wedstrijd? Dat zal zelfs met een Belgische titel waarschijnlijk niet meer gebeuren.”
“Veel coureurs zouden tekenen voor mijn palmares. Ik heb er het maximum uitgehaald”
Hoe zal je dan terugkijken op je carrière?
“Heel tevreden en zonder spijt. Al had ik met wat ik nu weet misschien wel andere keuzes gemaakt, aangezien de twee ploegen waar ik na Lotto gereden heb, failliet zijn gegaan. (lacht) Maar veel coureurs zouden tekenen voor mijn palmares. Vijftien koersen gewonnen, waarvan enkele hele mooie. Ik ben er dan ook van overtuigd dat ik er het maximum heb uitgehaald.”
Laat ons wel eerlijk zijn: de laatste jaren haalde je niet echt meer het niveau dat we van jou konden verwachten. Heb je daar een verklaring voor?
“Het klopt dat ik een drietal jaar zonder succes op zoek was naar mijn beste niveau. Daar zijn twee redenen voor. Enerzijds was er een grote verandering in het peloton. De waardes die nu gereden worden, liggen vijftien procent hoger dan toen ik begon. Die jonge gasten halen zo’n hoog niveau! Ze breken de koers ook veel vroeger open. Vroeger kon je op 50 km van de meet beginnen denken aan anticiperen, terwijl de finale nu al vollebak bezig is op 80 km van de meet. Anderzijds is alles ook veranderd na mijn val in Gent-Wevelgem. (in 2016 kwam Debusschere zwaar ten val en brak hij twee zijwaartse uitsteeksels van zijn rug, red.) Sindsdien was de constante in mijn prestaties helemaal weg. Ik denk dat die val een keerpunt is geweest. Maar nogmaals: in de jaren dat ik op mijn best was, heb ik er wel uitgehaald wat eruit te halen viel.”
Wat volgt er na 25 juni? Een café openen?
“Dat was een droom die ik koesterde, al heb ik die plannen wel wat bijgestuurd. (lacht) Nu zouden Kelly en ik de bakkerij van haar ouders overnemen. Maar laat me eerst maar focussen op het BK. Daarna heb ik nog tijd genoeg om na te denken over mijn toekomst!”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier