Johan Bruyneel heeft woensdagavond in een uitgebreid bericht op sociale media gereageerd op het statement van de Internationale Wielerunie (UCI) van afgelopen maandag. De UCI hekelde de aanwezigheid van Bruyneel in het startdorp van de Tour de France voor rit 12, vorige week donderdag. De voormalige ploegleider spreekt over een “persoonlijke aanval” van de Franse voorzitter David Lappartient.
Bruyneel is levenslang uitgesloten van deelname aan activiteiten rond het wielrennen vanwege zijn rol als sportdirecteur bij de dopingpraktijken bij ploegen US Postal en Discovery Channel begin jaren 2000.
“Persoonlijke aanval”
Toch bevond hij zich op 17 juli, in het kader van het VRT-wielerprogramma ‘Vive le vélo’, in het startdorp van de Tour de France, in een zone die niet voor het publiek toegankelijk was. Dat stootte de UCI tegen de borst. De Internationale Wielerunie benadrukte dat het voor Bruyneel “ten strengste verboden om aan het evenement deel te nemen of toegang te krijgen tot voor het publiek gesloten zones”.
Bruyneel reageerde woensdag. “De heer Lappartient vond het nodig om mijn aanwezigheid publiekelijk te veroordelen, en dat met een scherp geformuleerde verklaring”, postte hij op sociale media. “Suggererend dat ik door mijn levenslange schorsing niet bevoegd was bij dit evenement aanwezig te zijn. Het is mij duidelijk dat dit wederom een persoonlijke aanval is. Het is niet de eerste keer dat de heer Lappartient zijn vizier op mij richt.” (Lees verder onder de post)
Statement from Johan Bruyneel in Response to UCI President David Lappartient
— Johan Bruyneel 🇧🇪 (@JohanBruyneel) July 23, 2025
It was brought to my attention that Mr. David Lappartient, President of the UCI, issued a press release yesterday regarding my presence at the Tour de France last week.
I can confirm that I attended… https://t.co/Wq8yEpNrME
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Niet bij laten
De zestigjarige Izegemnaar is niet van plan de zaak te laten rusten. “Ik zal juridisch advies inwinnen om de geldigheid en rechtmatigheid van de openbare verklaring en handelingen van de UCI-voorzitter te kunnen beoordelen. Ik ben van plan alle mogelijke wegen te bewandelen om te bewijzen dat meneer Lappartient ten onrechte dergelijke verklaring gaf. Indien nodig zal ik juridische stappen tegen hem ondernemen. Ik breng verder verslag uit zodra ik juridische duidelijkheid heb verkregen.”