Gianni Meersman moet Van der Poel, Merlier en Philipsen naar ritzeges leiden: “Goeie ploegleider? Dat moet je aan de renners vragen”

Tim Merlier (Alpecin-Fenix) won de eerste etappe in de Benelux Tour. © BELGA
Tom Vandenbussche

In 2016 won Gianni Meersman twee etappes in de Ronde van Spanje. Vijf jaar later is de inmiddels 35-jarige Ingelmunsternaar ploegleider bij Alpecin-Fenix. Deze zomer ruilde hij de veldritploeg van Pauwels Sauzen-Bingoal in voor het wegteam van de broers Roodhooft. “Als ik nu neen had gezegd, zou ik een dommekloot geweest zijn.”

Gianni Meersman is deze week aan de slag in de Benelux Tour. Donderdag finishte de vierde rit zelfs in zijn geboortestreek, maar van heimwee naar zijn eigen carrière is geen sprake. Nochtans was Meersman de voorbije weken van de partij in de Ronde van Wallonië, Ronde van de Ain en Ronde van Burgos, wedstrijden waarin hij als renner uitstekend voor de dag kwam en zelfs mooie successen boekte. “Zelfs als ik ergens 20 ritten gewonnen heb, zeg ik daar niets over. Mijn carrière, dat is het verleden. Het doet mijn renners niet sneller rijden. Maar ze beginnen er soms wel zelf over. Geen probleem voor mij.”

Wat herinner jij je nog van die dubbele ritzege in de Vuelta?

(denkt even na) “Ik won de tweede en vijfde etappe in Baiona en Lugo. De ene keer voor Schwarzmann, Cort Nielsen en Kwiatkowski, de andere keer voor die Italiaan van Trek die de groene trui won, alleen ben ik zijn naam (Fabio Felline, red.) even vergeten. Ik weet ook nog dat de aankomstfoto in Lugo vanuit de lucht een fantastisch beeld opleverde, met een groot kasteel en mensen die bovenop een muur stonden te supporteren. 2016 was nochtans niet mijn beste jaar. Na de Amstel Gold Race sukkelde ik met de knie en mocht ik een maand niet fietsen.”

“Dat heeft nooit in de krant gestaan. Er kwam zelfs wat kritiek vanuit mijn ploeg (Etixx-Quick-Step, red.). Men twijfelde blijkbaar of die knieproblemen echt waren, maar een renner zal zoiets nooit faken. Die zeges in de Vuelta smaakten dus extra zoet, want ik was al jaren op zoek naar ritwinst in een grote ronde. Het sierde de ploeg wel dat het mij meenam naar Spanje, want we wisten van elkaar dat we in 2017 niet meer zouden samenwerken. Knap, want dat doen maar weinig ploegen.”

Exact een maand na de Vuelta werd je 68ste in de Sluitingsprijs Putte-Kapellen, wat later de allerlaatste wedstrijd uit je carrière bleek te zijn. Wat kan je daar nog over vertellen?

“Niet veel. (lacht) Dat was niet echt mijn type wedstrijd, zal ik zeggen. Trouwens, ik reed daarna nog de afscheidswedstrijd van Gorik Gardeyn, Jan Ghyselinck en Alessandro Soenens in Egem. (glimlacht) Later bleek dat ook mijn afscheidskoers te zijn. Geen officiële wedstrijd, maar wel mijn laatste keer met een rugnummer.”

Even later werden bij jou hartproblemen vastgesteld. Hoe kijk je nu terug op de weg die je in die moeilijke maanden afgelegd hebt?

“Eind december kreeg ik het nieuws van mijn nieuwe Franse ploeg (Fortuneo-Vital Concept, red.) te horen en heb ik meteen beslist om te stoppen. Het zwarte gat? Ik denk dat mijn ouders er meer van afgezien hebben, omdat ze dachten dat ik ervan afzag. Erover praten deed ik ook nooit. Ik denk dat mijn vrouw Kelly zich daar meer vragen bij stelde. In Frankrijk zeiden ze dat ik moest stoppen. In België zei Pedro Brugada dat er niets aan de hand was. Ik zat met mijn familie in de Ardennen toen hij het me vertelde.”

Gianni Meersman: “Mijn carrière, dat is het verleden. Het doet mijn renners niet sneller rijden.”
Gianni Meersman: “Mijn carrière, dat is het verleden. Het doet mijn renners niet sneller rijden.” © Belga

“Dat kwam even aan. Maar ik had een vrouw en kind. Amber was zes jaar. Ik heb nooit getwijfeld aan mijn beslissing. Mijn band met haar is nu trouwens stukken beter. Er is meer in het leven dan koers. Maar het is natuurlijk wel de realiteit dat ik als prof een mooi leven had en zo goed als alles kon betalen wat ik maar wilde. Je leeft naar je portefeuille. Maar toen viel plots alles weg, verdiende ik 20 keer minder en moest ik mijn leven aanpassen. In januari ben ik beginnen te solliciteren voor de job van ploegleider, maar alle teams zaten uiteraard vol. Daarna was het wachten en zat ik tot oktober thuis.”

Toen werd je ploegleider bij Marlux-Napoleon Games, de veldritploeg van Jurgen Mettepenningen. Velen fronsten de wenkbrauwen: een wegrenner zal gaan zeggen wat de crossers moeten doen.

“Het is zoals Sven Vanthourenhout die nu bondscoach is. Maar natuurlijk was het ook voor mij een verrassing. Het bleek een mooie kans. Een toffe periode. Ik heb veel bijgeleerd over hoe alles werkt. Van Mario De Clercq, met wie ik het uitstekend kan vinden, leerde ik veel over de cross. Ik heb het zomerprogramma op de weg leren kennen, moest zelf de organisatoren van wedstrijden aanschrijven, hotels regelen en kijken voor mijn personeel. Dat vond ik plezant.”

Wat heb je over jezelf bijgeleerd?

“Toen ik nog koerste, dacht ik niet dat ploegleider zijn iets voor mij was. Maar hoe langer ik het doe, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat het wel iets voor mij is. Luisteren naar een coureur, zeker als het eens minder gaat. Renners motiveren. ’t Is te zeggen: ik denk dat het iets voor mij is. Eigenlijk moet je dat aan de renners zelf vragen, hé. Maar ik hoor toch positieve geluiden. Als die er niet waren, zou Philip Roodhooft mij nooit opgebeld hebben.”

Wanneer is Alpecin-Fenix op de proppen gekomen?

“In mei. Maar door de drukke periode hebben we elkaar pas de woensdag van het BK tijdrijden in Ingelmunster gezien. We waren vrij vlug rond. Als je aan tien ploegleiders vraagt of ze bij Alpecin-Fenix willen werken, zullen er negen meteen ja zeggen. Het is misschien wel geen WorldTourploeg, maar de werking is er beter dan bij een groot deel van die teams. Dat heb ik de voorbije maand zelf al ondervonden. De broers Roodhooft zijn de strategen en het personeel gaat mee in die flow. Je hebt natuurlijk vooral goeie renners nodig, maar als het personeel met een lang gezicht aan tafel zit, zal het ook niet lukken. De sfeer onder de medewerkers van een ploeg is heel belangrijk. Dat is ook bij de ploeg van Patrick (Lefevere, red.) het geval.”

Gianni Meersman won in de Vuelta van 2016 twee etappes.
Gianni Meersman won in de Vuelta van 2016 twee etappes. © Corbis via Getty Images

Hoe reageerde Jurgen Mettepenningen op het plotse vertrek?

“Jurgen wist natuurlijk dat die dag ooit zou komen. Hij vond de timing niet goed, maar wanneer is die wel goed? Ik begrijp dat hij ontgoocheld was, maar ik moet ook naar mezelf kijken. Als ik nu neen had gezegd, zou ik een dommekloot geweest zijn.”

Wim Feys, je ploegleider bij de beloften, heeft vorig jaar in deze krant gezegd: “Laat Gianni ploegleider worden bij een wegploeg. Hij zal daar nog veel meer tot zijn recht komen.”

“In de cross is dat moeilijk, hé. Wat moet je roepen tegen jongens die constant in het rood zitten? Als Eli (Iserbyt, red.) een mindere dag heeft, kan ik hem niet sneller doen rijden. Op de weg kan je tijdens een wedstrijd zoveel meer voor een renner betekenen en hem zoveel meer informatie geven.”

Klopt het dat de job van ploegleider veranderd is?

“Zeker. Je PowerPoint als voorbereiding op de wedstrijd is belangrijk om de renners de nodige info over het parcours mee te geven. Vroeger bestond dat niet. Als een renner nu op 400 meter van de finish aan een rondpunt komt en dat niet weet, is het de schuld van de ploegleider. Dat was vroeger wel eens anders. De technologie is heel erg geëvolueerd, al mag je natuurlijk ook niet te veel informatie aan je renners geven. Je kan op je PowerPoint 30 belangrijke punten aanduiden, maar als ze van de bus stappen en er maar vijf van onthouden, is het ook niet goed.”