Baptiste Planckaert rijdt GP Kint voor eigen volk

Foto Belga © Getty Images
Tom Vandenbussche

Het zat Baptiste Planckaert (32) dit jaar nog niet mee. Vorige winter stootte hij zijn knie tegen zijn stuur, waardoor hij een operatie moest ondergaan en het voorjaar miste. In mei hervatte hij de competitie, maar dat ging met horten en stoten. Vrijdag rijdt hij in eigen streek de Grote Prijs Marcel Kint. “Mijn basis was niet breed genoeg”, zegt Planckaert.

Dinsdag reed Planckaert, die enkele jaren geleden Zwevegem met zijn vrouw Anke en kinderen Arviel, Collin en Amalie voor Spiere-Helkijn inruilde, de Egmont Cycling Race in Zottegem. “De laatste twee, drie koersen loopt het vlot”, benadrukt de renner van Intermarché-Wanty-Gobert-Matériaux. “Alleen mis ik nog kracht. Daardoor kan ik nog geen uitslagen bijeenrijden, maar dat komt wel terug.”

Even terug in de tijd. In november 2020 stootte Planckaert op training zijn knie tegen zijn stuur. Twee maanden later volgde een operatie. “Ik heb van alles geprobeerd: rusten, stretchen… Maar het hielp niet en dus moest ik een operatie ondergaan.” Het gevolg was dat hij pas in mei de competitie hervatte. “Maar dat was eigenlijk te vroeg. We hebben de trainingen heel snel opgebouwd om zo vlug mogelijk in vorm te zijn. Dat is ook gelukt, want in het begin was ik meteen goed. In de rittenkoersen daarna heb ik de tol echter moeten betalen. Al in het begin van de Boucles de la Mayenne voelde ik dat er iets niet oké was. Gelukkig heb ik in de maand juli wel goed kunnen opbouwen.”

Alleen eendagskoersen

Planckaert hoopt nog iets van zijn seizoen te maken, maar vreest zijn beste vorm pas in 2022 terug te vinden. “Het is goed voor mij dat ik enkel nog eendagskoersen rijd. De GP Marcel Kint in eigen streek ligt me wel niet zo goed. Ik heb gezien dat het nieuwe parcours plaatselijke ronden bevat en de finish in Kortrijk ligt. De laatste kilometers zullen vlak zijn, niet meteen mijn ding. Daarna rijd ik Plouay, twee koersen in de Jura en die vervelende gravelkoers in het Antwerpse, de Antwerp Port Epic (vorig jaar werd hij er derde, red.). Ja, ik weet het, die koers ligt me. Maar ik rijd ze niet graag. In de Strade Bianche en Tro-Bro-Léon komen de sterkste renners automatisch naar voren, maar in de Port Epic hangt het veel meer van geluk af.”

Voor Planckaert is het al zijn twaalfde seizoen bij de profs. De tijd gaat snel, beseft hij zelf ook. “Ik begin over mijn leven na de koers na te denken, maar zolang er een dommerik is die mij betaalt, blijf ik koersen. (grijnst) Neen, als ik mijn niveau blijf halen, zal ik nog een tijdje in het peloton terug te vinden zijn. Ondanks dit moeilijke jaar heb ik niet het gevoel dat ik slechter ben geworden. Ik mis alleen nog explosiviteit. Als ik straks een normale winter ken, zal ik in 2022 weer mijn niveau halen.”

Sportende kindjes

Leuk weetje: op Instagram is geregeld te zien hoe de kindjes van Baptiste Planckaert ook al de weg naar de fiets gevonden hebben. De opvolging lijkt verzekerd. Hij lacht. “Ze zouden graag koersen, maar zolang ik dat doe, zal het er niet van komen. Laat hen eerst nog maar wat andere sporten beoefenen. Tennissen en vanaf nu ook basketbal. Daarna kunnen ze nog zoveel fietsen als ze maar willen.”