Piet Allegaert: “Die 17de plaats in Paris-Roubaix was geen vergiftigd geschenk”

Piet Allegaert begint in begin februari in de Grand Prix La Marseillaise aan zijn derde seizoen als prof. (Foto TVB)
Tom Vandenbussche

Piet Allegaert mag zondag 24 kaarsjes uitblazen. De derdejaarsprof van Sport Vlaanderen-Baloise, die sinds kort met vriendin Céleste Wybaillie in Roeselare woont, zal dat met een grotere glimlach doen dan een jaar geleden. Toen kende hij immers een heel moeilijke winter “In La Marseillaise, Bessèges en Oman wil ik al iets tonen.”

Vorig weekend volgde Allegaert het BK veldrijden vanuit Calpe, waar hij met zijn ploegmaats op trainingsstage vertoeft. Hij zag er onder meer generatiegenoot Nicolas Cleppe als tiende finishen.

Ook jij hebt gecrost. Je pakte zelfs ooit zilver op een BK. Wat herinner je je daar nog van?

Piet Allegaert: “Dat was bij de 13-jarige aspiranten. Het was mijn eerste cross ooit en dus moest ik helemaal achteraan starten. Maar toen we het veld indraaiden, zat ik in eerste positie. (grijnst) Dat is zo gebleven tot de laatste bocht, toen Lode De Smet Van Damme mij nog voorbijreed. Hij was dé absolute topper van mijn generatie, maar ik geloof dat hij als junior al gestopt is. Ik heb sindsdien niets meer van hem vernomen.”

Vanaf de aspiranten was je bij de beteren van je generatie. Wie waren toen de andere toppers?

Allegaert: “Nathan Van Hooydonck, die ook prof is. Dries Verstrepen, die bij de elite zonder contract koerst. En Emill Vandenabeele. Zijn broer Henri was vorig seizoen een van de beste juniores in België.”

Je kwam al op jonge leeftijd in heel wat landen. Je mocht mee naar de Europese Jeugdolympiade in het Turkse Trabzon, je reed de Ronde van Wales voor nieuwelingen, de Oberösterreich-Rundfahrt voor juniores, diverse klassiekers in Frankrijk en je mocht mee naar het EK in Zeeland en de WK’s in Firenze en Qatar. Wat is jouw mooiste herinnering?

Allegaert: “Mijn stageperiode bij Trek niet vergeten, want met hen koerste ik in de Verenigde Staten en Canada. Die rittenkoers in Engeland als nieuweling was heel speciaal. We waren de beste ploeg en wonnen daar bijna elke dag. En vooral: het was mijn eerste keer in de nationale kledij. Als jonge gast geeft dat toch wel een heel speciaal gevoel.”

Veel renners zullen in Roubaix nooit voor de zesde plaats kunnen sprinten. Ik wel. Dat heeft me vertrouwen gegeven

Als tweedejaarsjunior reed je 100 km in de aanval op het WK in Firenze.

Allegaert: “Een bijzonder moment. Omdat ze dachten dat ik de minste van de Belgische ploeg was, moest ik mee met de vroege vlucht. Toen ik ingelopen werd, zat er geen enkele Belg meer in het peloton, al is Laurens De Plus nog teruggekomen.”

Weet je nog wie je voor dat WK als favoriet naar voren schoof?

Allegaert: “Mathieu van der Poel sowieso. Die was al top van bij de nieuwelingen. Mads Pedersen ook. (denkt even na) Tao Geoghegan Hart? En mijn landgenoten Laurens De Plus en Nathan Van Hooydonck natuurlijk. Die waren toen allemaal beter dan mij. Nu nog altijd, maar het verschil is niet zo groot.”

Drie en een half jaar na dat WK werd je 17de in Paris-Roubaix, als neoprof. Plots was je iemand waarover gesproken werd. Is dat achteraf gezien een vergiftigd geschenk geweest?

Allegaert:(schudt het hoofd) “Veel renners zullen in een koers als Roubaix nooit voor de zesde plaats kunnen sprinten. Ik wel en dat heeft me vertrouwen gegeven. Ik weet sindsdien dat ik het kan.”

Over 2018 bestaat de algemene veronderstelling dat het net iets minder was dan als neoprof. Anderzijds: je eindigde heel regelmatig tussen plaats 20 en 30. Zo slecht was het dus niet.

Allegaert: “Misschien komt het doordat ik in december mijn enkel had gebroken en een minder goede voorbereiding kende, waardoor ik de start van het seizoen gemist heb. En je moet weten: in België wordt er vooral naar het voorjaar gekeken. Dan is het moeilijk om uitslagen te rijden, terwijl ik niet zo slecht reed. Maar ik begrijp wel dat ze zeiden dat het minder was. Zeker na Roubaix en al die neventruien die ik het jaar voordien had gewonnen.”

Hoe is deze winter verlopen?

Allegaert: “Prima. In december ben ik ook al twee weken op stage geweest. Ik heb alles kunnen doen zoals gepland. In vergelijking met vorig jaar is dat een hele stap vooruit. Ik start mijn seizoen in La Marseillaise. Daarna volgen de Ster van Bessèges en de Ronde van Oman. Het voorjaar is belangrijk, maar ook in die koersen zou ik me al eens willen tonen.”

Ploegleider Hans De Clercq: “Piet is de man van wie we in het voorjaar iets verwachten”

Ploegleider Hans De Clercq werkte de voorbije twee jaar samen met Allegaert. “Zijn tien minuten-test hier op stage was goed en sinds vandaag (dinsdag, red.) heb ik hem in de zwaardere trainingsgroep gestoken. Vanaf nu gaan we met Piet de kilometers opdrijven. Hij is de man van wie we dit voorjaar iets verwachten. Door die problemen met zijn enkel zag hij vorig jaar zijn voorjaar de mist ingaan, maar nu is alles oké. Zijn trainingen verlopen naar wens en hij zit op gewicht. Het is nu aan hem. Hopelijk kan hij 2017 bevestigen. Door de superjonge ploeg die we dit jaar nog altijd hebben, is hij een van de jongens die de ploeg zullen moeten dragen. Ik heb er vertrouwen in dat Piet daartoe in staat is.”