Peter De Smet en Wim Vanelverdinghe: boezemvrienden en collega’s bij Sport Vlaanderen-Baloise

Wim Vanelverdinghe en Peter De Smet. © foto Tom Vandenbussche
Tom Vandenbussche

De profs van Sport Vlaanderen-Baloise sloegen eerder deze maand hun tenten op in Calpe. De traditionele trainingsstage bracht naar jaarlijkse gewoonte ook twee kustjongens – verzorger Peter De Smet (50) uit Westende en mecanicien Wim Vanelverdinghe (50) uit Koksijde – naar de Costa Blanca.

Hotel Sol Y Mar in Calpe, een woensdag in januari. Aan de zonovergoten Costa Blanca is het dezer dagen heerlijk vertoeven. Dat kunnen Peter De Smet (50) en Wim Vanelverdinghe (50) alleen maar beamen. Het tiendaagse trainingskamp van Sport Vlaanderen-Baloise brengt de twee boezemvrienden naar jaarlijkse traditie naar de Spaanse oostkust. De Smet is al aan zijn 26ste jaar als verzorger bij de Vlaamse profwielerploeg bezig. Vanelverdinghe van zijn kant, vroeger als tuinaannemer aan de slag, begint aan zijn derde seizoen in vaste dienst, maar was ook de 16 jaar ervoor geregeld als losse medewerker van de partij. Toch kennen de twee generatiegenoten elkaar al veel langer.

Peter De Smet: “We hebben indertijd beiden gecrost. Vanaf de nieuwelingen.”

Wim Vanelverdinghe: “Ik kwam uit voor Reigerlo Beernem.”

De Smet: “Dat weet ik nog goed. In een blauwe trui, hé. Zelf heb ik altijd voor KVC De Zeemeeuw Oostende gereden. De logica zelve, want mijn vader was heel erg betrokken bij die ploeg. Ik herinner me nog goed dat hij ooit een criterium voor juniores organiseerde. Met een heel speciale naam op de erelijst, want Greg LeMond won en Allan Peiper werd tweede. Maar Wim en ik kwamen elkaar dus vaak tegen. Hij was beter dan ik, behalve op de kampioenschappen. Hoeveelste was jij ook alweer op dat fameuze BK in Ploegsteert?”

Vanelverdinghe: “24ste, denk ik. Er moest daar veel gelopen worden. En lopen, dat deed ik graag.”

De Smet: “Ik ook. Er was toen ook een fantastische cross in Zillebeke.”

Vanelverdinghe: “Een ploetercross.”

De Smet: “Er was eens een editie waarin Roland Liboton niet eens van start wilde gaan.”

Vanelverdinghe: “Klaus-Peter Thaler ook niet. Wij reden wel. Tot aan onze knieën in de modder. Ik werd vierde.”

De Smet: “Ik zevende. Het klikte tussen Wim en ik. En ook met andere generatiegenoten heb ik nog contact, zoals Rocco Vanborm die ook bij De Zeemeeuw reed. Maar toen ik als eerstejaarsbelofte een zwaar ongeluk had, ben ik vlug gestopt. Ik had wel karakter, maar niet het talent.”

Vanelverdinghe: (grijnst) “Ik had wel talent, maar niet het karakter.”

En zoveel jaren later, sinds 1 januari 2018, zijn jullie plots collega’s bij een wielerploeg vol met profrenners.

Vanelverdinghe: “We hebben elkaar een aantal jaar minder vaak gezien, maar kwamen elkaar wel nog eens tegen. In 2003 ging ik in het Noord-Franse Ghyvelde kijken naar het Circuit Franco-Belge. En wie zat daar op een bankje? Peter. (kijkt hem aan) Jullie hadden voor die koers geen tweede mecanicien mee.”

De Smet: “Tot vijf jaar geleden deden we als tweede auto in koers de bevoorrading en pikten we daarna in als tweede ploegwagen in de koers. Maar door de nieuwe UCI-regels, waarbij ploegleiders een examen moeten afleggen, is dat helemaal veranderd.”

Vanelverdinghe: “Smetje vroeg: zou je eens niet meegaan? Zo is de bal aan het rollen gegaan, maar eerst ben ik 16 jaar in los dienstverband meegegaan.”

“Als je je werk in uren begint uit te rekenen, kom je er niet. De liefde voor de wielersport moet primeren”

De Smet: “Een leuke herinnering blijft de Ronde van Denemarken, waar een plaatselijke krant een reportage over ons maakte. Ik weet nog goed in welk dorpje: Skjern. Vroeger ging ik vaak vissen en enkele weken ervoor was ik met enkele vrienden gaan vissen achter zalmforellen. Ook in Skjern. Wim was in die ronde de fietsenkuiser en de titel van het artikel luidde: vimser. Letterlijk vertaald: kuiser.

Vanelverdinghe: (glimlacht) “Sindsdien spreken de renners en staf mij in de ploeg zo aan: is Vimser hier?”

De Smet: “We hadden twee mecaniciens in vast dienstverband: Roger Michiels en Patrick Vermeulen. Wim ging soms mee, als losse medewerker.”

Vanelverdinghe: “Van Patrick heb ik alle kneepjes van het vak geleerd.”

De Smet: “Op een bepaald moment heeft Christophe Sercu gezegd: Wim kan ook in vaste dienst beginnen. Zo hadden we drie mecaniciens in vaste dienst. Maar twee jaar geleden in Gent-Wevelgem sloeg het noodlot toe en werd Roger aangereden. Vroeger was hij mijn vaste slaapkamergenoot. Nu is Vimser dat. We slapen zo’n 100 dagen per jaar samen. Ons hotel is soms onze thuis. En dat was alleen mogelijk, omdat Christophe ons die kans heeft gegeven. We zijn hem daarvoor heel erg dankbaar.”

Veel mensen zullen denken: dat is daar het mooie leven in Spanje. Maar zo evident is het natuurlijk allemaal niet.

Vanelverdinghe: (schudt het hoofd) “We doen dit uit liefde voor de koers.”

De Smet: “Ik ging net hetzelfde zeggen. De liefde voor de wielersport moet primeren, anders houd je deze job niet vol. En als je je werk in uren begint uit te rekenen, kom je er ook niet. Weet je, ik geniet het meest als coureurs ooit bij mij in de ploeg hebben gereden en me jaren later nog kennen. Of als ze in de bevoorrading roepen: Smetje!”

Vanelverdinghe: “Of als ze hier tijdens de stage in hetzelfde hotel logeren en goeiedag komen zeggen. Zoals Dries Van Gestel en Gijs Van Hoecke hier deze week deden.”

De Smet: “En Serge Pauwels.”

Typeer elkaar eens.

Vanelverdinghe: “Peter is iemand die altijd klaarstaat, 24 op 24. Je mag alles aan hem vragen. Hij is ook heel sociaal en legt snel sociale contacten. En het is iemand die vooruit kijkt. De logistieke zaken binnen de ploeg, daar kijkt hij voor. Zeker in Spanje. Dat is zijn tweede thuisland.”

De Smet: “Ik ben indertijd niet zomaar door het vuur gelopen om Wim in vast dienstverband bij de ploeg te krijgen. Je kan alles aan hem vragen. Hij waardeert ook wat ik voor hem gedaan heb. (knipoogt) En zijn vader nog veel meer.”

Vanelverdinghe: “Peter en ik vullen elkaar perfect aan.”

De Smet: (knikt nadrukkelijk) “In alles. We wonen niet ver van elkaar. De ene pikt dan de andere op als er bijvoorbeeld een auto van de ploeg moet worden verplaatst. Het is al zover gekomen dat we de hele maand februari (zie kader, red.) samen op pad zullen zijn. En begin maart zijn we ook weer van de partij voor een tweede stage in Altea, ook hier in de streek. (grijnst) Ik zal vaker bij Wim dan bij mijn vrouw zijn en hij zal vaker bij mij zijn dan bij zijn hond.”

In het spoor van Smetje & Vimser: twee maanden lang schipperen tussen België en Spanje


Dinsdag 7/1 Wim vertrekt met vrachtwagen naar Calpe, samen met Patrick Vermeulen. Rit van twee dagen. Eerste dag tot in Montpellier. Afwisselend 4.30 uur rijden. Peter rijdt met ploegauto naar Calpe.


Donderdag 9/1 – zondag 19/1 Ploegstage in Calpe. Peter kijkt eerste vier dagen voor vips van Baloise, doet logistiek, maakt bevoorrading klaar en masseert renners. Wim maakt fietsen klaar, volgt met ploegleider training in auto en kijkt fietsen na.


Vrijdag 17/1 Peter vliegt via Alicante terug naar Brussel ploegauto blijft op parking in Alicante staan – en gaat bij sponsor Vermarc langs om kledij voor het seizoen 2020 op te halen.


Zaterdag 18/1 Peter verdeelt kledij per renner in 20 verschillende dozen.


Zondag 19/1 Wim en Patrick vertrekken na laatste training van renners in Calpe met vrachtwagen terug naar België. Thuiskomst op maandagavond. Peter zet dozen met kledij af aan Thon Hotel in Diegem, waar renners na terugvlucht kledij afhalen.


Dinsdag 21/1 Peter zorgt in service course in Waregem dat vijf oude ploegauto’s in orde gebracht worden om terug naar de garage te brengen.


Woensdag 22/1 Ploegtraining. Wim gaat mee als mecanicien. Peter laadt vrachtwagen en mobilhome voor komende maand in Spanje.


Maandag 27/1 Peter vliegt vanuit Zaventem naar Alicante, waar hij ploegauto oppikt, naar Valencia rijdt en om 23 uur boot naar Palma de Mallorca neemt. Wim en Patrick rijden met vrachtwagen vanuit Waregem naar Barcelona, waar ‘s avonds nachtboot naar Palma wacht.


Donderdag 31/1 – zondag 2/2 Trofeo Mallorca.


Maandag 3/2 Peter en Wim nemen dagboot van Palma naar Valencia, vanwaar ze doorrijden naar Marina d’Or.


Woensdag 5/2 – zondag 9/2 Ronde van Valencia.


Maandag 10/2 Verplaatsing naar Altea, waar Peter en Wim tot donderdag in Hotel Cap Negret blijven. Batterijen opladen.


Donderdag 13/2 Renners oppikken aan luchthaven Alicante. Autorit naar Murcia.


Vrijdag 14/2 – zaterdag 15/2 Ronde van Murcia.


Zondag 16/2 Clasica de Almeria.


Maandag 17/2 Autorit naar Andalusië. 60 kilometer voor hotel stappen renners uit om tot aan hotel los te fietsen.


Woensdag 19/2 – zondag 23/2 Ronde van Andalusië.


Maandag 24/2 Wim en Marc Van Bever rijden met vrachtwagen terug naar België (een reis van 2,5 dagen), verzorger Christophe Leroy met mobilhome en ploegleider Andy Missotten en Peter elk met een ploegauto. Verzorger Jan Nachtegaele laat ploegauto achter op parking in Alicante en vliegt terug naar België. Renners en ploegleider vliegen vanuit Malaga naar huis.


Woensdag 26/2 Verkenning Omloop.


Zaterdag 29/2 – zondag 1/3 Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne. Wim volgt met ploegleider koers in auto. Peter rijdt twee dagen met vips rond. Zondagavond moet vrachtwagen nog geladen worden voor stage.


Maandag 2/3 Vertrek met vrachtwagen naar Hotel Cap Negret in Altea voor tweede ploegstage met tien renners.


Zondag 11/3 Einde stage. Terugreis naar België.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier