Ouders West-Vlaamse wielrenners na dood Bjorg Lambrecht: “Het zal jouw kind maar zijn”

© Getty Images
Tom Vandenbussche

Bjorg Lambrecht (22) is niet meer. Het Knesselaarse toptalent van Lotto-Soudal kwam maandag om het leven bij een zware val in de Ronde van Polen. Ook de West-Vlaamse wielerwereld is in shock. Vier ouders van West-Vlaamse renners getuigen. “Wat moeten de vader en moeder van Bjorg nu doormaken? Het zal jouw kind maar zijn.”

Familie Planckaert: “Voor de ouders van Bjorg moet dit verschrikkelijk zijn”

Ignace Planckaert (61) en Caroline Truye (58) staren voor zich uit. Koers is hun leven. Drie zonen van het Zwevegemse koppel schopten het de voorbije jaren tot profwielrenner: Baptiste (30), Edward (24) en Emiel (22). Maar nu hoeft het even niet meer.

Caroline Truye: “Voor de ouders van Bjorg moet dit verschrikkelijk zijn. Wat moeten zij nu doormaken? Je mag er gewoon niet aan denken. Wij hebben Bjorg en zijn ouders goed gekend, want als junior waren hij en Emiel ploegmaats bij Avia. (korte stilte) Die coureur valt, die coureur valt, die coureur valt… Je moet zoiets van je afzetten, maar dat lukt gewoon niet. Het zal jouw kind maar zijn.”

Ignace Planckaert: “Drie jaar geleden mocht Emiel nog mee naar het EK voor beloften in Plumelec, waar Bjorg zilver behaalde. Als ik die ouders nu tegenkom, zou ik niet weten wat te zeggen. We hebben het meegemaakt met Michael Goolaerts (stierf vorig jaar tijdens Parijs-Roubaix, red.). Dat was een goeie vriend van Emiel. Hetzelfde met Igor Decraene (verongelukt in 2014, red.). Emiel zei zelf: het gebeurt altijd met mijn beste vrienden.”

Bjorg Lambrecht als tweede van links, met rechts naast hem Emiel Planckaert.
Bjorg Lambrecht als tweede van links, met rechts naast hem Emiel Planckaert.© Getty Images

Caroline Truye: “Dit is heel zwaar voor hem. Hij denkt ook wel eens aan zijn eigen situatie. Die hartproblemen van vorig jaar. Die aanrijding van enkele weken geleden in de Ardennen, waar hij door een auto werd opgeschept. Als je dan ziet wat er maandag is gebeurd, is dat natuurlijk allemaal erg relatief. Maar toch. Als ouder houd je je hart vast. Altijd. Het kan iedereen overkomen. Ik mag er niet aan denken dat Emiel het niet had overleefd. Ik schrik nochtans niet meer zo snel, want we zijn al zoveel tegengekomen, al van toen Ignace bij de liefhebbers koerste. Ik heb hem plat op de buik weten vallen, volledig geschaafd van kop tot teen. Of die sleutelbeenbreuk, net voor onze trouw.”

Ignace Planckaert: “Als renner sta je daar minder bij stil. Je zit in de koers en gaat er niet vanuit dat het gevaarlijk is. Ooit kwam ik eens zwaar ten val in Izegem, verloor ik zelfs even het bewustzijn en werd ik met een ambulance naar het ziekenhuis gevoerd. Nu, 44 jaar later, heb ik daar soms nog last van. Maar ik prijs me gelukkig: voor hetzelfde geld was ik verlamd geweest.”

Caroline Truye: “De moeilijkste periode voor mij was toen Emiel met zijn hartproblemen sukkelde. Een breuk kan genezen. Maar dat hart van hem, daar heb ik me het meest zorgen over gemaakt.”

Familie Segaert: “Parcours zo bouwen dat kans op ernstige valpartijen minimaal is”

De Segaerts zijn een echte koersfamilie.
De Segaerts zijn een echte koersfamilie.© GF

Twee jaar geleden mocht Frank Segaert (48), een osteopaat uit Lendelede, deelnemen aan de mythische Ironman van Hawaï. Zijn twee oudste zonen, Loïc (20) en Alec (16), waren intussen in zijn sportieve voetsporen getreden. Met succes. Althans, zo zag het er toch naar uit. Tot Loïc bij een aanrijding in februari 2016 zijn knieschijf brak, nooit meer de oude werd en twee jaar geleden besloot om voorrang te geven aan zijn studie lichamelijke opvoeding. Nu is hij de begeleider van Alec, één van Belgiës beste nieuwelingen.

Frank Segaert: “Loïc is als junior bij Avia nog ploegmaat van Bjorg geweest. Toen hij in Libramont Belgisch kampioen werd, was Loïc erbij. Oké, mijn zoon werd enkele maanden nadien door een auto aangereden. Maar als we over dit drama praten, is alles relatief. De wielercarrière van Loïc was verleden tijd. Dat is niet leuk. Maar het leven gaat verder. Dat van Bjorg is voorbij.”

“Ik denk dat elke ouder van een renner er zich bewust van is dat er een zeker risico aan het wielrennen verbonden is, maar je hoopt vooral dat het jou nooit zal overkomen. Een overwinning en een mooie uitslag, dat is allemaal leuk. Maar als ouder is je eerste zorg toch nog altijd dat je kind weer heelhuids aan de finish geraakt.”

Alec doet het uitstekend. Heb jij nooit schrik dat hem iets overkomt?

Frank Segaert: “Met al die plotse doden in de wielersport sta je daar wel eens bij stil. Ik had het er ook al vaak over met Loïc. En dan stellen we ons de vraag: wat zijn de mogelijke valstrikken voor Alec? Ik zie drie oorzaken van de vele doden in de wielersport. Ten eerste: een plotse dood, omdat heel wat rennertjes op jonge leeftijd te veel en te intensief trainen. Ten tweede: de trainingen op de openbare weg. En ten derde: de gevaren tijdens de wedstrijden zelf.”

Een plotse dood door te veel te fietsen… Leg uit.

Frank Segaert: “Wellicht zullen er enkel problemen zijn als er een zekere aanleg voor hartproblemen is, maar volgens mij kunnen levens gered worden als ouders en trainers beseffen wat een normale trainingsbelasting voor een bepaalde leeftijd is. Fietsen is een combinatie van kracht en uithouding. Dat is heel belastend voor het hart bij een kind in volle ontwikkeling. De hartspier groeit te snel en de bezenuwing kan niet volgen, wat op latere leeftijd aanleiding tot hartritmestoornissen kan geven. Daarom ben ik er geen voorstander van om op jonge leeftijd te beginnen koersen. Te veel en te intensief sporten is wellicht niet gezond. Laat hen ook andere sporten beoefenen, zoals lopen en fietsen, iets wat Alec (naast wielrenner ook triatleet, red.) nog altijd doet. Zo kunnen ze hun uithouding verbeteren door de combinatie van andere sporten die minder belastend zijn voor het hart. Alec heeft het voorbije jaar per week gemiddeld zes uur gefietst en in totaal acht uur gesport. Op Strava zie ik rechtstreekse concurrenten van hem die aan 15 tot 18 uur per week zitten. Dat is geen garantie dat er ons niets kan gebeuren, maar we weten wel dat we er alles aan gedaan zullen hebben om het te vermijden.”

Wat met het probleem van de openbare weg?

Frank Segaert: “Op die manier is het bij Loïc gebeurd. Op een zondagvoormiddag is hij omvergereden terwijl er geen kat op de baan was. Maar plots was er een verstrooide automobilist en die had enkel oog voor de weg en niet voor het fietspad. Je mag als fietser nog zo defensief rijden als je maar wil, je bent en blijft de zwakke weggebruiker. Zeker een jeugdrenner, die zelf nog niet met de auto rijdt en daardoor bepaalde gevaren minder goed kan inschatten. Dat mijn zonen iets overkomt op training, daar zit ik als ouder het meest mee in.”

De gevaren tijdens de wedstrijden lijken mij het minst controleerbaar.

Frank Segaert: “Valpartijen horen bij het wielrennen. Ik vind zelfs dat er weinig zijn, als je ziet met welke snelheden er wordt gereden. Meestal is het niet erg. Het wordt pas gevaarlijk als ze in aanraking komen met een paal, boom, muur of stoeprand, zoals Bjorg. Daarom is het heel belangrijk dat organisatoren al het mogelijke doen om die hindernissen te vermijden, te verwijderen of af te schermen. Ze moeten hun parcours zo bouwen dat de kansen op ernstige valpartijen minimaal zijn: steentjes in de bochten wegvegen, geen scherpe bochten kort voor de finish…”

“Ook het gedrag van sommige renners moet worden aangepakt. Ik herinner me de interclub voor juniores in Reningelst in 2015, overigens gewonnen door Bjorg. In de afdaling van de Scherpenberg begonnen twee renners plots ruzie met elkaar te maken, waardoor zowat het hele peloton in hun val werd meegesleurd. De koers werd geneutraliseerd en een pak renners werd naar het ziekenhuis afgevoerd. Zo’n gedrag moest zwaar bestraft worden. Een schorsing voor een lange periode, dat was het minste wat men had kunnen doen.”

Familie Bossuyt: “Het euforische en fatale kunnen in koers heel dicht bij elkaar liggen”

Vader en moeder Bossuyt met hun koersende kinderen Gianni (25) en Shari (18).
Vader en moeder Bossuyt met hun koersende kinderen Gianni (25) en Shari (18).© RN

Dany Bossuyt (50) uit Bellegem was een beloftevolle wielrenner in het begin van de jaren 90, maar prof worden zat er net niet in. Jaren later keerde hij via zoon Gianni (25) en dochter Shari (18) terug naar de wielersport. Ook bij hem kwam het overlijden van Bjorg Lambrecht hard aan. “Men zegt snel: vallen, dat is part of the job. Maar daar sta je dan wel als het noodlot toeslaat. Jong of oud, het doet er niet toe. Bjorg had een mooie toekomst en plots is dat voorbij. Het euforische en fatale kunnen in de koers heel dicht bij elkaar liggen. Neem nu afgelopen week. Eerst was er die grote euforie en hoop na de zege van Remco Evenepoel, maar twee dagen later stonden we alweer aan de grond genageld.”

Je bent zelf renner geweest. Zie je verschillen met nu?

Dany Bossuyt: “In 1994 ben ik gestopt. Sindsdien is er veel veranderd. Ik heb de indruk dat er toen niets gebeurde. Nu is dat anders. Je hebt rotondes, vluchtheuvels, paaltjes… Allerlei maatregelen om de auto’s trager te doen rijden. Allemaal goed en wel, maar het is wel ten nadele van de coureurs.”

Je zoon Gianni is twee jaar geleden gestopt, omdat hij de vele valpartijen beu was. Hoe ben je daar als ouder mee omgegaan?

Dany Bossuyt: “Bij de juniores presteerde hij heel goed, maar als belofte kreeg Gianni mycoplasma. Hij wilde stoppen, maar ik heb hem kunnen overtuigen om terug te vechten. In 2016 won hij de interclub in Averbode. Een mooi moment. Maar een week later was er in de sprint in Zwevezele een valpartij en werd hij door een wegvliegende fiets de dranghekken ingereden. Als je dat als ouder 150 meter verder met je eigen ogen ziet gebeuren, schrik je serieus. Gelukkig zagen we hem weer rechtkruipen en zeg je: oef.”

“Het seizoen erna reed hij een koers in Bretagne. Door de rukwinden had die eigenlijk geannuleerd moeten worden, maar op een bepaald moment werden zeker 30 renners de gracht ingewaaid en lag Gianni natuurlijk helemaal onderaan. Mijn vrouw en ik waren erbij. De schade viel mee, maar opnieuw wachtte een revalidatieperiode. Na de derde valpartij in Handzame is het geknakt bij hem. Mijn vrouw en ik waren in Italië net uit het vliegtuig gestapt, omdat Shari daar de Trofeo Binda reed. Plots kregen we een sms van mijn moeder met de melding dat Gianni naar het ziekenhuis van Poperinge was afgevoerd. Dat was even nagelbijten, want het was wachten tot zijn toenmalige vriendin ons een bericht stuurde en we te horen kregen dat er geen vitale organen waren geraakt. Gianni is nog herbegonnen, maar na een maand is hij naar mij gekomen en heeft hij gezegd: papa, ik ga stoppen. Toen heb ik tegen mijn vrouw gezegd: nu ga ik hem niet meer proberen te overhalen. Als er dan wel iets ernstigs was gebeurd, zou ik er niet mee hebben kunnen leven.”