Opperkoerscommissaris Gilbert Prinzie stelde zijn leven in het teken van de koers

Gilbert Prinzie bereikte de leeftijdsgrens van 75 jaar, maar zal de koers nog blijven volgen. "En dat niet als een schoonmoeder", benadrukt hij. (Foto MG)
Redactie KW

Gilbert Prinzie wordt op 22 juni 75 jaar, bij de wielerbond de gelimiteerde leeftijd om nog officiële functies uit te oefenen als wielerafgevaardigde. “Ik had liever nog wat verder gedaan, zeker als coördinator van de commissarissen.”

Gilbert Prinzie is een ervaringsdeskundige, die zelf ook koerste van 1958 tot en met 1962. “Ik was een spurter die zo’n 25 zeges behaalde”, typeert hij zichzelf. “Mijn mooiste prestatie viel mij te beurt in Izegem, waar ik de spurt voor de tweede plaats won van Patrick Sercu. Tieltenaar Roland Dewitte had zich voor ons wijselijk uit de voeten gemaakt.”

“Op mijn 20ste koos ik evenwel voluit voor mijn studies aan de Normaalschool van Torhout, die mij het diploma van onderwijzer opleverden. Ik ben 22 jaar lang leerkracht geweest in eigen Jonkershove. Vanaf 1986 sloot ik mij aan bij mijn echtgenote Marie-Jeanne Lein, die kantoorhoudster was van een financiële instelling die toen Spaarcentrale en nu Crelan heet en wordt geëxploiteerd door onze dochter Mieke.”

Betere doorstroming

“Die gang van zaken liet mij toe om flexibeler beschikbaar te zijn voor het wielrennen”, vervolgt Gilbert. “Het was Hector Dekeerschieter die mij in 1976 aanwierf als West-Vlaamse afgevaardigde. Ik bleef lang op die positie omdat er pas om de acht (!) jaar nationale examens werden afgenomen. Ziedaar één van de eerste zaken die ik veranderd kreeg en die de doorstroming van talentrijke en ambitieuze juryleden verbeterde. Dat kwam bovendien ook de structuur ten goede. In 1987 slaagde ik, tijdens het congres op de wereldkampioenschappen in Wenen, met Jean-Pierre Coppenolle in het examen voor internationaal UCI-commissaris. Een cursus bestond er niet, we waren op zelfstudie aangewezen.”

“Het mooiste wat mij te beurt viel, was ontegensprekelijk mijn aanduiding als commissaris voor de Tour de France van 1996, die naderhand een Tour de merde zou blijken met Bjarne Riis als gecontesteerde winnaar en met Festina en Telekom als ijzersterke blokken die alle andere teams overklasten. Ik herinner me nog levendig dat ik de barrage maakte achter Miguel Indurain, die op weg naar zijn Pamplona van zijn sokkel werd gestoten en verdrongen door Bjarne Riis. Ik reed er achter en keek er als bevoorrechte getuige op toe.”

Chaos in Waregem 2006

“Die prachtige ervaring stond in schril contrast met mijn wedervaren in Dwars door Vlaanderen 2006 van en naar Waregem”, zucht Gilbert. “Het voor de tweede plaats spurtende peloton strandde pal in de volgwagens achter de winnende Frederik Veuchelen. Ik had niemand kunnen verwittigen, omdat mijn radioverbinding was uitgevallen half wedstrijd. Ik heb er toch even mijn slaap voor gelaten en de situatie mogen verantwoorden voor de nationale wegcommissie. Nog merkwaardiger was Gent-Wevelgem van 2000 toen een pony Erik Zabel onderuit haalde. Daar hebben we de wedstrijd even moeten neutraliseren.”

“De Tour van 1996 is het mooiste wat me te beurt viel, al bleek die naderhand een Tour de merde”

Het zit er nu in officiële functies allemaal op, maar Gilbert zal zijn band met het wielrennen niet doorknippen. “Ik zal her en der nog geregeld opduiken en zeker op plaatsen waar de organisatie mij heeft uitgenodigd. En dat zijn er nogal wat. Ziedaar de mooiste beloningen die de koers mij kan teruggeven. Ik hou mij trouwens beschikbaar om links en rechts bij te springen. Ze moeten evenwel niet vrezen dat ik als een schoonmoeder over hun schouder zal gluren. Ook de algemene vergadering van het West-Vlaams hoofdbestuur heeft mij passend uitgewuifd en vooral bedankt, omdat ik minstens om de twee weken naar Brussel reed om de provinciale belangen te verdedigen, wat meestal nog lukte ook.”

Opnieuw gezond

Gilbert handhaaft zich dus als een rots in de branding. Dat kwam twee jaar geleden lelijk in het gedrang toen zijn gezondheid slabakte en onverwacht twee operaties noodzakelijk waren. Gilbert heeft de moed niet laten zakken en vocht terug. Hij zette zijn activiteiten verder, zonder de wijze raad van zijn begeleidende artsen in de wind te slaan: een dagelijkse ferme wandeling, maximum twee uur per dag achter de computer, een siësta van een uur, gezond eten en voldoende slapen. Meer moet dat niet zijn om, met de koers als dominante gedachte, blijgezind aan een nieuwe dag te beginnen en te hopen dat er nog heel veel volgen.

Gilbert blikt na een lange loopbaan in het wielrennen dankbaar terug. Zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen waren zijn vurigste supporters. Maar ook de KBWB is hij bijzonder dankbaar voor het in hem gestelde vertrouwen 41 jaar lang. Zijn grootste dank is voor alle collega’s, de vele organisatoren waarmee hij samenwerkte en iedereen die zich vol overgave inzet voor de wielersport.

(Bernard Callens)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier