Nicky Degrendele: “Ik ben relaxter geworden. Ik leef nu van test naar test”

Tom Vandenbussche

En of ze het zag zitten om met haar vijf maanden oude metekind op de foto te pronken. Begin maart miste baanwielrenster Nicky Degrendele, de 23-jarige wereldkampioene keirin van 2018, haar allerlaatste kans op kwalificatie voor de Spelen in Tokio. Een bittere pil. Goed vier maanden later zit er echter een ander persoon voor ons. Nicky is immers niet alleen weg van de kleine Nino, ze werd ook verliefd op Jorg, die ze in maart in Nederland leerde kennen. Haar vizier staat nu al op Parijs 2024 gericht. “Ik kan weer van nul herbeginnen.”

‘t Oud Gemeentehuis in Varsenare is de plaats van afspraak op een regenachtige dinsdagmiddag in juli. Ondergetekende is tien minuten te laat, dus hebben Degrendele en Jorg zich met de kleine Nino al aan een tafel geïnstalleerd. “Straks komt de mama nog naar hier, mijn zus Emily. We blijven dan nog een hapje eten.” Degrendele probeert haar tijd in haar geboortestreek optimaal te benutten, want sinds enkele maanden vertoeft ze heel vaak in Nederland. “In Rucphen, bij ex-profrenner Bobbie Traksel. Hem en zijn vrouw Christa leerde ik begin vorig jaar kennen, toen hij bij mijn Nederlandse ploeg Beat aan de slag ging. Al vlug vroeg Christa me om eens vier dagen naar de Giro mee te gaan. Sindsdien ben ik bij hen blijven langsgaan. Het voelt als mijn tweede thuis. Bobbie en Christa hebben het beste met me voor. Altijd staan ze voor mij klaar.”

Begin maart kon Degrendele op het WK piste in Berlijn haar laatste kans op kwalificatie voor de Spelen in Tokio niet grijpen. “Een enorme domper. Ik heb toen even heel diep gezeten. Ik vond dat ik gefaald had. Ik was uitgeput, fysiek maar vooral mentaal.” Ze zocht en vond rust in Nederland. “Mijn vader was aan het werk. Mijn moeder ook. Als ik hier was gebleven, zou het nog slechter geworden zijn. Ik wist dat ik er bij Bobbie en Christa door kon komen. Zij hebben me door één van de zwaarste periodes gesleurd.”

Twee keer verliefd

En er was meer. “Ik heb iemand leren kennen”, glimlacht ze. “Jorg dus. Het neefje van Christa. Hij was zelf aan het wachten op de sleutel van zijn huis en verbleef daarom ook even in Rucphen. (glimlacht) Zo is het begonnen. Begin maart al. Met dank aan corona? Ja, eigenlijk wel. (kijkt haar vriend aan) Het is allemaal vrij snel gegaan, hé.”

Nicky Degrendele:
© BELGA

“Sinds het WK raakte ik geen pistefiets meer aan”

Een verliefde Degrendele dus. En dat op twee fronten. Ook de kleine Nino krijgt alle aandacht die hij vraagt. “Op 2 februari 2020 is hij geboren. Om 20.18 uur om precies te zijn”, vertelt ze trots met een knipoog. “Emily had nog twee minuten moeten wachten dus. (grijnst) Dan zou het wel heel speciaal geweest zijn. (zoekt even naar de juiste woorden) Ik ben helemaal verliefd op dat ventje. Het is natuurlijk allemaal nieuw. Voor Emily. Voor mij. Voor mijn ouders is het hun eerste kleinkind. Ze zijn precies helemaal veranderd. Echt zot. Alle aandacht gaat naar Nino. Hun eigen kinderen zijn plots niet meer zo belangrijk. (gespeeld serieus) We voelen ons een beetje achtergesteld. (grijnst) Het is maar normaal, hé.”

Geen Aigle meer

Voor ons zit een andere Degrendele dan enkele maanden geleden. “Na het WK heb ik het een aantal weken rustig aan gedaan. Van de fiets gebleven ook. Daarna ben ik opnieuw beginnen te trainen. Sinds anderhalve maand ben ik in het krachthonk bezig en daarnaast train ik vooral op de weg. Sinds het WK raakte ik geen pistefiets meer aan. Het is zaak om even afstand te nemen en het plezier in mijn sport terug te vinden. We hebben de hele structuur aangepast. Naar Aigle ga ik niet meer. Mijn profcontract bij Sport Vlaanderen werd intussen ook verlengd. Een goede basis leggen voor de volgende Spelen, dat is wat telt. Mijn eerstvolgende competitie? Koffiedik kijken. Momenteel leven we van test naar test.”

Aigle, het woord is gevallen. De voorbije vier jaar bracht Degrendele veel tijd door in de Zwitserse Alpen. “Nu ben ik twee weken in Nederland en kom ik telkens een weekend naar Brugge om mijn familie te zien. Daar ging dat niet en dat was veel zwaarder om te dragen. Twee weken valt echt mee. Ik ben relaxter geworden.” Een understatement. Degrendele straalt. “Ik zit in een andere mindset, dat voel ik ook. Ik kan nu gewoon weer van nul herbeginnen. Ik focus op de Spelen van Parijs in 2024. Dat is het ultieme doel. Maar ervoor komen er nog heel wat EK’s en WK’s aan.”

Een echte Riekaert

Intussen kwam ook zus Emily erbij zitten. We wensen haar proficiat en zeggen dat Nino heel mooie ogen heeft. Ze glundert. “Dat heeft hij van de papa! Het is een echte Riekaert.” Meter Nicky lacht eens en voegt er meteen met een kwinkslag aan toe: “Maar qua karakter gaan we er een Degrendele van maken, hé.”

Tokio of geen Tokio 2021

We vragen ons af welk interview dit was geworden als Degrendele zich wel voor de Spelen van 2020 had kunnen plaatsen. “Je kan wel zeggen: wat als… Maar ik heb me niet kunnen kwalificeren en dus heeft het geen zin om daarover te praten. Of ik ook denk dat er in 2021 evenmin Olympische Spelen zullen plaatsvinden? Het is moeilijk om dit nu te zeggen, maar eerlijk gezegd schat ik de kans niet heel hoog in. Als het risico op besmetting zo hoog blijft, wordt het heel moeilijk om de organisatie van zo’n evenement in orde te krijgen.”