Lotte Popelier waagt zich zondag niet aan de Dwars door de Westhoek. De twintigjarige belofte uit Ruddervoorde, studente voeding- en dieetkunde, focust op haar examens.
Jonge renners en rensters moeten door de pandemie veel geduld oefenen. Zo zag Lotte Popelier haar eerste seizoen bij de vrouwen elite door het ontbreken van wedstrijden grotendeels de mist ingaan. Een trend die zich het eerste deel van dit jaar voortzette. Toch kon Popelier op haar nieuwe trui van Doltcini-Van Eyck-Proximus twee keer een rugnummer spelden.
“De nieuwe Grote Prijs van Oetingen half maart was mijn eerste koers, maar na amper twee kilometer was het al over en uit”, huivert ze. “Door een valpartij was de wedstrijd snel afgelopen. Begin mei reed ik een UCI-koers in Wichelen. Daar heb ik dom gereden. De hele tijd koerste ik bij de laatste tien van het peloton. Waardoor ik voortdurend gaatjes moest dichten. Zoiets hou je niet vol. Na zeventig kilometer heb ik het peloton moeten laten rijden.”
Weinig wedstrijden
Lotte is geen held in een peloton. Bij meisjes nieuwelingen en juniores blijven de pelotonnetjes klein. Van hooguit veertig tot vijftig meisjes. In UCI-koersen voor vrouwen elite en in kermiskoersen komen 100 tot 150 rensters aan de start. “Op een bepaald moment ga ik de schrik moeten overwinnen”, beseft Popelier. “Vorig jaar was ik ook bang in een grote groep. Geleidelijk aan kon ik die schrik overwinnen. Die val in Oetingen begin dit seizoen deed me het beetje vertrouwen dat ik vorig jaar opbouwde meteen verliezen. Ik weet dat ik me eens moet smijten, maar ik rijd liever naast of achter een peloton dan er middenin. Terwijl je in zo’n groep veel energie spaart.”
“Ik kijk uit naar koersen waarin wat geklommen moet worden”
De eerste weken van juni probeert Lotte andere katten te geselen. Ze hoopt haar tweede jaar voeding- en dieetkunde zonder kleerscheuren door te komen. Zodat ze zich vanaf het Belgisch kampioenschap op zondag 20 juni in Waregem tot het einde van het seizoen kan focussen op de koers. “Door de coronacrisis heb ik bij de elite nog niet veel kunnen koersen”, zucht de twintigjarige.
“Vorig jaar voor de eerste lockdown twee wedstrijden, in augustus en september nog vijf of zes. En dit seizoen nog maar twee. Veel kans om te acclimatiseren kreeg ik nog niet. Ik kijk uit naar koersen waarin wat geklommen moet worden. Scheurt het peloton rapper dan verover ik makkelijker een betere positie. Enkele ploegmaats konden vorige maand in Spanje koersen. Volgend jaar wil ik tot die groep horen.” (HF)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
