Le Tour de Jens (23) – zaterdag 26 juli: Bergerac – Périqueux, “Geen snelheidsgevoel door ruw asfalt”

Redactie KW

Jens Keukeleire debuteert dit jaar in de Tour de France. Na elke rit gunt de 25-jarige Bruggeling de lezers van kw.be een exclusieve blik achter de schermen van de Tour, zijn ploeg Orica-GreenEdge én vooral zichzelf. Vandaag, zaterdag 26 juli: Bergerac – Périqueux, een tijdrit van 54 km.

>> Etappe 20, Bergerac – Périqueux (tijdrit van 54 km).

>> Dagresultaat : 56ste (1u.12’29”)op 06’08” van ritwinnaar Tony Martin.

>> Algemeen klassement : 67ste (89u.34’04”) op 2u.56’12” van geletruidrager Vincenzo Nibali.

Vandaag de enige tijdrit van deze Tour. Hoe verloopt de voorbereiding op zo’n speciale rit?

“Het ontbijt en het eten is zo goed als hetzelfde als tijdens een gewone rit. Daar verandert er niet veel aan. Voor de ploegleiding is het enkel wat moeilijker alles te regelen. Hoe krijgen ze iedere renner op tijd aan de start? Hoe krijgen ze iedere renner daarna weer naar het hotel? Dat vraagt een enorme planning. Zelf wil ik ongeveer 45 minuten vooraf ter plaatste zijn. Dan rij ik 30 à 40 minuten op de rollen. En dan de tijdrit zelf: dat is gewoon zo hard mogelijk duwen als je kan.”

De volledige tijdrittenue. (Foto Jens Keukeleire)

Is je tijdritkledij op maat gemaakt of is de gewone small, medium, large van toepassing?

“Er wordt inderdaad met die maten gewerkt. De tijdritkledij is wel veel strakker. Het pakje, de handschoenen, de botjes, de helm… Alles in functie van aerodynamica. Vaak krijgen we de vraag waarom we tijdens een gewone rit niet met die kledij rijden. Maar die nauw aansluitende kledij is goed voor een uurtje, maar voor een gewone rit van 4 à 5 uur zou het haast ondraaglijk zijn. Het is allesbehalve comfortabel.”

Le Tour de Jens (23) - zaterdag 26 juli: Bergerac - Périqueux,
© BELGA

Jens Keukeleire bij de aankomst van de tijdrit. (Foto Belga)
© BELGA

Wat me al de hele Tour opvalt: ook tijdens de gewone etappes rijden jullie met een ‘gesloten helm’, haast als enige ploeg in het peloton.

“Klopt, het is haast een tijdrithelm, behalve dat er bij die laatste er nog een punt aan zit. Of we het verschil voelen? Goh, als je op de fiets zit voel je dat niet. Het is misschien een klein procentje. Maar als je overal een procentje kan winnen… Tel dan alles maar eens samen. Het enige nadeel is dat je bij die gesloten helmen veel sneller zweet bij warm weer. Bij open helmen heb je meer verkoeling. Dan zullen er niet veel van de ploeg nog kiezen voor de gesloten helm.”

Le Tour de Jens (23) - zaterdag 26 juli: Bergerac - Périqueux,
© BELGA

Jens Keukeleire aan de finish van de tijdrit. (Foto Belga)
© BELGA

Aan wat denk je als je ruim een uur op een tijdritfiets zit?

“Vandaag dacht ik vooral aan het parcours. Die heb ik zo goed mogelijk van buiten proberen te leren. Er zaten drie à vier heuveltjes in en ik wilde toch weten na hoeveel kilometers die kwamen. Daarna is het concentreren op het nemen van de bochten. Verder is het gewoon zo hard mogelijk stampen.”

Wat is je mening over het parcours van vandaag?

“Het parcours van vandaag viel toch wel wat tegen. Ik heb wel graag een glooiend parcours, maar 90 procent van het parcours was over een ruw asfalt. En dat op een fiets die ik niet gewoon was, zorgde ervoor dat ik nooit het echte snelheidsgevoel kreeg. Het was lastiger om het juiste ritme te vinden. Bovendien merk ik dat het moeilijker wordt om tot het uiterste te gaan. Ik kan nog in het rood gaan, maar niet meer zo lang als anders. Het is constant die grens opzoeken. Toch ben ik best tevreden over mijn prestatie van vandaag. Ik ben immers nooit een tijdritspecialist geweest.”

Le Tour de Jens (23) - zaterdag 26 juli: Bergerac - Périqueux,

Tony Martin toonde opnieuw wie de snelste rijdrijder van de wereld is. (Foto Belga)
© BELGA

Morgen is de laatste dag. Kijk je ernaar uit of mocht de Tour nog een week langer geduurd hebben?

“Ik kijk toch wel uit naar Parijs. De eerste twee weken was ik soms eens moe maar ze vielen heel goed mee. Maar in de laatste week werd het toch telkens iets lastiger. Ja, ik zal blij zijn als het erop zit.”

Zit er nog iets in de tank om morgen mee te sprinten?

“Neen, ik ga me niet mengen in de sprint. Maar als we in Parijs rijden, ga ik het misschien één keer proberen om weg te rijden. Ik hoop vooral dat het mooi weer zal zijn. Ze voorspellen buien, maar ik vind dat we deze Tour al genoeg regen hebben gehad.”

Maak er morgen een mooie laatste van! Tot dan.

(Olivier Neese)

Morgen, zondag 27 juli: Evry – Champs-Elysées (137,5 km)