KVC Noordzeemeeuw richt zich ook dit seizoen weer op het opleiden van jonge renners. De ervaren Filip Deschuytter probeert zijn poulains alle aspecten van de sport te leren kennen. “Bij ons kan je alle disciplines proberen: BMX, cross en de weg.”
Het team telt in 2020 niet minder dan 110 renners, recreanten inbegrepen. In de verschillende categorieën zullen ongeveer 80 tot 90 renners de kleuren van KVC Noordzeemeeuw verdedigen. “Er zijn enkele juniores vertrokken, maar er zijn ook nieuwe bijgekomen”, schetst de 51-jarige Filip Deschuytter. “We tellen ook 15 nieuwelingen, waarvan veel jongens die nu pas beginnen. De tijd zal uitwijzen wat ze waard zijn, maar op training ziet het er al redelijk uit. Het zijn ook geen echte beginnelingen, wel jongens die bijvoorbeeld al bij de toeristen gereden hebben.”
Met Matthé De Leyn hebben ze bij de 14-jarige aspiranten een provinciale kampioen zitten. “Hij is al goed bezig op training. Misschien moeten we hem wat afremmen, want het is nog twee maanden voor het begint.”
“Wij bieden het hele jaar door – met uitzondering van drie weken in de zomer – trainingen aan op woensdag”
Over het unieke aspect van de opleidingsploeg hoeft Deschuytter niet lang na te denken. “Ik veronderstel dat wij één van de weinige clubs zijn die het hele jaar door – met uitzondering van drie weken in de zomer – op woensdag trainingen aanbieden. En dan nog op drie plaatsen: in Oostende, in Veurne en in Ettelgem. Vanaf september beginnen dan de crosstrainingen.”
Ook tijdens het seizoen krijgen nieuwkomers de kans om kennis te maken met de wielersport. Op 7 maart, 2 mei en 6 juni kunnen geïnteresseerden vanaf 9.30 uur vrijblijvend deelnemen aan de trainingen op de Schorre in Oostende. BMX’en kan vanaf vijf jaar, de andere disciplines vanaf zeven jaar. “Iedereen is welkom. Het is absoluut niet noodzakelijk om al op acht jaar met wielrennen te beginnen, dat kan zeker ook later nog.”
Op souplesse hameren
Op de trainingen probeert de kustploeg er voor te zorgen dat de jonge renners alle kneepjes van het vak onder de knie krijgen. “De helft van de training is er aandacht voor behendigheid, zodat ze zeker slagen voor hun proef van Cycling Vlaanderen. Ik hamer bij de aspiranten en nieuwelingen ook veel op souplesse. Als je het op training niet doet, doe je het in het weekend zeker niet.”
Ook veiligheid is een belangrijk aandachtspunt binnen de ploeg. Het overlijden van Wouter Dewilde tijdens de sprint in Veldegem op 1 mei 2013 is daar niet vreemd aan. “Als mensen onverantwoord gedrag aanmoedigen, durf ik wel eens een foto te sturen om hen aan de gevaren te herinneren. Frederik Toortelboom en ik hameren er altijd op dat alles fair moet gebeuren en dat ze rechtdoor moeten sprinten.”µ
Robbe Toortelboom: “Ik hoop het peloton nu wel te kunnen volgen”
Het stond in de sterren geschreven dat Robbe Toortelboom uit Koekelare ooit deel zou uitmaken van het peloton. De 14-jarige zoon van elite zonder contract Frederik (42) mocht vorig seizoen eindelijk zijn debuut maken. “Ik heb heel vroeger nog een jaar of twee gevoetbald bij Koekelare, maar dat vond ik niet zo plezant. Van papa en mama mocht ik maar aan 14 jaar beginnen koersen. Ze vonden me nog te jong. Ik heb een paar keer gezaagd om toch vroeger te mogen starten, maar het hielp niet”, lacht Robbe.
In zijn eerste seizoen moest de Koekelarenaar zich vooral aanpassen. “Het was toch lastiger dan verwacht. Ik kon nog niet echt mee. Op het einde begon het wel te beteren, ik voelde dat er een stijgende lijn in zat. Dit seizoen wil ik het peloton wel kunnen volgen.” Afgelopen winter proefde de jonge renner van pistetrainingen en enkele strandraces. “De eerste keer op de piste was redelijk raar, door die vaste pion ook. Dan toch liever het strand. Ik deed een stuk of vier strandraces, met een derde plaats in Duinkerke en een vierde plaats in Zeebrugge. Dat podium was toch wel speciaal.” In de strandraces van Middelkerke en De Panne werd hij jammer genoeg uitgeschakeld door een lekke band.
De eerstejaarsnieuweling is naar eigen zeggen geen klimmer, maar kijkt wel uit naar de stage op Mallorca begin april. “Dat gaat zeker plezant zijn. En dan heb ik eens de kans om bergop te trainen. Mijn papa gaat trouwens mee.” Frederik werpt zich uiteraard op als mentor van zijn zoon. “Papa helpt me veel met kleine tips. In de ploeg heb ik ook al veel bijgeleerd, onder andere hoe ik in groep moet rijden. Er is echt een leuke sfeer.”
Hannes Pylyser: “Hopelijk met mijn sprint al eens een resultaat neerzetten”
Hannes Pylyser (14) maakte van kleins af fietstochten met zijn vader en grootvader. Voor de Westendenaar voelt zijn debuut als eerstejaarsnieuweling dan ook als een logische volgende stap. “Ik heb vroeger wel een jaar of vier gevoetbald bij Davo Westende, maar ik wilde meer fietsen, wat ik gewoon toffer vind. Al heel mijn leven fiets ik regelmatig met mijn opa en papa. Zo gingen we bijvoorbeeld eens fietsen in de streek van Calais.” Een tweetal jaar geleden trommelde het driegeslacht zelfs nog wat familieleden op om de Mont Ventoux te beklimmen. “Dat was heel plezant. Mijn oma en broer, die drie jaar ouder is, hebben toen ook de Ventoux opgefietst.”
Het echte koersen ontdekte Hannes Pylyser dankzij de strandraces, die duidelijk naar meer smaakten. “Op de Kids Race in De Panne was ik één van de oudste deelnemers en zat ik mee in het eerste groepje. Jammer genoeg kreeg ik toen een leegloper. Binnenkort doe ik ook nog mee aan de Sandman in Westende.” Zijn explosiviteit spreidde de nieuweling in Middelkerke tentoon. “In de start was ik zelfs mee met Klaas Vantornout, mijn papa geloofde het eerst niet. Hopelijk kan ik met mijn sprint al eens een resultaat neerzetten dit seizoen. Ik kijk er alvast enorm naar uit, maar het is de eerste koersen afwachten om te zien wat ik waard ben.”
Hannes kijkt zelden naar wielerwedstrijden op televisie, al heeft hij wel een boontje voor Mathieu van der Poel. “Dat komt door het mountainbiken, dat spreekt me echt aan. Als ik de kans krijg, wil ik dat graag proberen.” Als klimmer denkt de Westendenaar met zijn 62 kilo voor 1,83 meter ook wel uit de voeten te kunnen. “Ik kijk dan ook uit naar de stage op Mallorca in de paasvakantie.”
Lennert Museeuw: “In mijn eerste seizoen wil ik gewoon plezier maken”
Lennert Museeuw (10) is een heuse wielerliefhebber en mag binnenkort zijn droom waarmaken: écht koersen. De miniem uit De Haan proefde de afgelopen jaren al van enkele andere disciplines. “Ik ben een jaar of twee geleden gestart met mountainbiken en heb ook nog BMX gedaan. Cyclocross is eigenlijk wat ik het liefste zou doen, denk ik. Met de Ethias Cross in Bredene heb ik onlangs al een initiatie gedaan.” Dit voorjaar maakt Lennert zich op voor de grote stap naar het echte wielerpeloton. De keuze voor de Noordzeemeeuw kwam niet uit de lucht vallen. “Mijn papa heeft nog gereden bij de Zeemeeuw. Ik heb wel een beetje moeten zagen om te mogen koersen, want mijn ouders vonden het nog te vroeg. In mijn eerste seizoen wil ik gewoon plezier maken.”
Bij de belangrijkste wielerwedstrijden en crossen zit de miniem steevast voor de buis. “Ik bekijk niet elke koers, maar toch veel. Paris-Roubaix is mijn favoriete koers. Ook Gent-Wevelgem vind ik speciaal, omdat mijn bompi daar nog heeft meegereden.” Uiteraard moeten we ook vragen naar Johan Museeuw. “Dat is de neef van mijn papa, maar ik heb hem nog nooit gezien of gesproken. (lacht) Die vraag krijg ik inderdaad redelijk veel.”
Caleb Ewan en Thomas De Gendt van Lotto-Soudal behoren tot de favoriete renners van Lennert. “Ewan is een goede sprinter en ik doe dat zelf ook graag. Misschien kan dat wel mijn specialiteit worden. Al kan ik ook wel klimmen.” Tijdens de stage in Kemmel zal Museeuw alleszins de kans krijgen om zich bergop te ontwikkelen. “Daar kijk ik zeker naar uit. De Rode- en Zwarteberg heb ik al eens beklommen. Het is de bedoeling om binnen twee jaar met mijn papa de Mont Ventoux op te rijden.” (AC)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier