“Koers brengt ons samen. Ook dat verliezen we”

Redactie KW

Dat de koers verdwijnt, staat heel hard vast. Iedereen voelde dat gebeuren en heeft er zo zijn zegje over.

Dit artikel maakt deel uit van het Dossier De Koers in West-Vlaanderen.

DE BOOKMAKER – Carl Deprez

Carl Deprez (55) uit Staden koestert het ‘bookmakerschap’ als hobby. “Zie het als bij een duivenmelker. Het ene jaar hou je er wat aan over, het jaar daarop steek je eraan toe. Je moet ook je verplaatsingskosten in rekening brengen. En net als bij de duiven is het de vraag hoelang onze hobby nog zal blijven bestaan. Geen koersen, geen bookmakers.”

Carl belandde in het ‘vak’ door zijn ondertussen overleden schoonbroer. “In 1989 begon ik met hem mee te gaan, nu vergezelt mijn dochter mij vaak. Voor 1989 waren bookmakers jarenlang persona non grata langs de wielerparcours. Er moet in de jaren 70 en 80 een en ander gebeurd zijn, renners die in combines werkten met bookmakers en zo, maar dat is verleden tijd.”

“Het is net zoals bij de duiven: hoelang zal onze hobby nog blijven bestaan”

Sinds 2013 moet je je als bookmaker bij de kansspelcommissie registreren. “We staan twee procent af op alle inzetten en ook 15 procent op de eventuele winst.” Carl Deprez hoort tot een vennootschap onder firma (VOF) met vier bookmakers. “En dan is er nog een gelijkaardige firma met drie collega’s, in totaal zijn we dus nog met zeven. Het is vooral een West-Vlaams fenomeen. Als wij eens in Antwerpen op pakweg een BK staan, dan kennen die Antwerpenaars de bookmakers niet. Zij denken dat de cijfers achter de naam van de coureur de rugnummers zijn…”

Hoe lang hij zijn hobby nog zal kunnen uitoefenen, weet Carl niet. “In wielerlanden als Spanje en Italië verdwijnen de koersen als sneeuw voor de zon. Hier ook, kijk eens hoeveel kermiskoersen er vroeger waren. Het is duur geworden om te organiseren en zowel bij de organisatoren als het publiek stel je de vergrijzing vast.

Al zijn het net díé mensen die nog bij hem komen spelen. “Ja, de gepensioneerden hé. Die besteden vijf euro, zetten de helft op winst van een bepaalde renner en de andere helft op een podiumplaats. Er zijn er wel eens die met 50 euro komen zwaaien, maar dat zijn geen blijvers.”

Een bookmaker moet multitasken. “Je moet de wielrennerij goed volgen. Al in de jongste categorieën speuren we naar het talent dat later op onze tabellen zal komen. En wij weten ook wel wie goed in vorm steekt en we geen te hoge quotering mogen geven. Die quoteringen passen we voortdurend aan, naargelang het wedstrijdverloop. Daarom is het handig om met twee te zijn. Ik doe het vooral voor de contacten, je kent op de duur iedereen op die koersen. Dat wil ik niet verliezen.”

HET WIELERGEZIIN – Niki Devoldere

Niki Devoldere (41) is al 15 jaar als eliterenner zonder contract in het wielerpeloton actief. Als aanvulling op zijn bezigheden als triatleet reed hij jaarlijks 50 tot 70 wedstrijden. “Al die jaren was ik een middenmoter, die af en toe een mooi prijsje behaalde maar voor hetzelfde geld na een uur wedstrijd aan de kant stond toe te kijken. Een echte hobbyrenner dus, die er vooral van geniet om de kermissfeer op te snuiven en na afloop tussen de mensen te zijn. Dat is wat een kermiskoers voor mij zo mooi maakt.”

Vorige week was voor Devoldere de maat vol. De Izegemnaar heeft het moeilijk met enkele maatregelen die de voorbije maanden door Wielerbond Vlaanderen zijn genomen. En dus schreef hij op zijn website een open brief, gericht aan Wielerbond Vlaanderen. Het leverde hem diezelfde dag nog 5.000 unieke bezoekers op. “De voorbije maanden werden drie maatregelen genomen. De voorinschrijvingen voor de veiligheid, zodat nergens meer dan 175 renners aan de start kunnen staan. Daarnaast zijn daginschrijvingen ook nog mogelijk, maar dat kost je 5 euro meer. Tot slot is het prijzengeld voor de 20ste tot de 30ste plaats afgeschaft.”

“Gewone werkmens zoals ik heeft op koersen nog weinig te zoeken”

Vooral aan de eerste verandering ergert Devoldere zich. “De renners moeten ten minste drie dagen op voorhand inschrijven, maar er zijn er veel die pas na hun wedstrijd op zaterdag beslissen of ze ook op zondag willen koersen. Er zijn daarnaast nog zoveel redenen die de keuze beïnvloeden. De werkdruk op weekdagen bijvoorbeeld. De voorinschrijvingen zorgen ervoor dat er overal minder renners zijn. En dat terwijl er al zo weinig koersen zijn. Conclusie: er zijn amper koersen en er zijn nog amper renners. Daardoor zie ik veel renners van mijn niveau degenen die al blij zijn een prijsje te rijden naar de nevenbonden overstappen. Een negatieve evolutie.”

Het niveau in de kermiskoersen is door het lagere aantal wedstrijden enorm gestegen, met als gevolg dat een gewone werkmens er nog weinig te zoeken heeft. De helft van het deelnemersveld bestaat uit buitenlanders. Neem nu Esplechin, een koers in Henegouwen vorige week woensdag. Er waren 154 deelnemers en daarvan kwamen er 78 uit het buitenland. Ikzelf stap echter niet over naar de nevenbonden, omdat ik als triatleet die kermiskoersen van een kleine drie uur goed kan gebruiken als training. Ik kan me op mijn werk ook gemakkelijk vrijmaken op weekdagen om te koersen, waardoor een licentie bij de Wielerbond vooral in de zomermaanden interessant blijft voor mij.”

Devoldere betreurt echter de verplichte voorinschrijvingen. “De voorbije maand ben ik nog niet aan koersen toegekomen. Gelukkig waren er in maart veel crossduatlons en heb ik me daarin kunnen uitleven.” (lacht) “Als het zo verder gaat, zullen ze thuis tevreden zijn en zal ik op het einde van het jaar veel verlof over hebben. Maar ik hou van de kermiskoers. Het is dichtbij en brengt de mensen samen. Dat zijn we aan het verliezen.”

DE VISVERKOPER – Jaak’ ‘Zjakske Vis’ Deforche

(Foto)
(Foto)

Al 37 jaar staat Jaak Deforche (61) uit Izegem op wijkfeesten en op voetbal- en wielerwedstrijden. Van gedroogde wijting maakt Zjakske Vis zijn specialiteit. “Het is een lekkernij die typisch is voor onze provincie. Als ik op het voetbal sta, kennen de bezoekers van buiten de provincie dat vaak niet. En de enkelingen die het wel kennen, slaan snel een voorraadje in.”

“Publieke belangstelling vermindert, niet enkel op de koers”

Van Koolskamp Koers tot Gullegem Koerse en uiteraard in zijn eigen Izegem, daar is hij nog present. Dat het aantal wielerwedstrijden achteruit gaat, daar kijkt Zjakske niet van op. “De mensen zijn moeilijker naar lokale sportwedstrijden te bewegen, en dat geldt niet enkel voor de koers. De renners hebben nog hun entourage mee, maar geen grote groepen fans meer. Ik vind het nog altijd de moeite lonen, op voorwaarde natuurlijk dat de concurrentie er niet te groot is. Hier wat verder op de Bosmolens is er nog drie dagen op rij koers, maar ze maken het de organisatoren niet makkelijk. Hoge prijzen, heel wat regelgeving… Zo delf je je eigen graf.”

DE CAFEBAAS – Rudy Bruneel

Bij wielerman en herbergier Rudy Bruneel (61) uit Lendelede is de koers nog vaak het gespreksonderwerp aan de toog. Zijn café heet de Kluisberg. Niet omdat hij de bult in de Vlaamse Ardennen als renner wel vaker bedwong, maar omdat je vroeger vanuit het raam van de herberg bij goed weer de Kluisberg kon zien. “Maar ondertussen ligt daar een andere berg tussen: het stort van Lendelede.”

Rudy is niet enkel cafébaas. Ooit was hij ploegleider, bestuursman bij de BWB waar hij wat onzacht aan de kant werd gezet, vader van renner Giovanni… Tom Boonen, Stijn Devolder en een indrukwekkende rist namen die we u hier besparen waren er kind aan huis.

“Een half uur na de koers trekken de klanten al naar huis”

Lendelede was in de gloriejaren van de Kluisbergspurters ook de gemeente waar maar liefst 22 koersen werden georganiseerd. “Nu zijn er nog drie. Door de vernieuwde wegenis, met veel vluchtheuvels en bloembakken, is het in sommige gemeenten al onmogelijk geworden om nog een parcours uit te tekenen. De verouderde besturen kennen geen opvolgers. Het wordt ook steeds duurder om een koers te organiseren. Neem nu een wijkkermis. Vroeger hield men een koers om volk naar die kermis te lokken. Nu is op die kermissen de koers vaak een financieel blok aan het been. De renners hebben geen volk meer mee. Twintig, dertig jaar geleden was een coureur een jongen uit een gezin met vijf kinderen. Broers, zussen, nonkel en tantes: ze kwamen allen naar de koers. En ook nog een horde fans, want die moesten er via het fanclublokaal voor zorgen dat die jongen een fiets kreeg. Nu krijgt de renner een fiets van de ploeg, of is zijn pa een dokter of architect die dat kleinood zelf betaalt.”

“Al blijft koersen niet goedkoop. De betere renners krijgen degelijk materiaal, maar voor wie niet tot de top hoort, is het vaak zaak alles zelf te bekostigen. Fiets, kledij, helm… en een licentie. Vroeger had je die voor 4.000 frank en mocht je het hele jaar koersen. Nu kost die al 165 euro. Bovendien moet je per wedstrijd 5 euro inschrijving betalen, en moet je je soms ver verplaatsen. Het kostenplaatje is voor de renners dus zeker ook opgelopen.”

Als cafébaas blijft hij de wielersport een warm hart toedragen. “Maar kijk: een half uur na een wedstrijd zit hier wel nog wat volk, maar dat zijn mijn vaste klanten. De rest is alweer naar huis.”

RIK VAN WALLEGHEM

Rik Vanwalleghem. (Foto RN)
Rik Vanwalleghem. (Foto RN)© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Voor Rik Vanwalleghem, gewezen sportjournalist en directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen, is de forse achteruitgang van het wielrennen geen verrassing. “Ik kan oude jaarverslagen van Wielerbond Vlaanderen tonen waarin ze toen al aanmaanden tot waakzaamheid.”

“De analyse is simpel: de grootste troef van de sport is meteen ook haar grootste nadeel. De koers komt naar de mensen toe, passeert voorbij de deur. Ze vindt niet plaats in een stadion of zwemkom en je hebt geen ticket nodig. Een echte volkssport. En geen enkele andere sport heeft zo’n afwisselend decor. Maar daardoor is het ook logistiek moeilijk en duur te organiseren. Mijn vrees is dat er nog meer gekozen zal worden om koersen te concentreren rond hotspots, om de kosten in te dijken. Zoals je nu al kan merken bij de Ronde van Vlaanderen. En op middellange termijn zullen we moeten betalen om in die zones te staan. Dat wordt onvermijdelijk.”

“In ieder gehucht een koers: dat was te luxueus”

“Hoe erg het is dat er zo’n groot verval in de koers is? We komen uit een ongelofelijk luxueuze situatie, met in ieder gehucht een koers voor beroepsrenners. Het was vroeger misschien té veel. Nergens ter wereld was dat zo. Eddy Merckx kon je vroeger minstens eenmaal per maand in eigen land aan het werk zien. Die tijden komen niet meer terug. De wielersport is geglobaliseerd en er zijn maar 365 dagen in een jaar.

“Ik denk dat de verantwoordelijken nu twee zaken voor ogen moet houden. Eén: dat de basis van de piramide de jeugd niet verder erodeert. En dat er voor hen voldoende variëteit is. We mogen ons niet terugtrekken in louter het klassieke werk. Daarvoor moet Wielerbond Vlaanderen zijn oorlogskas nu inschakelen. De veiligheid tijdens een wedstrijd voor nieuwelingen moet even hoog zijn als tijdens de Ronde van Vlaanderen. Minder jeugd, minder doorstroming. En twee: in de periode maart-april moeten de wereldtoppers in Vlaanderen zijn. De huidige situatie moeten we vasthouden.”

Niki Devoldere en Pascale Delaere met hun kinderen Jana, Emma en Yannis. (Foto Frank)
Niki Devoldere en Pascale Delaere met hun kinderen Jana, Emma en Yannis. (Foto Frank)