Karl schrijft naar Wout van Aert: “Je had Milaan-Sanremo vorig jaar al kunnen winnen”

Wout van Aert zegevierde in de Strade Bianche. © belga
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Als er een belangrijke koers aankomt krijgen wij – de wielerjuryleden van Sporza – een mailtje met de formele vraag om sterren toe te kennen. We mogen twee renners drie sterren toekennen, drie renners twee sterren en vijf renners één ster. Die moeten binnen tegen donderdagavond om tien uur.

Dat was vorige week voor het eerst sinds lang het geval. Meestal zet ik me voor die sterren eens goed neer, maar deze keer had ik weinig tijd en gingen mijn ogen diagonaal over het deelnemersveld. Ik gooide de sterren lukraak op de mail zonder op de verrassing te spelen.

Ik moet iets bekennen, Wout. Ik was je vergeten! Compleet over het hoofd gezien. Ik was buiten een klusje aan het doen toen het me plots daagde. Heb ik Wout eigenlijk sterren gegeven? Ik haastte me naar binnen, checkte de mail en moest vaststellen dat je er niet tussen stond. Ik stuurde een tweede mail met een correctie. Michael Woods speelde zijn ster kwijt, Oliver Naesen ging van twee naar één en jij kreeg er twee.

Je lijf reageerde als een stoomstrijkijzer toen je er een bidon fris water over uitkapte

Geen drie, Wout. Ik tekende enig voorbehoud aan. Het voorbije jaar werd binnen het wielermilieu al te vaak beweerd dat die val je misschien wel de rest van je carrière zou achtervolgen. Zoals die val van Eddy Merckx op de piste van Blois op 9 september 1969.

Zijn gangmaker Fernand Wambst liet daar het leven en Eddy zou naar eigen zeggen nooit meer de kracht hebben van voor dat accident. Het heeft Eddy niet belet om de rijkste erelijst uit de wielergeschiedenis bij mekaar te fietsen. Maar toch.

Toen ik jou en Remco Evenepoel in december samenbracht voor een speciale editie van het jaaroverzicht zat een jonge vent met veel twijfels voor me. Vijf maanden na de val was je zelf nog op zoek naar de bevestiging dat het helemaal goed zou komen. Ik denk dat je pas afgelopen zaterdag aan het eind van de Strade Bianche werd gerustgesteld. Twaalf maanden na datum kwam de afrekening met de demonen die het afgelopen jaar af en toe op je schouder kwamen zitten en je influisterden dat het niet meer zou lukken.

Twaalf maanden na datum kwam de afrekening met de demonen die het afgelopen jaar af en toe op je schouder kwamen zitten

In de belangrijkste wielerwedstrijd van 2020 tot dusver reed je na een wedstrijd met valpartijen, leeglopende banden, platte accu’s en van zoutkristallen doordrongen wielertruitjes recht het pantheon van de wielersport binnen.

Op de klim naar de Piazza del Campo van Siena keek je nog een keer onder je oksel en in de bocht waar je hele lichaam een paar jaar geleden in een kramp schoot, wist je dat de triomf en het virtuele applaus van miljoenen televisiekijkers wereldwijd wenkte. Rust en euforie maakten zich op hetzelfde moment meester van je hoofd en je lichaam, Wout.

Je spreidde de armen, slaakte een oerkreet en zeeg neer tegen een nadar. Je lijf reageerde als een stoomstrijkijzer toen je er een bidon fris water over uitkapte. Het resultaat van de buitentemperatuur van 39 graden en de fors doorgetrokken inspanning. De zege dan weer de vrucht van ijzeren discipline en keihard werken na de val die je je carrière had kunnen kosten. Dat is gelukkig niet het geval.

Meer nog. Morgen wacht een eerste monument op je, Wout. Je had Milaan-Sanremo vorig jaar al kunnen winnen, maar toen wist je van jezelf nog niet dat je spurt zo scherp is. Die ritzege in de Tour in Albi van vorig jaar veranderde alles. Wie gaat je kloppen in de mondaine badplaats aan de Ligurische kust? Ik denk niemand. En deze keer ben ik je niet vergeten. Drie sterren. Zonder twijfel en voorbehoud, beste Wout. Succes morgen!

Warme groet,

Karl schrijft naar Wout van Aert:

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer bezorgde de winnaar van de Strade Bianche hem inspiratie. Wout van Aert mag altijd antwoorden: karl@kw.be.