Junior Alec Segaert rijdt, gesteund door broer en trainer Loïc, het EK in Plouay

Alec Segaert (met broer Loïc): "De dag dat ik stop met koersen, keer ik zeker terug naar de triatlonsport. Of dat na een profcarrière zal zijn, zien we dan wel." © foto TVB
Tom Vandenbussche

Het is zover: nu maandag maakt Alec Segaert (17) zijn debuut op een internationaal kampioenschap. De eerstejaarsjunior zal op het EK in het Bretoense Plouay de tijdrit afwerken. Vier dagen later betwist hij ook de wegrit. Opmerkelijk: Alec wordt begeleid door zijn broer Loïc (21), zelf een beloftevolle ex-wielrenner die zijn carrière door een zwaar ongeluk gedwarsboomd zag. Alec: “Ik vind het heel gemakkelijk dat mijn broer mijn trainer is.”

Doornatte woensdagavond of niet, de ontvangst ten huize Segaert is zoals altijd heel hartelijk. Vader Frank, zelf fervent triatleet, oogt al even afgetraind als zijn zoon die volgende week het EK betwist. Hij is dan ook in volle voorbereiding op de volledige triatlon van Lac de l’Eau-d’Heure, die over vier weken normaal moet plaatsvinden. Maar vandaag zijn we gekomen voor twee van zijn vier kinderen: Alec en Loïc.

Loïc: “Ons pa speelde vroeger minivoetbal, maar heeft een jaar of tien geleden eens aan de triatlon van Izegem deelgenomen. Zonder voorbereiding. Maar hij had wel de smaak te pakken en sindsdien heeft hij al 12 of 13 Ironmans gedaan.”

Alec: “Na die in Hawaï in 2017 ging hij stoppen. (grijnst) We zijn nu drie jaar later en het is er nog altijd niet van gekomen.”

Loïc: “Vooraf had hij gezegd: als ik Hawaï kan doen, ga ik stoppen.(lacht) Hij heeft het een maand volgehouden en toen was hij weer vertrokken.”

Alec: “Deze zomer gingen we op reis naar Spanje en zei hij: ik doe mijn fiets niet mee, want ik ga om te rusten. Maar Loïc en ik wisten al van tevoren: hij zal de dag van ons vertrek nog proberen om zijn fiets in de auto mee te krijgen.”

Loïc: (smalend) “En zo is het effectief ook gebeurd.”

Zijn twee wielerzonen zijn, volgens wat ik hoor, niet dezelfde types. Alec zou zwijgzaam zijn, terwijl Loïc een vlotte babbelaar is. Klopt dat?

Alec: “Ik denk dat dit wel klopt. (Loïc knikt) Loïc is sowieso wat vlotter in de omgang. Het heeft niets met de leeftijd te maken.”

(zus Ella komt net de woonkamer binnen)

Ella: “Alec zegt alleen maar iets als het nodig is. Als je hem iets vraagt, zal hij ja of neen zeggen. En niets meer.”

Loïc: “Chance dat we een neutrale bron hebben. (grijnst) Het is ook niet zo dat hij op één van onze ouders lijkt, want dat zijn twee babbelaars. Alec is de meest zwijgzame van de hele familie. Hij is altijd een plantrekker geweest, al van toen hij klein was. Hij had geen hulp nodig. En dat is nu nog altijd zo.”

Loïc, terwijl Alec nu het EK rijdt, ben jij student én zijn trainer. Had je dat vijf jaar geleden, toen je zelf nog op hoog niveau koerste, durven te voorspellen?

Loïc: “Totaal niet. Als je nieuweling bent, denk je daar niet aan. Op dat moment koerste Alec ook nog niet. Maar tijdens mijn laatste jaar, in 2017, waren we op reis in de Jura en fietste hij al vlot met mij mee, terwijl hij nog niet koerste.”

Broer Loïc Segaert was ook een beloftevolle renner.
Broer Loïc Segaert was ook een beloftevolle renner.© foto CLY

Ik herinner me een provinciaal kampioenschap in Torhout waarin jij op het podium eindigde. Was jij er toen ook al bij, Alec?

Alec: “Dat weet ik niet. Maar ons kleine broertje Luca was er toen wel zeker bij.”

Loïc: “Hij staat op de aankomstfoto van Alessandro Vandromme, die toen won. Hij is daar enorm trots op. Toen ik koerste, was Luca altijd fan van Alessandro, die mijn ploegmaat was en veel vaker won. Als we van de koers thuis kwamen, vroeg hij altijd: heeft Alessandro gewonnen? (lacht)

“Ik heb vertrouwen in Loïcs kennen en kunnen. Hij voelt perfect aan wat mogelijk is”

Alec: “Ik ging graag kijken naar de koersen van Loïc en ben daardoor uiteindelijk ook zelf begonnen. Eerst als triatleet. En soms ging ik al eens mee trainen met Loïc, die toen al tegen sommige mensen zei dat ik meer talent had dan hem. Op dat moment konden we natuurlijk niet weten dat Loïc door dat ongeluk (Loïc werd op training door een auto aangereden en brak zijn knieschijf, red.) nu niet meer zou koersen.”

Hoe goed zou jij geworden zijn, Loïc?

Loïc: “Veel vrienden van toen zijn nu prof of proberen het nog te worden. Aan de andere kant zijn er ook gasten die beter waren dan ik, maar wel al gestopt zijn. We zullen nooit weten hoeveel marge ik had.”

Je vond intussen wel een nieuwe passie: als trainer.

Loïc: “Als renner was ik daar al in geïnteresseerd en dat is niet veranderd. In mijn tweede bachelorjaar, het eerste seizoen dat Alec koerste, ben ik hem meteen beginnen te trainen. Intussen ben ik bezig aan mijn eerste master: bewegings- en sportwetenschappen met optie sporttraining en coaching. Momenteel begeleid ik naast Alec nog drie andere juniores.”

Hoe is hij als trainer, Alec?

Alec: “Ik vind het heel gemakkelijk. Tijdens de week zit hij op kot, maar een aanpassing in mijn schema is zo gebeurd. Ik heb veel vertrouwen in zijn kennen en kunnen. Loïc kent mij heel goed en voelt perfect aan wat mogelijk is.”

Moeten jullie daarvoor overleggen met bondscoach Carlo Bomans?

Loïc: “In de voorbereiding op dit EK vroeg Erwin Koninckx wel om de planning door te sturen. Daar geeft hij dan feedback op.”

Hoeveel weeg jij, Alec?

Alec: “71 kg.”

Junior Alec Segaert rijdt, gesteund door broer en trainer Loïc, het EK in Plouay
© VDB

Ik zag op Strava dat je in de tijdrit van Ruddervoorde, waar je een gemiddelde snelheid van net geen 48 km per uur haalde, een vermogen van 390 watt haalde. Dat is 5,5 watt per kilo. Behoorlijk straf voor een 17-jarige.

Loïc: “Dat is stevig. Je ziet dat Alec over een lange afstand een hoog vermogen kan leveren. We hebben dat ook de voorbije koersen gezien, toen hij vaak solo won.”

Alec: “Lang hard rijden is inderdaad mijn sterkste punt. Dat zie je ook in de finale van lastige koersen. Daar kom ik meer tot mijn recht. Voor heel steile beklimmingen ben ik nog iets te zwaar. In Oostenrijk stond ik vorig jaar op het podium naast twee renners die een kop kleiner waren dan ik. Maar ik vermoed dat het parcours van volgende week in Plouay me wel zal liggen.”

Ik had begin deze week bondscoach Carlo Bomans aan de lijn. Toen ik hem vroeg of je nog werkpunten had, zei hij: ik heb die met Alec besproken. Wel, waar moet jij nog aan werken?

Alec: “Ik ben als eerstejaarsnieuweling beginnen te koersen en toen werd al vlug duidelijk dat ik een achterstand had op vlak van techniek. In een peloton rijden, mijn bochtentechniek… Het gaat al beter, maar het blijft een werkpunt. Daardoor verlies ik soms nog te veel energie tijdens een koers. Daarnaast ben ik niet de meest explosieve renner. Veel kan je daar niet aan doen, maar ik werk er wel aan.”

Loïc: “Alec is meer een tijdrijder over lange duur. Dat is het type renner dat hij is. Vorig jaar heeft hij trouwens ook wedstrijden gewonnen, simpelweg omdat het heel lastig was. De Keizer der Nieuwelingen bijvoorbeeld. En in Affligem klopte hij iemand die in een massasprint Vlaams kampioen was geworden, maar toen stikkapot zat.”

Kennen jullie de tegenstand op het EK van komende week? Ik herinner me dat er vorig jaar op de Europese Jeugdolympiade een Est was die zowel de weg- als tijdrit won.

Loïc: “Hij (Madis Mihkels, red.) zal er ook zijn en hij zal goed zijn. Hij won dit jaar al bijna alles wat er te winnen viel. In de Baltische landen is er ondanks corona nog redelijk veel gekoerst.”

Bomans vertelde ook dat dit een sterke junioreslichting is.

Alec: (knikt) “Daar ben ik van overtuigd. De tweedejaars vertellen zelf dat de gemiddeldes drie kilometer per uur hoger liggen.”

Loïc: “Het zijn twee sterke lichtingen die dit jaar samenkomen.”

Wie is het grootste talent?

Alec: “Cian Uijtdebroeks. Op alle parcours is hij de te kloppen man. Hij kan een heel goede coureur worden.”

Ik zag dat jij intussen ook nog eens aan een triatlon hebt deelgenomen.

Alec: (glimlacht) “Op 15 augustus is er elk jaar een triatlon in Izegem, maar nu was het dus een corona-editie, enkel met de clubleden. De voorbije maanden heb ik, in het vooruitzicht van het EK, minder gezwommen en gelopen, maar het ging goed. Ik heb gewonnen en het was een heel goede training, ook al fietser. Op 6 september doe ik nog het BK in Brugge.”

Wat vinden ze bij de wielerbond eigenlijk van jouw triatlonavonturen?

Loïc: “Je hebt altijd voor- en tegenstanders, maar eigenlijk zijn ze daar heel positief over. En zeker Erwin Koninckx. Hij vindt ook dat het goed is voor Alecs algemene vorming, zeker omdat hij het graag doet. Erwin denkt op de lange termijn. Natuurlijk moet Alec de laatste week voor het EK niet meer gaan lopen, maar tussendoor eens een triatlon doen, kan geen kwaad.”

Alec: “Dat maakt het ook leuk in de wintermaanden. Als het dan eens regent, ga ik liever zwemmen of lopen. Dat houdt het aangenaam.”

Ga je het in de toekomst op deze manier blijven aanpakken?

Alec: “Toch zeker volgend jaar. Tijdens het seizoen zal ik wel meer fietsen, zeker in de voorbereiding op de grotere wedstrijden. Af en toe wil ik nog een triatlon meepikken, maar de kans is reëel dat ik als belofte enkel nog zal koersen, vooral omdat ik het dan met hogere studies (Alec volgt nu de richting wetenschappen-wiskunde aan het college van Izegem, red.) zal moeten combineren. Maar de dag dat ik stop met koersen, keer ik zeker terug naar de triatlonsport. Of dat na een profcarrière zal zijn, zullen we dan wel zien.”

Alec en Loïc Segaert. (foto Tom Vandenbussche)
Alec en Loïc Segaert. (foto Tom Vandenbussche)

Bondscoach Carlo Bomans: “Alec is gunstig geëvolueerd”

Carlo Bomans (57) twijfelde de voorbije weken niet om de eerstejaarsjunior uit Lendelede in zijn EK-selectie op te nemen. “Vorig jaar bij de nieuwelingen zijn we al met Alec bezig geweest en sindsdien is hij altijd gunstig geëvolueerd. Maar het is heel moeilijk om hem op internationaal vlak met zijn leeftijdsgenoten te vergelijken. Er zijn bijna geen koersen geweest.” We vragen de bondscoach welke werkpunten hij nog bij Segaert ziet. “Die heb ik met hem besproken. Dat gaat om een aantal kleine puntjes. Maar uiteindelijk liegt een tijdrit nooit. Je moet zo snel mogelijk van A naar B rijden. Dat hij mooie wattages trapt? Ja, maar misschien rijden er in andere landen ook enkele renners van dat kaliber rond. We zien wel wat er in Plouay mogelijk is.”