Jordi Warlop: “Toen ik in Gent-Wevelgem aan het afzien was, zat Sagan te zingen”

Jordi Warlop kwam sinds begin augustus niet meer in actie voor toxoplasmose. (Foto TVB)
Tom Vandenbussche

Een jaar geleden begon Jordi Warlop (22) haast als een komeet aan zijn profcarrière. De toon leek gezet, maar vanaf mei was de Diksmuidenaar op de sukkel. Sinds 11 augustus kwam hij zelfs niet meer in actie. “Ik weet nu al dat ik het in mijn eerste koersen moeilijk zal hebben.”

Jordi Warlop heeft al een heel lang leven in de wielersport achter de rug. De tweedejaarsprof zette al op zevenjarige leeftijd zijn eerste stappen in de wielersport. “Ik heb een mooie jeugd gehad”, vertelt Warlop ons in de gezellige lobby van Hotel Sol y Mar in Calpe. “Maar als ik het nu zou mogen herdoen, zou ik nooit meer zo vroeg ermee beginnen. Ideaal is om als nieuweling te starten. Dan kun je nog aan je stuurvaardigheid werken en als junior grote koersen betwisten. Bij de miniemen vraagt het voor de ouders een heel grote opoffering. Al die proeven: behendigheid, tijdrit… Je bent een hele dag weg, terwijl ze al de hele week hebben moeten werken. (lacht) Maar het is nu ook niet dat ik me die periode nu beklaag.”

Wat zijn de mooiste herinneringen aan je jeugdcarrière?

Jordi Warlop: “Dat zilver op het EK voor juniores was mooi, net als die derde plaats in Paris-Roubaix bij de beloften. Ook mijn solozege als nieuweling in Affligem is me bijgebleven.”

Dan komt plots die dag waarop je een profcontract kan tekenen.

Warlop: “Ik heb me altijd met andere renners vergeleken. Toen ik zag wie er prof werd, dacht ik vaak: ik kan evenveel als hen, dus kan ik ook prof worden.”

Een jaar geleden vertelde je me hier in Calpe dat je prof was geworden om iets te bereiken en als neoprof meteen enkele uitslagen wilde rijden. Een heel gewaagde uitspraak, maar in je eerste wedstrijden maakte je dat wel meteen waar.

Warlop: “Ik wist dat het moeilijk zou worden en ben geschrokken van mijn debuut. Zeker in die bergrit in Mallorca, toen ik echt goede benen had. Ik was dan ook heel tevreden over mijn start.”

Wat daarna volgde, was een stuk minder. Ken je de reden?

Warlop: “Eerst wisselde ik goede en minder goede wedstrijden af. Ik heb vooral onthouden dat ik bij de profs en niet meer bij de beloften reed. Het niveauverschil is echt heel groot. Toen ik bij de beloften afzag, waren de anderen dat ook aan het doen. In Gent-Wevelgem ging het er in de aanloop naar De Moeren heel nerveus aan toe en zaten veel renners op hun tandvlees, maar Sagan was gewoon aan het zingen. Toen dacht ik: amai.”

Toen ik vorig jaar toxoplasmose had, besefte ik hoe vervelend het is als je aan de kant moet staan

“Vanaf mei ben ik op de sukkel geraakt. Ik voelde me niet goed en dat heb ik ook tegen Hans (ploegleider De Clercq, red.) gezegd. Ik heb even gerust en toen ging het iets beter. Na het BK, waar ik in de vroege vlucht zat, ben ik op stage naar de Ardèche geweest. Daarna heb ik me twee weken echt goed gevoeld, maar begin augustus heb ik al mijn energie, fysiek én mentaal, moeten gebruiken om de Ronde van Denemarken te kunnen uitrijden. Bij terugkeer in België heb ik bloed laten trekken. Wat bleek: ik had al toxoplasmose gehad en het was nog niet uit mijn lichaam.”

Sindsdien koerste je niet meer.

Warlop: “Tot november heb ik helemaal niets gedaan. Dat was niet tof. De eerste week dacht ik: dit valt nog mee. Ik kon Fifa spelen en films bekijken. Maar ook dat raak je vlug beu. En dan besef je hoe vervelend het is als je aan de kant moet staan.”

Ben je er tijdens die drie maanden in geslaagd om niet te veel in gewicht bij te komen?

Warlop:(knikt) “Ik verloor wel wat spiermassa, maar in vergelijking met een jaar geleden ben ik één procent vet kwijt, terwijl mijn gewicht stabiel is gebleven.”

Hoe is jouw winter tot nu toe verlopen? Ik kan me inbeelden dat het een lange weg terug is.

Warlop: “Net als vorig jaar ben ik in december met ploegmaats Piet Allegaert, Christophe Noppe, Benjamin Declercq en Kevin Deltombe op stage geweest. Mijn test net ervoor was minder dan twaalf maanden ervoor, maar eind december deed ik een nieuwe test en die was gelijkaardig aan het jaar ervoor. Op deze stage voel ik dat echt diepgaan nog moeilijk is, maar maandag was ik aangenaam verrast met mijn tien minuten-test. Ik had gedacht na zeven minuten te plafonneren.”

Hoe ziet jouw programma er de eerste weken uit?

Warlop: “Ik begin in Marseillaise en Bessèges. Het wordt een moeilijk begin, want ik zal een half jaar niet gekoerst hebben.”