Birger Rosseeuw maakt mooie sprong voorwaarts: “Koers nu meer buiten de provincie”

Birger Rosseeuw in actie op het PK tijdrijden. (foto GC) © GINO COGHE Foto Coghe
Redactie KW

Een renner die we de laatste tijd iets minder in onze provincie aan het werk zagen, is derdejaarsbelofte Birger Rosseeuw. Vorig jaar viel er natuurlijk weinig te beleven op koersgebied, maar dit jaar zoekt hij bewust wat meer de koersen in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Wallonië op, omdat de parcours hem daar een stuk beter liggen.

“Ik heb al jaar na jaar mogen ondervinden dat de typische West-Vlaamse koersen, lees: windkoersenn waarin je constant op het lint hangt en de deur achterin wagenwijd openstaat, niet bepaald mijn specialiteit zijn. Met mijn amper 51 kg ben ik nu eenmaal een lichtgewicht en moet ik in vlakke wedstrijden veel meer inspanning leveren dan een zwaardere renner om even snel te rijden. Op een heuvelachtig parcours is dat een stuk minder en het is ook beter als er minder wind staat. Dat zijn exact de omstandigheden die je meer richting het binnenland mag verwachten, bijvoorbeeld in Wallonië of Oost-Vlaanderen. Zo behaalde ik een 11de stek in Grosage en Maurage en een 12de plaats in Ghlin, waar ik telkens derde van mijn categorie was.”

De Kuurnenaar van het Philsor Bikes Cycling Team heeft ook een mooie sprong voorwaarts gemaakt in het tijdrijden. “Op het PK tijdrijden in Ruddervoorde, een jaarlijkse afspraak voor zowel mijn broer als ikzelf, reed ik een 17de tijd. Dat lijkt misschien weinig spectaculair, maar bij de elite zonder contract zou ik met dezelfde tijd al in de top 10 eindigen. En 43 km/u, dat is toch ook niet traag hé.”

Afgelopen week kwam er echter minder nieuws over de student business management aan Vives Kortrijk. Op training werd hij aangereden door een auto. “Gelukkig valt de lichamelijke schade nog mee, m’n fiets is zwaarder toegetakeld. Maar goed, het had slechter kunnen aflopen, dus ik mag niet klagen.”

Wat(t)?

Voor wie het liever met cijfertjes ziet: op een vlakke weg hangt je snelheid louter af van je vermogen, niet van je gewicht. Bijvoorbeeld: voor een bepaalde snelheid moet je 300 watt rijden. Voor Birger is dat zo’n 6 watt per kg lichaamsgewicht, wat gelijkstaat aan een heel grote inspanning. Voor een renner van 75 kg is dat ‘maar’ 4 watt.

“Wanneer het peloton doortrekt, zit er voor mij dus maar één ding op: heel dicht in de wielen kruipen, want het minste gaatje wordt dan afgestraft. Staat er veel wind, dan speelt dit voordeel voor de zwaardere renners nog meer. Gaat het echter wat bergop, dan moeten zij wel hun gewicht mee omhoog duwen en komt een lichtere renner weer naar voren. Dat is waarom ik richting het binnenland meer tot mijn recht kom: er staat wat minder wind én het is er vaak iets heuvelachtiger. Dat kan soms al genoeg zijn”, aldus Birger.

(Robin Rosseeuw)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier